top of page

1 Samuël

Verantwoordelijkheid geven

1 Samuël 17,47 | Kerk van alle (leef)tijden 2

Serie:

Kerk van alle (leef)tijden | Jaarthema '23-'24

Almkerk

zondag 11 februari 2024

‘Jongeren zijn de kerk van de toekomst.’ Dat wordt nogal eens gezegd. In mijn jeugd in ieder geval wel. Er wordt mee bedoeld dat de jongeren van nu de volwassenen van straks zijn. En als volwassenen zullen ze de beslissingen in de kerk mogen nemen. Als volwassenen zullen ze de kerk voor een belangrijk deel vormgeven. Toch… er is een aantal redenen waarom ik zeg: met die uitspraak moeten we stoppen. Kappen. Jongeren zijn niet de kerk van de toekomst.

Jongeren zijn niet de kerk van de toekomst. Jongeren zijn de kerk van nu.


Ik begrijp vragen van volwassenen en ouderen daarover. Vragen in de trant van: ‘En wij dan…? Is het niet belangrijk dat wij ons thuisvoelen…? Wij zijn toch ook de kerk van nu?’ Dan gelijk ook een geruststellende boodschap voor de hele gemeente: u en jij, jullie zijn allemaalde kerk van nu. De vraag is: hoe leven we dat uit? Want eerlijk is eerlijk: het kan lijken alsof vooral de volwassenen en ouderen het voor het zeggen hebben in de kerk. Zij zitten in de kerkenraad, bemensen de meeste commissies, enzovoorts. Kortom: zij hebben vaak de leiding.

DIA 4


Hoe kom je daar uit? Hoe leven we uit dat we kerk-zijn samen met alle generaties? Dat begint met VERANTWOORDELIJKHEID GEVEN. Dat is het thema van deze preek.


VERANTWOORDELIJKHEID GEVEN

Verantwoordelijkheid geven is best spannend. Want als je iemand echt verantwoordelijkheid geeft, geef je daarmee ook invloed. Tegelijkertijd: verantwoordelijkheid krijgen is net zo spannend. Je hebt dan ook verantwoording te geven van wat je kiest en doet.


Tijdens deze preek kijken we hoe dat verantwoordelijkheid geven en krijgen in de Bijbel gaat. Daarvoor letten we op hoe David verantwoordelijkheid krijgt en wat hij daarmee doet. Maar we kijken ook naar hoe Jezus Zijn leerlingen verantwoordelijkheid geeft.

DIA 5


#1. Verantwoordelijkheid krijgen

#2. Jezus geeft verantwoordelijkheid


Met deze preek word je aangespoord om oog te krijgen voor het grotere plaatje van Gods gemeente. Je word bemoedigd om Jezus te volgen en anderen daar ook de ruimte voor te geven. Je leert ook dat het daarvoor nodig is om anderen ruimte en invloed te geven.


We letten eerst op David.

DIA 6


#1. Verantwoordelijkheid krijgen

David, de man naar Gods hart. Hier staat hij nog aan het begin van zijn leven. We hebben het niet gelezen, maar hiervoor is hij al door Samuël gezalfd als nieuwe koning van Israël. Probeer eens, met dat feit in gedachten, dit verhaal als voor het eerst te lezen. David, net gezalfd tot het ambt van nieuwe koning – een hele belangrijke taak. Een taak van militair én geestelijk leiderschap. En dan hoort David van een Filistijn die Israëls leger en Israëls God belachelijk maakt.

DIA 7


Dan heeft hij een grote mond (1Sam. 17,26). ‘Jeugdige overmoed.’ Het is precies wat doorklinkt in de woorden van Davids oudste broer, Eliab (1Sam. 17,28).


Dan hoort koning Saul ervan. En een vergelijkbare reactie: ‘Je bent nog maar een jongen. Ik kan je niet tegen een doorgewinterde soldaat laten vechten’ (1Sam. 17,33). Ja, want David is hier waarschijnlijk een jaar of 17 á 18. Toch houdt David vol: ‘Ik ben een doorgewinterde herder, gevochten met leeuwen en beren.’ Nog steeds hoor je de jeugdige overmoed daarin. Maar Saul gaat om. En dan gebeurt er iets bijzonders: David krijgt de uitrusting van koning Saul aan.

DIA 8 | ZWART


Daar letten we even wat extra op. Want hier krijgt de pasgezalfde David het koninklijke harnas aan. De koninklijke bronzen helm op. Het koninklijke zwaard om. Zonder het te weten draagt Saul als het ware al even het koningschap aan David over. Maar opvallend: het zit David meer dwars dan goed.

DIA 9


Ik kan hier niet mee lopen, … ik ben dat niet gewend 

1 Samuël 17,39


Ja, David zal eens de koninklijke wapenrusting dragen. Maar nu nog niet. Hij is er simpelweg niet voor getraind.

DIA 10


Het is een prachtige metafoor voor hoe wij in de kerk soms met elkaar omgaan. We leggen zomaar een ander allerlei harnassen op de schouders – niet alleen een volgende generatie, maar ook elkaar. Een harnas van ‘zo hebben we het altijd gedaan’. Een harnas van ‘dat mag je niet vinden en liever ook niet denken’. Een harnas van ‘daarover weten we al heel lang wat de Bijbel zegt, dus daar gaan we niet over in gesprek’.

DIA 11 | ZWART


Begrijp me niet verkeerd. Ik geef geen waardeoordeel over zulke harnassen op zich. Ik zeg wel: het werkt niet om een ander zomaar zo’n harnas om te hangen. Dan wordt het een keurslijf waar je je in moet persen. Het is niet van jezelf, je bent niet zelfgemotiveerd, je wil het niet zelf. Het is een verplichting van buitenaf. Dan is het wachten tot er gebeurt wat David ook doet: hij legt het harnas af en doet het op zijn eigen manier. Met een herdersstaf, een slinger en vijf gladde stenen – waarschijnlijk ter grootte van ongeveer een tennisbal – gaat hij op Goliath af.


‘Dwaas,’ zal een doorgewinterde Israëlische soldaat hebben gedacht. Wat, misschien zijn er wel soldaten geweest die David van zijn plan wilde afbrengen – zo mogelijk zijn broers. Maar dan wordt duidelijk waar Davids jeugdige moed op berust. Goliath vertrouwt op zijn zwaard en speer, maar David beroept zich op de naam van God: JaHWeH, de HEER van de hemelse machten. Zijn geloof in God geeft de doorslag voor zijn overwinning. Niet de wapens of het harnas waarmee hij het gevecht aangaat, maar zijn geloofsvertrouwen.

DIA 12


Kijk, we kunnen ons zorgen maken over de toekomst van de kerk. We hebben soms zorgen over ontwikkelingen rond onderwerpen die heel lang duidelijk waren. De tweede dienst, maar ook kinderen aan het Avondmaal, homoseksualiteit, en ga zo maar door. Ook in de toekomst zullen die onderwerpen weer komen. Geloof me, ik heb daar soms ook zorgen over. Alleen de vraag is: hoe gaan we daar als gemeente mee om?

DIA 13 | PUNTSHEET


Uit dit verhaal van David leer je: het gaat om hoe het in de basis van je leven zit. Waar vertrouw je op? Waar vanuit redeneer en beargumenteer je? Wie wil je tevreden stellen? Wie wil je volgen? Daarin zit namelijk de herkenning en erkenning: ‘We, jij en ik, zijn één in onze Heer Jezus Christus. We zoeken allebei naar hoe we Hem het best volgen. Daarin leggen we soms de nadruk op andere elementen uit het geloof. Maar in de basis vinden we elkaar. We willen Jezus volgen.’


Wat in elk geval niet werkt is elkaar in een harnas dwingen. Want zodra we niet meer gedwongen worden, trekken we het uit. Gesprek is essentieel. Gesprek, vanuit die gezamenlijke basis van het volgen van Jezus Christus.

DIA 14


#2. Jezus geeft verantwoordelijkheid

Onze Here Jezus heeft zijn leerlingen heel veel verantwoordelijkheid gegeven. Je ziet hoe Jezus daar naar toewerkt als we vier teksten over Jezus en de leerlingen naast elkaar zetten. Die zetten we nu eerst met elkaar op een rij:

DIA 15


Matteüs 4,19

Jezus nodigt uit om mee te gaan,   zonder voorwaarden en zonder duidelijke taak

Ik doe,  jij kijkt


Lucas 12,31-32

Jezus legt uit hoe het zit, hoe   genade werkt, hoe God van ons houdt en ons verlost. Op andere plekken roept   Hij ons op om Hem daarin te volgen.

Ik doe,  jij helpt


Matteüs 9,37-10,1

Jezus geeft de leerlingen macht

Jij doet,  ik help


Matteüs 28,29-30

Jezus draagt zijn macht en   opdracht over

Jij doet,  ik kijk / help op  de achtergrond

DIA 16


Je ziet dat de leerlingen van Jezus een leerweg gaan die Jezus Zelf begeleidt. Natuurlijk is dat een dynamisch proces, dat organisch verloopt. Anders gezegd: je kunt deze vier momenten niet precies aanwijzen in Jezus onderwijs of het leven van Zijn leerlingen. Maar wel zie je dat ze deze verschillende fasen doormaken vóórdat ze hun zendingsopdracht krijgen in Matteüs 28. Daar krijgen ze volledige verantwoordelijkheid voor de kerk, gedragen door het werk van de Geest.


Zo is onze Heer nooit afwezig. Weliswaar uit het zicht, maar Hij is ons volop aan het helpen.


Als je dit zo begrijpt – is het duidelijk trouwens…? [OPENHEID VOOR VRAGEN]


Maar als je dit zo neerzet, dan is goed te begrijpen waar het met David misgaat als hij Sauls harnas aan krijgt. Hij moet als het ware van fase 1 naar fase 4, zonder tussenstap. Hij moet nog leren om dat harnas te dragen. Misschien wel het harnas aan zijn eigen voorkeuren aanpassen.


Het is ook precies wat misgaat, wanneer wij verwachten dat onze kinderen, onze medegelovigen of onze jongeren onze overtuigingen klakkeloos overnemen. Het is wat er misgaat als we elkaar niet meenemen in de stappen naar verantwoordelijkheid. Het is nodig om daarin telkens de gesprekken te voeren over de kern, niet over de vorm.

DIA 17 | ZWART


Natuurlijk betekent dat niet dat de vorm niet belangrijk is. Maar wel dit: de uitingsvormen van ons geloof komen voort vanuit de kern. Niet andersom. Dus als we het oneens zijn over de uitingsvormenkunnen we elkaar daarop bevechten, maar dat helpt niet. Wanneer de verlangens en ideeën over de uitingsvormen van het geloof niet overeenkomen, dan moeten we naar de kern. Elkaar begrijpen in elkaars verlangen om Jezus te volgen en wat daarbij voor de ander centraal staat.


Daarbij moeten sommigen ontdekken dat God ons in de Bijbel een duidelijke richting wijst. Een richting die soms, of zelfs: vaak ingaat tegen onze eigen ideeën en verlangens. Kijk, we leggen vaak de Bijbel uit, doen daar pogingen toe. Maar je moet ontdekken: door de Bijbel legt God mij als mens uit. Hij leert mij daarin Zijn manier van leven, die goed is.


Anderen moeten ontdekken dat we soms, of zelfs: vaak al ideeën hebben over wat God wil, zonder dat we de moeite hebben genomen de Bijbel daarover open te lezen. Open lezenbetekent: proberen je vooronderstellingen even aan de kant te zetten en je af te vragen: ‘Wat staat hier nu wel en niet? Wat vul ik in omdat ik het altijd zo heb geleerd? Is dat wel terecht?’.

DIA 18


Geliefde broers en zussen,


God heeft ons verantwoordelijkheid gegeven om te zoeken naar wat Hij wil. Hij heeft ons ook verantwoordelijkheid gegeven om daarbij zorgvuldig, geduldig en liefdevol naar elkaar te luisteren. Geen gemakkelijk opdracht.


Dat geldt ook voor ons als gemeente onderling. Elkaar verantwoordelijkheid geven gaat niet gemakkelijk. Het heeft alles te maken met elkaar vertrouwen. Vertrouwen dat de ander hetzelfde wil als ik: Jezus volgen en Hem dienen. Het is essentieel om te beseffen dat daarbij niet de vorm leidend is, maar de inhoud. Zoals we leerden uit het verhaal van David en Saul. David paste het harnas van Saul niet, kon er niet mee omgaan. Maar dat deed niet af aan zijn geloof! Méér nog – het laatste waar ik de focus op wil leggen:

DIA 19


David brengt met zijn geloofsvertrouwen heel het volk van de Filistijnen én het volk van Israël onder de indruk van de HEER (1Sam. 17,47-18,5)!


Onder de indruk van de HEER, omdat David liet zien: de strijd wordt niet bepaald met onze wapens, met onze inzet, met onze zorgen of onze harnassen. Ja, we krijgen verantwoordelijkheid. Grote verantwoordelijkheid. Soms voelt dat nog altijd als zo’n harnas waaraan je niet gewend bent. Maar de strijd en het voortbestaan van de kerk wordt daarmee niet ineens door ons bepaald.


Nee, de strijd en de toekomst worden bepaald door onze God,

de HEER van de hemelse machten.


AMEN




GESPREKSVRAGEN

Persoonlijke gespreksvragen

Dit zijn persoonlijke vragen. Vraag door, maar ga niet in discussie. Het doel is ook niet om alle vragen te beantwoorden, maar om in gesprek naar elkaar te luisteren en van elkaar te leren.

1. Welke verantwoordelijkheid heeft de Here God aan jou als gelovige in de gemeente hier in Almkerk gegeven?

a. Het gaat er niet om welke taak je hebt, maar om de verantwoordelijkheid die God heeft gegeven in de gemeente.

2. In hoeverre herken je het dat verantwoordelijkheden ook als een harnas kunnen voelen?

a. Als je deze ervaring hebt, probeer dan concreet te beschrijven hoe dat bij jou werkt. Wanneer kom je het tegen? Hoe ga je ermee om?

b. Herken je deze ervaring niet (meer)? Vertel dan hoe het je lukt om je verantwoordelijkheden te dragen.

3. Wat is voor jou de boodschap Gods genade in de verantwoordelijkheden die je hebt?


Praktische vragen

1. Op welke manier is het geven van verantwoordelijkheid aan alle generaties, in het bijzonder jongeren, al zichtbaar in onze gemeente? Het kan helpen dit te scoren op een schaal van 1 tot 10.

2. Op welke manier kunnen we deze kernwaarde versterken, vergroten of uitbouwen?

3. Welke ideeën heb je bij deze kernwaarde? Wat kan dat toevoegen aan onze gemeente?

4. Welke van deze ideeën kunnen op korte termijn uitgevoerd worden? Welke kunnen we beter bewaren voor later? Wie kan wat het beste doen (predikant, kerkenraad, commissie, jeugd)?

5. Wat zijn de verantwoordelijkheden van gemeenteleden? In hoeverre draag jij die verantwoordelijkheden ook zelf?

6. Op welk gebied heb je behoefte aan toerusting om je verantwoordelijkheid als gemeentelid te kunnen dragen?

Deze preek in een dienst lezen?

Als je hieronder je contactgegevens invult dan stuur ik de presentatie, liturgie en preek met klikmomenten zo snel mogelijk op.

bottom of page