Ruth
Liefde werkt!
Ruth 1
Serie:
Almkerk-Werkendam
zondag 8 augustus 2021
Er is een raadseltje, waar ik deze preek graag mee wil beginnen. Het is niet heel moeilijk, misschien ken je hem al:
Wat is het enige dat meer wordt als je het weggeeft?
Liefde.
Liefde, zoals de Bijbel het ons leert dan.
Liefde groeit als je het deelt.
Bij liefde moet je dan niet denken aan alleen romantische liefde. Nee, het gaat over alle vormen van liefde.
Maar over liefde wordt heel verschillend gedacht.
Want wat is liefde eigenlijk?
Een diep gevoel? Verlangen naar elkaar, elkaar missen als je niet bij elkaar bent?
Iemand lief vinden?
Dat is allemaal niet waar de Bijbel bij begint als het over liefde gaat.
Ik hoop de komende weken het boek Ruth boek door te preken. In deze eerste preek hebben we het dus allereerst over wat volgens de Bijbel liefde is. Dat zie je in dit eerste hoofdstuk van Ruth. Liefde tussen een schoonmoeder en haar schoondochter.
Allereerst wat over het Bijbelboek. Het boek is opgebouwd als een kort verhaal, met vier delen met omheen een opening en een slot. De opening en het slot zijn erg kort en feitelijk. De vier hoofdstukken vertellen alle vier een deel van het verhaal. Daarbij is veel aandacht voor de gesprekken die worden gevoerd.
Omdat het een Hebreeuws verhaal is, is het moeilijk om één duidelijk thema aan te wijzen. Liefde is een belangrijk thema in het boek. Maar het boek is ook een getuigenis van Gods zegen en leiding door het lijden van Noömi heen. Een getuigenis ook, van hoe God Zijn plan soeverein voltrekt. Want Ruth staat in de familielijn van koning David. En daarmee in de familielijn van Jezus Christus zelf!
Maargoed, in deze eerste preek dus allereerst aandacht voor die vraag: ‘Wat is liefde?’ Wat dit eerste hoofdstuk van Ruth ons daarover leert is:
LIEFDE WERKT
Dat is ook het thema voor deze preek.
Liefde heeft allereerst alles te maken met Relatie. Bijbels gezegd: met het verbond!
Liefde heeft dus allereerst alles te maken met #1. Relatie. Dat wil zeggen met verbond. Of breder gezegd, met verbinding. Dat zie je allereerst terug in dit verhaal.
#1. Relatie
Je ziet het bij Orpa en Ruth.
Na het eerste aandringen van hun schoonmoeder om terug te gaan naar Moab, antwoorden ze:
“Maar we willen met ú terugkeren naar uw volk!” (Ruth 1,10). Ze willen hun schoonmoeder niet alleen laten. Ze weten zich aan haar verbonden, ook al is hun man overleden. Je ziet hoe sterk de verbinding tussen schoonmoeder en schoondochter kan groeien. Wie van ons zou dat van zijn schoonfamilie, de kouwe kant denken? Maar voor Orpa en Ruth is het niet de kouwe kant. Nee, hun levens zijn in de verstreken tien jaar sterk met hun schoonmoeder vergroeid. Het doet hen wat, hoe de toekomst van hun schoonmoeder eruit zal zien.
Je ziet de kracht van de relatie, van de verbinding ook bij Noömi.
Dat is wel wat verborgen achter haar bitterheid en verdriet. Maar het zit er zeker. Noömi draagt veel zorg voor haar schoondochters, ook in haar verdriet nog. Ze is ervan overtuigd: ‘Als Orpa en Ruth met mij meegaan, dan hebben ze alleen maar rottigheid voor de boeg.’ Noömi ziet geen blije toekomst voor zichzelf. Zonder kinderen, zonder man, was het leven voor een vrouw zwaar. Ja, er was wel een soort van sociaal vangnet in Israël, maar het was geen vetpot. De verantwoordelijkheid die Noömi ziet vanuit haar schoonmoeder – schoondochter relatie, brengt haar tot dat aandringen: ‘Ga toch terug naar Moab, dan heb je nog een toekomst!’
Maar de liefde en het geloof van Ruth
steekt er in dit verhaal natuurlijk met kop en schouders bovenuit. Een Moabitisch meisje; ze zal hoogstens ergens achter in de twintig zijn geweest. Maar Ruth geeft zichzelf aan Noömi, vóór Noömi. Het Hebreeuws zegt letterlijk: ze bleef gehecht aan Noömi. Zoals ook een man en vrouw zich losmaken van hun ouders en zich hechten aan elkaar. Ruth had zich aan haar man Machlon (4,10) gehecht, en daarmee ook aan haar schoonmoeder Noömi. En ze spreekt dat uit met prachtige toewijding: “Waar u gaat, zal ik gaan, waar u slaapt, zal ik slapen; uw volk is mijn volk en uw God is mijn God. 17 Waar u sterft, zal ook ik sterven, en daar zal ik begraven worden. De heer is mijn getuige: alleen de dood zal mij van u scheiden!’”
Ruth handelt uit de liefde, die ze in de God van Israël, ónze God, heeft leren kennen!
Daarom wijst die liefde van Ruth hier in het bijzonder naar Gods liefde en trouw aan ons.
Liefde werkt in de relatie, in het verbond. Want liefde betekent dat je je aan elkaar verbonden weet, ook als het moeilijk wordt. Hoeveel te meer heeft God ons dat laten zien. We waren totaal van Hem vervreemd. Hij had bij Zijn schepping weg kunnen lopen… maar Hij deed het tegenovergestelde! Want Hij sloot lang geleden een verbond, met Abraham, met Israël, en ja, ook met ons! HÍj houdt de relatie met Hem in stand!
Ja, liefde werkt in de relatie, door te Doen.
#2. Doen
De vraag ‘Wat is liefde?’ houdt veel mensen bezig. Het is gigantisch moeilijk te definiëren. Als je erop Googelt, dan kom je onder andere termen tegen als ‘veiligheid’, en ‘geborgenheid’. Of je vind vooral artikelen die te maken hebben met romantische liefde. Maar liefde is veel meer dan dat. Maar als je naar de Bijbelse liefde hier in Ruth kijkt, dan zie je: liefde is meer dan een gevoel. Een gevoel van liefde, zonder dat het zich uit, is eigenlijk maar halve liefde. Dat betekent niet dat het gevoel bij liefde onbelangrijk is. Integendeel! Het gevoel dat bij liefde hoort, is juist heel sterk. Zo sterk, dat het je aanzet om ernaar te handelen.
Sommige mensen zeggen wel: ‘Liefde is een werkwoord.’ Goed, het woord ‘Liefde’ is technisch gezien gewoon een zelfstandig naamwoord. Maar inhoudelijk klopt het helemaal! Liefde moet je doen! Liefde wérkt voor de ander. Liefde zit niet stil. Liefde is niet alleen diep doorleefd gevoel. Liefde strekt zich uit naar de ander. Liefde spant zich in voor de ander. De ander in nood. Het is prachtig hoe je dat ziet gebeuren tussen Noömi en Ruth.
Noömi spant zich in voor Ruths dreigende nood: het gebrek aan kinderen, hoop en toekomst. En Ruth spant zich in voor Noömi’s nood: haar eenzaamheid.
Want Noömi had jaren in Moab gewoond. Als ze terugkeert naar Bethlehem wordt ze weliswaar herkend, maar dat zegt niet veel. Moab was de vijand van Israël. Maar haar vlucht naar Moab was niet alleen een gevaarlijke vlucht. Noömi riskeerde daarmee ook om in het vervolg met de nek te worden aangekeken. Haar vlucht bracht schaamte met zich mee. […] Maar Ruth gaat met haar mee. Ze laat zich niet weerhouden door de bitterheid van Noömi.
Als je je daarin inleeft: wonderlijk is het, wat Ruth hier doet! Mensen die door hun verdriet bitter zijn… dat zijn meestal niet de gezelligste mensen. Ze zijn niet in staat om veel terug te geven. In ons Bijbelgedeelte blijkt het zelfs uit Noömi’s woorden; ze dringt erop aan: ‘Laten jullie me ook maar in de steek. Dat heeft de Here God tenslotte ook al gedaan.’ (1,13)
Maar Ruth kijkt voorbij aan de bitterheid van haar schoonmoeder.
Kun jij dat? De nood van iemand achter de bitterheid zien? Persoonlijk merk ik: het is gemakkelijker om te stoppen bij de bitterheid. Om de bitterheid te zien – of dat die bitterheid op jezelf gericht wordt – en dan te denken: ‘Als het zo moet, zoek het dán maar zelf uit!’ Maar lieve broers en zussen, achter alle bitterheid zit pijn. Zit lijden. Zit verdriet. Laten we er daarom geduld mee hebben en doorvragen naar de pijn en het verdriet er achter.
Zó Doen, zo handelen, dát is liefde die werkt.
Geen liefde die begint met een gevoel van wederzijdse verbondenheid. Maar liefde die een keuze is.
#3. Een keuze
Wat dat ís liefde. Liefde is een keuze, misschien moet ik zeggen: een besluit.
Liefde is een keuze. Laat die eens even landen. Kauw er even op, als het ware. Want hij kan vanzelfsprekend klinken, maar dat is hij totaal niet. Maar, liefde is een keuze! […]
Merk je hoe dat ingaat tegen onze cultuur? Die cultuur van liefde is een gevoel dat komt… en gaat? En dan moet je niet alleen naar huwelijken kijken, maar ook naar vriendschappen, soms zelfs families, en ook gemeentes. Als we elkaar niet liggen, als we elkaar kwetsen, als we het niet meer voelen… dan is daar ‘helaas niets aan te doen.’
Lieve broers en zussen. De Bijbel gaat daar dwars tegenin! Kijk maar naar Ruth. Ze heeft best goede opties om te kiezen. Terug naar het huis van haar moeder. Een nieuw huwelijk. Hoop op kinderen, een toekomst, een goeie oude dag.
Want kinderen had je toen echt nodig. Als je zelf niet meer kon werken, als je ziek werd. Dan was er geen verzekering, geen verzorgingstehuizen. Je kinderen, daar moest je het van hebben. Maar uit alle opties die Ruth heeft, kiest ze een onaantrekkelijke optie: weg uit haar thuisland. Weg bij haar familie. Mee met haar schoonmoeder, bitter als ze is. Zie kiest een bedelaarsbestaan. Op naar een land dat ze niet kent, waarvan ze niet weet wat ze kan verwachten.
Ruth geeft haar leven voor Noömi. Niet dat ze direct het leven verliest, maar Ruth stelt het in dienst van Noömi. Het wijst vooruit naar onze Here Jezus die Zijn leven in onze dienst stelde! Nog veel meer, veel overvloediger dan Ruth ooit kon doen. God nam Zijn besluit om ons lief te hebben, toen Hij ons schiep. God besloot tot het uiterste te gaan, door Zijn Zoon te geven voor ons leven! En zonder het te weten, doet Ruth hier hetzelfde. Ze doet het uiterste wat ze hier kan doen.
Het stelt u, jou en mij voor de vraag: ‘Wat is het uiterste dat ik kan doen? Hoe kan ik een Ruth zijn voor een Noömi in mijn omgeving?’ […] Zo komt hier in het Oude Testament, in dat kleine boekje, direct een grote vraag van ons geloof op ons af: ‘Hoe kan ik Jezus Christus navolgen? Wat kan ik doen?’
Het is een grote en moeilijke vraag. Een levensvraag, die nooit af is. Een vraag waar je zogezegd ‘vriendschap mee moet sluiten’. Het einde van het antwoord is niet in zicht. Maar het begint met een keuze.
We hebben een Bijbel vol met verhalen die ons inspireren bij die keuze om te leven uit liefde.
Bovendien een Bijbel vol met één groot, overkoepelend verhaal van Gods liefde! Gods verhaal dat ons vertelt dat het God zij dank niet afhangt van onze liefde, van ons doen, van onze keuzes!
Want dat is heel indrukwekkend aan dit Bijbelboek. Je ziet hoe God verder gaat met Zijn plan. Middenin de tijd van de Rechters… een tijd van spirituele zwakte van Israël… Juist in die periode lezen we hoe God bezig is om de juiste personen op de juiste plek te brengen. Want zonder hongersnood waren Elimelech en Noömi nooit naar Moab gegaan. Was Ruth nooit in beeld gekomen, en had ze uiteindelijk nooit Boaz ontmoet. […] Nee, dat wil niet zeggen dat we alle pijn en het lijden in dit verhaal begrijpen, of daar vrede mee hebben.
Het verzekert ons ervan: God heeft Zijn doel en daar werkt Hij voortdurend aan! Gods liefde werkt de hele tijd door. Vanaf het begin tot het eind. Want God wil uw en jouw relatie met Hem herstellen. Hij wil Zijn kinderen bij Zich hebben.
Gods liefde werkt in en door Jezus Christus.
Besluit daarom ook zelf, kies er dáárom voor om Hem lief te hebben. Om bij Hem te schuilen. Dat geeft je geen garanties op geluk. Kijk maar naar Noömi. Maar het geeft wel garantie op veiligheid en geborgenheid, die dit leven overstijgt. Garantie, dat God bij je is, en dat je onderweg bent naar Hem toe.
AMEN