top of page

Johannes

U kennen, uit en tot U leven

Johannes 14,6-7; HC zondag 47, v&a 122

Serie:

Assen Marsdijk

zondag 24 november 2024

Stelt u zich eens voor dat u ergens de weg zoekt en uw telefoon doet het niet. U spreekt iemand aan en diegene geeft u een ingewikkelde routebeschrijving. Het blijkt wel: de weg is moeilijk te vinden. U verzucht: ‘Hoe ga ik dat ooit vinden...?’ Dan biedt die persoon aan om zelf met U mee te gaan en U de weg te wijzen...

Het lijkt me geen moeilijke keuze. We kiezen ervoor om samen te gaan en zeker weten bij onze bestemming te komen. De Ander kent tenslotte de weg.

Toch zien we in de spirituele gesteldheid van de wereld zomaar wat anders. Mensen lopen toch alleen. Of ze tekenen zelf een uitgebreid en ingewikkelde kaart om op weg te gaan. Ze nemen een gids in de arm die zegt de weg te kennen, maar uiteindelijk uit is op geld, macht of wat anders.

DIA 3


Wij kennen De Gids die met ons meeloopt. Hij weet de weg, is de weg zelfs. De centrale verzen voor deze preek zijn Johannes 14,6 en 7. We denken na over die verzen vanuit zondag 47, de eerste bede van het onze Vader – ‘laat Uw naam geheiligd worden’. We lezen de verzen uit Johannes nog een keer:


Jezus zei: ‘Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door Mij. Als jullie Mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie Hem, want jullie hebben Hem zelf gezien.’

Johannes 14,6-7


Tijdens deze preek staan we eerst stil bij die eerste bede – wat bidden we eigenlijk? Vervolgens kijken we naar hoe God die eerste bede verhoort. Tenslotte staan we stil bij onze eigen weg die het bidden van die eerste bede ons voor ogen stelt. Het thema van deze dienst is:

DIA 4


U KENNEN, UIT EN TOT U LEVEN

We zingen dat lied ook na de preek. We staan stil bij de drie elementen die ik net ook noemde:

#1. Wat we bidden

#2. Verhoring

#3. Onze weg

DIA 5


Wat bidden we als we zeggen ‘laat Uw naam geheiligd worden?’


#1. Wat we bidden: ‘Laat Uzelf kennen’

Wanneer we bidden 'Laat Uw naam geheiligd worden,' vragen we in de eerste plaats dat God Zichzelf openbaart. Het begint niet bij onze daden, maar bij wie God is.


Wat bidden we nu eigenlijk wanneer we zeggen: ‘Laat Uw naam geheiligd worden.’ Ja, het gaat om heiliging en dus het eren van Gods naam. Maarja, hoe wordt Gods naam door ons geëerd? Best kans dat je daarbij direct denkt aan ons doen en laten. ‘Heer, laat Uw naam door mijn daden geheiligd worden.’ Wanneer je die eerste bede zo bidt, legt het de spreekwoordelijke bal wel heel snel bij ons eigen leven neer.

DIA 6 | ZWART


Het is opvallend dat antwoord 122 daar juist niet begint. Het gaat in de eerste plaats om het kennen van God. Kennen is daarbij natuurlijk meer dan ‘veel weten over’. Het is het relationele kennen van onze hemelse Vader. Daarom lazen we ook zondag 46. De kinderlijke bewondering en het kinderlijke vertrouwen op God als onze Vader, dát vormt de basis voor de eerste bede van het Onze Vader. Die bede zou je dus ook zo kunnen verwoorden: ‘Heer, leer mij U kennen!’


Het is als vragen die we ook elkaar kunnen stellen: ‘Vertel me eens wat over jezelf (?)! Wil je mij je levensverhaal vertellen? Wie ben je?’ Je bent afhankelijk van dat de ander zich prijsgeeft, zich openstelt voor je. Nu zit daar in menselijke relaties een bijzondere dynamiek in. Namelijk deze: je leert iemand pas echt kennen als je bereid bent jezelf te geven aan de ander. Een relatie komt pas tot stand als beiden zichzelf geven.


In dat voorbeeld van vragen die we elkaar kunnen stellen: als ik vraag naar iemands levensverhaal en stoïcijns luister, aantekeningen maak, afstandelijk en kil blijf... daar gaat geen relatie en geen diepgang plaatsvinden. Als we dus bidden: ‘Laat Uw naam geheiligd worden, leer mij U kennen,’ dan zijn er twee dingen nodig. Dat God Zichzelf aan ons geeft én dat wij ons aan God geven, ons openstellen.

DIA 7 | #1


Als we dus bidden ‘laat Uw naam geheiligd worden’ vragen we God allereerst Zelf: ‘Heer, wilt U Zelf zorgendat ik U leer kennen.’ Het is niet in de eerste plaats een indirecte oproep aan onszelf om God meer te zoeken. Nee, het is echt het gebed aan God: ‘Maak Zelfin mij realiteit wat U van mij vraagt! Laat Uzelf kennen!’ Maar het is niet enkel een gebed voor mezelf. Nee, het gebed dat Jezus ons leerde heet niet het ‘Mijn Vader’ maar het ‘Onze Vader’. Het is een gebed voor ons als gemeente, zelfs voor de mensheid samen.


Lieve broer, lieve zus, we hebben een onmetelijk goede God, die dat gebed verhoort!

DIA 8 | #2


#2. Verhoring: Christus als weg, waarheid en leven

God heeft dit gebed al verhoord in Jezus Christus, de Zoon van God. Maar we bidden het nog steeds, omdat God het ook in ons leven van elke dag wil blijven vervullen.


God heeft dit gebed al verhoord. Want onze hemelse Vader heeft zich ten volle laten kennen door Zijn Zoon. Dat is wat Jezus zegt in Johannes 14,9: “Wie mij gezien heeft, heeft de Vader gezien.” Onze Here Jezus Christus is God in het vlees verschenen. Hij is één met Zijn Vader. Dus wie God de Vader wil kennen kan dat alleen door de Zoon. Onze Heer zegt het zelf: “Niemand kan bij de Vader komen dan door mij” (Jh. 14,6b). Natuurlijk is ons kennen als mensen beperkt. We kunnen God in dit leven in elk geval niet volledig kennen. Het is de vraag of we, als geschapen mensen, ooit de Schepper ten volle zouden kunnen kennen. Maar dat neemt niet weg dat Jezus Christus de volle openbaring van God zelf is.

DIA 9 | ZWART


Dat betekent overigens niet dat Vader en Zoon dus één en dezelfde persoon zijn. Nee, Jezus Christus laat ons zien Wie onze Drie-Ene God in wezen is. Hij is in die zin niet anders dan de Vader. Vader en Zoon zijn gelijk in hun liefde, in hun almacht, hun goedheid... heel dat rijtje dat de Catechismus noemt. Ze lijken als twee druppels water op elkaar in hun doen en laten. Maar wie de Vader wil kennen, kan dat alleen via de Zoon. Daarom noemt Jezus zich met die IK BEN-uitspraak ook de weg, de waarheid en het leven.


De 7 IK BEN-uitspraken van onze Here Jezus in het Johannesevangelie verwijzen direct naar de Godsnaam – JaHWeH. Zo leert onze Here Jezus ons dus wie God in wezen is. Zoals God zich aan Mozes bekendmaakte bij de brandende braamstruik,[3] zo maakt Jezus Christus Zich bekend als God door die IK BEN-uitspraken.

DIA 10


Willen we dus weten wie God is, dan moeten we naar Jezus Christus kijken. “Niemand heeft ooit God gezien, maar de enige Zoon, die zelf God is, die aan het hart van de Vader rust, heeft Hem doen kennen” (Jh. 1,18). Daar begint Johannes Zijn evangelie mee. En hier maakt Jezus duidelijk hoe dat werkt. Hoe? Daarvoor kijken we naar het moment waarop Hij dit zegt.


Hiervoor heeft Jezus de voeten van Zijn leerlingen gewassen. Judas Iskariot is met die gewassen voeten vertrokken. Hij zal Jezus diezelfde avond verraden, waarop Jezus zal worden uitgeleverd. Zodra Judas is vertrokken zegt Jezus tegen de andere leerlingen:

DIA 11


Nu is de grootheid van de Mensenzoon zichtbaar geworden, en door Hem de grootheid van God.

Johannes 13,31


En spreekt onze Here Jezus zijn laatste woorden tot zijn leerlingen (Jh. 13,31 – 16,33) en bidt Hij voor hen (Jh. 17). Daarna wordt Hij uitgeleverd.


Wat daarin opvalt: in de donkerste periode van zijn leven zegt Jezus dat Hij de weg, de waarheid en het leven is. Juist in die duisternis, die uitloopt op Golgotha, zal Hij laten zien wie God in wezen is! Van de week las ik: “Golgotha is de ultieme plek van diepste duisternis waar Gods heerlijkheid het helderst scheen”.[4]

DIA 12 | #2


Zo verhoort God ons gebed in de eerste plaats, wanneer we bidden om de heiliging van Zijn naam. Hij maakt zich aan ons bekend door zijn Zoon Jezus Christus. Bovendien hebben we in de evangeliën vier perspectieven op Wie Hij is en hoe Hij met mensen omgaat. Als we bidden of God Zijn naam wil heiligen, dan leert God ons door Zijn Geest steeds meer om op Jezus Christus te zien. Zo wijst Hij ons de weg.

DIA 13 | #3


#3. Onze weg: Jezus Christus kennen

Onze geloofsweg begint dus bij het leren kennen van onze Here Jezus. Daarvoor mogen we telkens weer naar de Bijbel toe en ons afvragen: ‘Wie was Hij? Hoe ging Hij met mensen om? Wat vertelt Hij ons over het leven? Hoe leeft Hij zelf zijn leven?’ We lezen andere teksten met het oog op Hem – Christocentrisch. Het wonderlijke aan Bijbellezen is dat je daarin keer op keer weer op nieuwe dingen wordt gewezen. Het is de Geest die dat doet, door Gods levende woord, waar Jezus Christus de ziel van is. Dat is precies ook waar we om bidden met die eerste bede uit het Onze Vader.

DIA 14 | ZWART


Maar we leren ook onze Heer volgen als we in ons eigen leven Zijn weg meelopen. Zijn weg is ook de waarheid en het leven, dat ons naar de Vader leidt. Van die weg, waarheid en leven moeten we niet te veel aparte categorieën van maken. Jezus benoemt ze als de manieren waardoor een mens tot de Vader komt, maar ze zijn verenigd in Hem. Verenigd in Hem, de enige door Wie we de Vader echt leren kennen.


Jezus is de weg, dat wil zeggen: Zijn manier van leven laat de ‘route’ naar God zien. Hij is niet zomaar een profeet, een wijze, een goeroe die je vertelt hoe je moet leven. Nee, Hij is Zelf de manier om tot God te komen. Alleen door Zijn verlossende werk is dat mogelijk. Alleen door dat in afhankelijkheid, vertrouwen en verwondering aan te nemen uit genade.


Concreet betekent dat dus dat we vechten tegen alle hoogmoed van het ‘beter zijn’ dan een ander. We staan allemaal met lege handen om Gods genade te ontvangen.


Onze Here Jezus is de waarheid, dat wil zeggen: Hij windt er geen doekjes om, verzacht de waarheid niet. De enige manier om bij God te komen is door Jezus Christus, door Zijn redding door Zijn onderwijs, door Zijn manier van leven. Elke andere weg loopt dood. Zijn leven, lijden, sterven en opstanding laten zien hoe het leven werkt. Ons leven met Hem vraagt om zelfverloochening, bekering, om zelfgevende liefde.


Concreet betekent dat dan dat we alles in het werk stellen om een ander te vergeven. Ook als diegene het misschien niet verdient. Wij verdienen Gods vergeving ook niet, maar het wordt ons om niet gegeven, omwille van Jezus Christus.


En onze Heer is het leven, dat wil zeggen: het leven is niet buiten Hem om verkrijgbaar. Onze God is de bron van het leven. Wie God verlaat, verlaat het leven zelf. Dan blijft enkel de dood over.


Concreet betekent dit dat we ons leven telkens proberen te leven met Hem. We betrekken Hem in onze keuzes, in alles wat we doen en nalaten. Want wat niet bij Hem hoort, hoort bij de gebrokenheid, de zonde, de dood.


Zo volgen we onze Here Jezus op de weg die Hij ging. Een smalle weg, een weg die loopt via het kruis, naar Gods heerlijkheid. Een weg van bekering en zelfgevende liefde, in navolging van Jezus Christus. Een weg waar soms in de duisternis Gods heerlijkheid helderder schijnt dan we hadden kunnen bedenken. Dat is de weg, de waarheid en het leven dat Jezus Christus ons leert door Zijn eigen levensweg.

DIA 15 | TITELDIA


Zo kan het toch klinken als een ingewikkelde routekaart die we zelf moeten volgen. Maar dat is niet het geval. Onze Heer gaat met ons mee. Hij leidt ons door Zijn Woord en Geest. Hij wil een relatie met ons – met u en jou. Daarvoor is het nodig dat wij ook onszelf aan Hem geven. Want Hij wil zichzelf aan ons geven. Hij wil door Zijn Geest Zelf in ons hart doen wat Hij van ons vraagt: ‘Laat Uw naam geheiligd worden’. Hem kennen, uit en tot Hem leven, dat doet Hij Zelf, door Zijn Geest, in het hart van ieder die Hem erom bidt.


AMEN

Deze preek in een dienst lezen?

Als je hieronder je contactgegevens invult dan stuur ik de presentatie, liturgie en preek met klikmomenten zo snel mogelijk op.

bottom of page