Psalmen
On the Road Again
Psalm 25,4-7 | Jeugddienst
Serie:
Almkerk-Werkendam
zondag 13 november 2022
Heer wijs mij Uw weg. Echt een nummer dat past bij het thema van deze dienst: On the Road Again. Daar staan we samen bij stil: hoe ben je op weg met God? En hoe pak je de draad weer op, als dat nodig is?
Bij de voorbereiding moest ik terugdenken aan autopech die ik tijdens mijn jeugd ooit met ons gezin heb gehad. Onderweg naar vakantie in Frankrijk. Maar bij de zoveelste heuvel in België ging die auto wel erg langzaam de berg op… Dus wij naar een garage. Mijn ouders in het Frans uitleggen wat er aan de hand was.
[DIA 3]
Wat bleek uiteindelijk: de turbowas kapot (volgens mij is dit een turbo, toch?). Goed, nu moet je mij geen technische vragen over auto’s stellen… Maar met een kapotte turbo kom je in België dus de heuvel niet op. Laat staan dat je in Frankrijk de bergen op komt. Ik weet nog dat mijn ouders met ons bespraken: ‘Wat gaan we doen? Stoppen en terug naar huis? Of hier wachten op de reparatie?’ Uiteindelijk gingen we terug naar huis. We vertrokken een paar dagen later met een gerepareerde auto.
Misschien is het voor jou wel een passende metafoor voor je geloof.
[DIA 4]
De coronapandemie heeft de kerk behoorlijk op de kop gezet. In het begin waren er nog veel initiatieven om het geloof te voeden. Volgens mij hebben veel van jullie best veel gehad aan de Beamdiensten bijvoorbeeld. Maar die zijn gestopt. En dan kom je weer bij ons in de kerk… en hoe voelt dat dan? Misschien wel als een stapje terug. Of als iets wat een stuk minder aanspreekt. Je komt als het ware steeds moeilijker de geloofsheuvel op. En je vraagt je af: ‘Hoe ga ik verder? Wil ik verder? Kan ik er niet beter mee stoppen?’
[DIA 5 – ZWART]
[DIA 6]
Tijdens deze dienst hoop ik dat je je geloof als het ware even in de garage laat nakijken. Je kijkt zelf mee en luistert naar advies. Daarmee hoop ik dat je ‘geloofsmotor’ weer op volle toeren gaat werken. Of die er nu misschien bijna mee ophoudt, of dat ‘ie het nog goed doet maakt daarvoor niet uit. Ik wil je daarvoor in deze preek twee gedachten meegeven:
[DIA 7]
De eerste gaat over hoe God over jou denkt.
De tweede gaat over hoe je op weg gaat en blijft met God.
Hopelijk kun je daarmee weer verder op weg in het geloof. On the road again dus.
[DIA 8]
ON THE ROAD AGAIN
We staan stil bij Psalm 25. Als je die Psalm van David leest – ik weet niet of het je is opgevallen – maar die Psalm gaat op en neer.
[DIA 9]
Aan het begin van de Psalm lijkt David vol vertrouwen op God. Hij kan zelfs zeggen: “Aan wie in ontzag voor Hem leven, leert de HEER de rechte weg te kiezen. Hun leven verloopt in voorspoed…” (Psalm 25,12-13a, NBV21) maar een paar verzen verderop zegt hij:
[DIA 10]
“Mijn hart is vol van angst… Zie mij in mijn nood, in mijn ellende” (Psalm 25,17-18, NBV21). Als je Davids leven een beetje kent dan weet je: zijn leven ging inderdaad op en neer. Hij had tegenslagen. Hij had ook grote zonden.
[DIA 11]
David schrijft in vers 7: “Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd…” (Psalm 25,7). Voordat je dat gelijk naar je eigen leven trekt: Bijzonder hè, dat David dat zo schrijft. Koning David, de man naar Gods hart… Misschien is David wat op leeftijd gekomen… en dan schrijft hij zo’n gedicht, zo’n gebed. ‘Denk niet aan de zonden uit mijn jeugd…’ Dat hoor ik vandaag de dag niet veel mensen zeggen. Misschien herken je het eerder dat er over de zonden van de jeugd van vandaag gepraat wordt. Maar David doet dat anders: Hij begint bij zichzelf! En David vraagt God: ‘Heer, denk alstublieft niet terug aan mijn fouten en misstappen die ik in mijn jonge jaren heb gemaakt…’
[DIA 12]
Dan is de vraag: Hoe denkt God over jou? Wat is het eerste dat zogezegd ‘in God opkomt’ als Hij aan jou denkt?
[…]
Wat denk jij dat het eerste is waar God aan denkt als hij aan jou denkt? Denkt Hij aan een bepaalde zonde? Denkt Hij: ‘Daar komt ‘ie, daar komt ze weer aan hoor… Als het moeilijk wordt, dan weten ze me te vinden. Maar als het goed gaat dan zijn ze me zo weer vergeten…’
[DIA 13 – ZWART]
Laat me je dan verzekeren van Gods genade: Het eerste dat God denkt als Hij aan Zijn kinderen denkt zijn gedachten van liefde, niet van oordeel. David bidt daarom in vers 7: “…denk in liefde aan mij…” Maar in onze Here Jezus is dat gebed vervuld voor mensen van wie Gods houdt! God denkt in liefde aan jou, omdat Hij aan jou denkt in Jezus. In Jezus denkt God aan zijn barmhartigheid – dat is: Zijn warmhartigheid, Zijn medeleven. Als jij gelooft, als jij daarop vertrouwt opJezus, dan ben je één met Jezus. Denk daarbij maar aan de gelijkenis van de verloren zoon: ‘De Vader staat met open armen en zonder ook maar één verwijtend woord te wachten…’ Geloof dat. Vertrouw daarop!
[DIA 14]
Wat roept dat bij je op, als ik het heb over geloven, over vertrouwen op Jezus. Misschien roept het weinig op. ‘Geloven. Best duidelijk toch?’ Maar het kan ook iets oproepen van: ‘Geloven vind ik moeilijk. Ik heb het gevoel dat ik daarin tekortschiet. Dat mijn geloof niet goed genoeg is.’ Ons geloof gaat vaak net zo op en neer als dat van David. Dat brengt me bij de tweede gedachte van deze preek: ‘Hoe ga en blijf je op weg met God?’
[DIA 15]
Hoe ga en blijf je op weg met God?
Ik wil eerst even terugkomen op dat gevoel van tekortschieten.
[DIA 16]
Want je kan het gevoel hebben dat je daarin alleen staat. We leven in een tijd waar de schone schijn vaak opgehouden wordt; we doen ons mooier voor dan het in werkelijkheid is. En soms doen we daar in de kerk aan mee. Misschien heb je wel het idee van je ouders, van ouderlingen of van mij als predikant dat we een soort supergelovigezijn. Maar ook ik twijfel. Ook mijn geloof is een aangevochten geloof. Ik heb het daarbij nodig om iedere keer weer bij God terug te komen. En ja, ik heb ook soms het gevoel dat mijn geloof niet goed genoeg is, dat ik tekortschiet.
Renske geeft jullie zo een heleboel praktische tips om met God op weg te blijven. Maar ik wil juist dat gevoel van tekortschieten hier bespreekbaar maken.
[DIA 17]
Want in vers 8 belijdt David over God: “…Hij wijst zondaars de weg, 9wie nederig zijn leidt Hij in het rechte spoor, Hij leert hun zijn paden te gaan.” Dat lijkt misschien niet zo bijzonder… maar laat me dat uitleggen. Want hier veegt David zondaars en nederige mensen op één hoop. Maar wie zondigt is toch niet nederig? Nee, niet automatisch. Maar wie van zichzelf weet dat hij of zij zondigt, maar tóch God wil volgen en vertrouwen, die is wel nederig! Nederige zondaars, zegmaar.
[DIA 18]
Nederige zondaars. Dat zijn mensen die het niet zo snel over de zonden en fouten van een ander hebben. Ze kijken vooral eerst in de spiegel, naar zichzelf. Zoals David in deze Psalm. Aan dat soort mensen wijst God Zijn weg!
Hij geeft Zijn Bijbel om je zijn manier van leven te leren. En God geeft langs jouw levensweg allerlei richtingwijzers.
Mensen die vertellen over God. Die je willen helpen gelovige keuzes te maken.
God geeft in onze gemeente super veel kansen om met geloof bezig te zijn. Kansen om erover te praten hoe jij je relatie met God kunt vormgeven – kerkdiensten, catechisatie, verenigingen, ouderlingen, pastoraal medewerkers, een predikant, ouders, gelovige vrienden…
[DIA 19]
On the road again
Zie je: God geeft je gigantisch veel mogelijkheden. En Hij vraagt jou om te kiezen. Want de weg wijzen, dat doet God. Hij helpt je door Zijn Geest om de juiste richting te vinden en om vol te houden, om te blijven lopen! Denk aan dat gedicht: Voetstappen in het zand.
Daarvoor geeft God ons ook aan elkaar.
Alleen kiezen…
op weg gaan…
dat moet je zelf doen.
En Hij gaat mee
AMEN