top of page

Johannes

Vasthouden & loslaten

Johannes 20,17 | Pasen '24

Serie:

Pasen

Almkerk

zondag 31 maart 2024

Staan je ogen open voor wat God doet?
Onze ogen kunnen blind zijn voor wat God doet. Blind voor wat er allemaal voor heilige, goede dingen gebeuren. Blind voor Gods leiding.

Wanneer je verwacht of hoop dat het in de wereld altijd maar steeds beter zal gaan, bijvoorbeeld. Onze Here Jezus heeft gezegd dat dat niet zo is.

Of als je gefocust bent op wat er niet is, in je eigen leven of in de kerk. Als het glas altijd half leeg is en er van alles mist en misgaat in onze kerk.

Wanneer je alles rationaliseert, bijzondere gebeurtenissen weg verklaart als toeval.

Wanneer je gericht bent op wat er vroeger beter was dan nu.

DIA 3


Maar: God is hier!

God is hier, Zelf, in ons midden.

Zie je dat? Merk je dat?


Kijk, we geloven dat, we spreken dat uit als we het erover hebben: Waar twee of drie in de naam van Jezus bij elkaar zijn, daar is Hij Zelf. Maar merk je het ook? Voel je het? Zie je het?

Onze ogen kunnen blind zijn voor wat God doet. Blind voor Gods aanwezigheid.

DIA 4


Zo is het met Maria. Ze is verblind door verdriet, rouw. Van twee engelen in stralend witte kleren kijkt ze niet op of om. Want haar Heer is dood, Zijn lichaam verdwenen.


We staan stil bij hoe Maria van Magdala reageert op Jezus. In het bijzonder denken we met elkaar na over de woorden die Jezus tegen haar zegt in vers 17:

DIA 5


Houd Me niet vast,’ zei Jezus. ‘Ik ben nog niet opgestegen naar de Vader. Ga naar mijn broeders en zeg tegen hen dat Ik opstijg naar mijn Vader, die ook jullie Vader is, naar mijn God, die ook jullie God is.’

Johannes 20,17


Na deze preek ervaar je, opnieuw of meer, richting in je leven met God. Richting in het volgen van de Here Jezus. We staan stil bij Vasthouden en loslaten. Dat is het thema, en ook de twee punten van de preek.

DIA 6


VASTHOUDEN EN LOSLATEN

DIA 7


#1. Vasthouden

Maria grijpt de voeten van Jezus vast, zodra ze Hem herkent. Dan zegt Jezus die bekende, toch wel hardewoorden: “Houd me niet vast...” Waarom mag Maria Jezus dan niet vasthouden? Waarom is Hij dán aan haar verschenen? Om gelijk de afstand duidelijk te bepalen?

DIA 8


Nee. Jezus zegt hier niet dat Maria helemaal van Hem af moet blijven. Je mag vertalen: “Je moet mij niet vast blijven houden.” Natuurlijk mag Maria Jezus omhelzen, of beter gezegd, zijn voeten (Mt. 28,9)! Bedenk goed: de voeten die zíj had natgehuild, gedroogd en gezalfd! Die voeten van haar Heer grijpt ze nu vast, na twee nachten van bittere tranen. De Here Jezus verschijnt na Zijn opstanding niet voor niks voor het allereerst aan deze vrouw! Maria van Magdala, de zondares, een prostitué waarschijnlijk. Jezus had bij haar 7 kwade geesten uitgedreven. Maria heeft Jezus innig lief.

DIA 9


Daarom moet Jezus ook allereerst tegen háár die harde woorden spreken: ‘Je kunt me niet blijven vasthouden. Het zal niet worden zoals het was nu ik weer leef, Maria, “...want ik ben nog niet opgestegen naar de Vader.”’


De opdracht die Maria krijgt laat zien waarom Maria Jezus niet kan blijven vasthouden. Jezus kan niet fysiek bij haar en Zijn leerlingen blijven, want dan blijft de redding van de wereld te beperkt, te lokaal. Nee, Jezus zal álles met Zijn aanwezigheid vullen. Ook de andere leerlingen! Meer nog: hij noemt hen hier, voor het eerst in het Johannesevangelie, “mijn broers”.

DIA 10


Je zou er zomaar overheen lezen, maar hier zit een climax van het Johannesevangelie! Aan het begin schrijft Johannes: “Wie Hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft Hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden” (Jh. 1,12). Want niet eerder heeft Jezus gezegd dat Zijn vader ook de Vader van de leerlingen is. Maar hier, na Zijn opstanding, is dat wezenlijk veranderd. Door Zijn sterven en opstanding is Hij echt de familieband met God geopend. Voor Zijn leerlingen toen én nu! Daarom kan Maria Jezus niet blijven vasthouden.

DIA 11


Kijk, Maria ziet haar Heer weer en hoopt en verwacht dat het weer zal worden zoals voor Zijn sterven. Ze houdt hem niet alleen letterlijk vast. Ze houdt figuurlijk ook vast aan hoe het was met Hem op aarde. Haar Here Jezus dicht bij, tastbaar, zichtbaar van gezicht tot gezicht. Maar Jezus moet gaan. Hij kan niet zo bij haar en Zijn leerlingen blijven. Juist nu Hij verheerlijkt is, is Zijn aanwezigheid veel groter: Hij zal álles met Zijn aanwezigheid vullen (Ef. 4,10), wanneer Hij Zijn Geest stuurt. Daarom moet ze Jezus loslaten.

DIA 12


#2. Loslaten

Loslaten om met het Goede Nieuws op weg te gaan. Die boodschap – Hij leeft! – moet Maria vasthouden. In die boodschap is gigantische vreugde, totale redding, complete bevrijding voor álle mensen! Maar om dat Goede Nieuws vast te houden en ermee op weg te gaan, moet Maria haar Heer loslaten. Ze kan Hem niet blijven omarmen. ‘Want Jezus is niet opgestaan om het verleden te laten herleven, maar om Gods toekomst te openen.’

DIA 13


Jezus is niet opgestaan om het verleden te laten herleven, maar om Gods toekomst te openen. Om God toekomst te openen voor iedereen die in Hemgelooft. Daarom moeten ook wij Hem niet proberen vast te houden. Dat wil zeggen: we moeten niet proberen Hem voor onszelf te houden. We mogen niet proberen Hem te claimen voor onze kerk, voor ons land. Het is een waarschuwing voor ons allemaal, want het is een gevaar voor ons allemaal.

DIA 14


Want we kunnen ons zomaar een gesloten, afgekaderd beeld van onze Here Jezus hebben gevormd. ‘Zo is Hij, en niet anders.’ Maar dat past ons als Zijn leerlingen niet. Onze Here Jezus, meer nog, onze Drie-Ene God is telkens groter, telkens mooier, telkens liefdevoller dan wij hebben bedacht. Als je dat nog niet hebt ontdekt, dan moet je de Evangeliën nog eens goed lezen. Want telkens als de Farizeeën denken Jezus te kunnen vangen, dan ontglipt Hij hen met meer wijsheid, met meer liefde.

DIA 15


We zijn soms zo zeker van onze zaak dat we zeggen: ‘Zo zit het en niet anders.’ We verliezen elke bereidheid om de zaak vanuit een andere hoek te bekijken. En dan kan het zomaar zijn dat we zeggen: Zó is Jezus! De waarschuwing die hier uit Jezus woorden tot Maria klinkt is: Pas op dat jij Jezus niet voor jouw karretje spant! Wees daar heel erg op bedacht. Want het is een grote valkuil, het hart van de zonde: egocentrisme – ikzelf in het midden. Jezus wil niet door jou gebruikt worden. Jezus wil niet dat jij Hem claimt om jouw wijsheid, jouw inzichten aan anderen over te dragen. Jezus moet in het middelpunt staan!

DIA 16


Jezus roept ons om niet het sentiment van vroegervast te houden, maar dat los te laten. Wat we moeten vasthouden is Zijn boodschap: ‘Hij leeft. De dood en zonde zijn overwonnen. Er is vrede met God, door Jezus! Die boodschap moet de wereld horen. Die boodschap verandert harten, verandert levens.’

DIA 17


Wij zijn zo snel – ik ook hè... – maar: wij zijn zo snel en gemakkelijk bezig met het verleden vasthouden, met onze gewoonten beschermen, onze duur bevochten ideeën en verworvenheden bewaken. Natuurlijk, daar zit iets in. Je kunt dat niet zonder meer afdoen als helemaal verkeerd. Toch, aan het slot van deze preek, zet ik daar tegenover:


Brand je passie sterker

voor het uitdragen van jouw mening,

of voor het bekendmaken van het Goede Nieuws

dat Jezus Christus leeft?


[...]


Brand uw,

brand jouw,

brand mijn passie sterker

voor het uitdragen van jouw mening,

of voor het bekendmaken van het Goede Nieuws

dat Jezus Christus leeft?


AMEN

Deze preek in een dienst lezen?

Als je hieronder je contactgegevens invult dan stuur ik de presentatie, liturgie en preek met klikmomenten zo snel mogelijk op.

bottom of page