Ruth
Liefde op het eerste gezicht?
Ruth 2,8-13
Serie:
Almkerk-Werkendam
zondag 22 augustus 2021
Wanneer ik nieuwe mensen ontmoet, dan weet ik meestal vrij snel of ik ze mag of niet. Ik bedoel: ik weet behoorlijk snel of ik al dan niet met ze kan opschieten. Dat heeft natuurlijk niet alleen met die ander te maken. Het gaat om de klik tussen twee persoonlijkheden.
Waarschijnlijk herken je dat, dat je vrij snel weet: ‘Met hem of haar kan ik wel of niet opschieten’. Het is namelijk iets wat de meeste mensen automatisch doen. Het wordt ‘thin slicing’ genoemd. De onderzoeker Malcolm Gladwell toonde met zijn onderzoek aan dat in de eerste seconden van een ontmoeting je al een indruk van een ander vormt. En dan gaat het niet zozeer om die gedachten, die vooroordelen. Maar vooral om een soort onderbuikgevoel, de afweging: ‘Met deze persoon kan ik wel of niet opschieten.’
En zo’n eerste indruk is blijvend. Je komt er niet zomaar weer vanaf. En bijzonder: in de meeste gevallen klopt die eerste indruk.
Maar wanneer ik nieuwe mensen ontmoet, dan betrap ik mezelf ook regelmatig op van die gedachten. Vooroordelen. Niet altijd per se negatief, maar vooral een oordeel. ‘Je zult wel zo en zo zijn.’ ‘Hij zal wel van voetbal houden.’ ‘Ze besteed wel wat te veel aandacht aan haar uiterlijk.’ Goed, er is een grote kans dat je dat ook herkent. Want ook dit is iets heel menselijks. Maar je vooroordelen zeggen vaak vooral iets over jouzelf, hoe jij in het leven staat en naar anderen kijkt.
Vooroordelen. Die vielen me tijdens de voorbereiding van deze preek op in het Bijbelgedeelte. Ook daar gebeurt het. Niet allereerst door Boaz, maar door zijn voorman. Dat zie je in onze vertaling niet zo terug. Daar staat dat de voorman zegt: “[Ze is] hier al de hele dag, vanaf de vroege ochtend – ze heeft maar even gezeten.” Alleen sommige uitleggers denken – en ik ook – dat deze voorman ietsje minder vriendelijk is. Het zou ook kunnen dat we moeten lezen: ‘Hier heeft ze even rust van thuis.’ Of iets vrijer: ‘Ze heeft het zich hier een beetje gemakkelijk gemaakt.’
Je moet je indenken hoe het daar ging. De dag loopt tegen het einde van de ochtend. Boaz komt aan vanuit Bethlehem en ziet zijn voorman staan met iemand die hij niet kent. ‘Een nieuwe werkneemster misschien?’ Want Ruth staat waarschijnlijk nog te wachten op toestemming om langs de randen van het maaiveld te gaan om korenaren te verzamelen – dat is wat aren lezen is. Boaz hoort wat zijn voorman over haar te zeggen heeft. Ruth staat er maar bij, in afwachting van zijn oordeel. ‘Zou hij mij, een vreemdeling, een vluchteling uit vijandig gebied, toestemming geven?’
Soms vind ik het weleens jammer dat we deze verhalen al kennen. Want de spanning in dit verhaal loopt hier hoog op. Maar we kennen het vervolg. Boaz toont grote naastenliefde aan Ruth.
Of… is het meer? Zien we hier liefde op het eerste gezicht tussen Boaz en Ruth? Hoewel dat een verleidelijke gedachte is, is het erg onwaarschijnlijk. Boaz spreekt Ruth namelijk in vers 8 aan met ‘mijn dochter’. Dat vertelt ons iets over de verhouding. Boaz was waarschijnlijk van dezelfde generatie als Noömi. Er was dus een flink leeftijdsverschil tussen Boaz en Ruth. Geen liefde op het eerste gezicht dus…
Maar wel: Naastenliefde op het eerste gezicht
Dat is het thema voor deze preek.
Naastenliefde op het eerste gezicht
En dat is toch ook wel wat hier gebeurt. Boaz ziet Ruth en hij is direct royaal in wat hij zegt en doet. Daardoor voelt Ruth zich #1. Gezien.
#1. Gezien
De voorman, die het maaiwerk overziet, laat Ruth wachten om aren te lezen. We weten niet precies waarom. Waarschijnlijk is het niet aan hem om daar toestemming voor te geven. De oogst is tenslotte van Boaz. Het zal voor Ruth trouwens ook best spannend zijn geweest. De eerste dag aren lezen. Hoe zal ze worden gezien en behandeld? Ze is een vreemdeling, een vluchteling uit een vijandig land. Zouden ze haar wel accepteren?
Maar Boaz ontvangt haar bijzonder hartelijk! Wat een opluchting! ‘Blijf maar op deze akker,’ zegt Boaz. En meer nog: ‘Blijf dicht bij de vrouwen die voor mij werken.’ Dat houdt in: dan ben je veilig voor mannen die misbruik van je willen maken. Want het was gevaarlijk als vreemde vrouw, alleen in een open veld. Maar nee, een groep Judese vrouwen, die laten ze wel met rust. Niemand je iets doen als er anderen bij zijn.
Bovendien Ruth mag vrij drinken uit de kruiken met water dat al is geschept. Verderop staat dat Ruth ook haar lunch van Boaz krijgt. Dat scheelde Ruth uitzonderlijk veel tijd. Tijd die ze nu kan gebruiken om meer aren te rapen. Anders had ze zelf water moeten putten. Had ze zelf haar graan nog moeten roosteren, of op een lege maag moeten werken. Ruth krijgt – zogezegd – toegang tot de waterkoeler en de lunchruimte met gratis lunch in het bedrijf van Boaz. Ze wordt behandeld als een volwaardige werknemer!
Ja, Ruth wordt door Boaz gezien als een volwaardig persoon. Niet een vluchtelinge uit een vijandig land, maar behandeld alsof ze een werkneemster van Boaz is.
Het wijst ons een manier van omgaan met nieuwe mensen die we ontmoeten. Meer nog wijst het ons een manier van omgaan met vluchtelingen. Want Boaz handelt hier als een echte Israëliet, ja, als een echte volgeling van God. Boaz benadert Ruth, zoals God in Jezus Christus naar óns toekomt! Zachtmoedig, gastvrij en liefdevol. Onverwachte acceptatie en hartelijkheid.
Hoe doe jij, hoe doet U dat? Hoe kijk jij en denk jij over nieuwe mensen die je ontmoet? Hoe denk je over mensen die je op straat, of in de kerk tegenkomt? Hoe moeilijk is het om ze direct lief te hebben! Hoe moeilijk is het om mooie, goede gedachten over een ander te denken! Toch wijst God ons hier die weg, door de hartelijkheid van Boaz heen.
Dat je je naasten ziet zoals God u en jou ziet. Jezelf oefent in naastenliefde op het eerste gezicht. Daar is geen trucje voor, helaas. Nee, dit is een oefening baart kunst dingetje. Liefhebben leer je door lief te hebben. Maar ook: liefhebben leer je doordat jij zelf onvoorwaardelijk geliefd bent! Doordat je zelf gezien bent, door God
Boaz geeft Ruth dus het gevoel dat ze gezien is. Ruth is verbaasd: “Waaraan heb ik het te danken dat u zo goed voor mij bent?” En Boaz geeft antwoord: ‘Ik heb over je gehoord…’
#2. Gehoord
Er werd dus over Ruth en Noömi gepraat. Dat wil niet zeggen dat er alleen maar positieve dingen werden gezegd. Een verbitterde vrouw met een vluchteling… wie weet werden er wel grappen over hen gemaakt. In ieder geval gaat het als een lopend vuurtje door het dorp. Uit ervaring weet ik hoe snel een ‘nieuwtje’ zich door een dorp als Almkerk kan verspreiden. Binnen een paar uur weet het hele dorp wat er is gebeurd. Dat zal in Bethlehem niet anders zijn.
Maar Boaz heeft iets indrukwekkends gehoord. ‘Meer dan eens’ is hem vertelt over alles wat Ruth heeft gedaan. Boaz is uitvoerig ingelicht over Ruths liefde, over haar opofferingsgezindheid. Boaz had gehoord hoe Ruth alles wat ze kende, alles waar ze aan gehecht was had achtergelaten om een eenzame, verbitterde vrouw bij te staan. Boaz lijkt ervan onder de indruk.
Boaz heeft dus de positieve dingen over Ruth gehoord. Maar dat sluit niet uit dat er ook andere dingen over Ruth werden gezegd. Een paar keer wordt in dit hoofdstuk gezegd dat Boaz zijn werknemers opdraagt Ruth niet lastig te vallen. Ze mogen Ruth niets verwijten. Blijkbaar was het nodig dat hij dat zijn werknemers op het hart drukte. Het is goed in te denken dat er in het dorp ook negatief over Ruth en Noömi werd gesproken. Ze gingen over de tong.
Maar Boaz heeft vooral oor gehad voor het positieve verhaal. Hoe is dat bij jou, bij u? Wat hoor jij als er over mensen wordt gepraat? Het kan soms zomaar blijven plakken, als je iets negatiefs over een ander hoort. Het gaat je blik bepalen. Neem dan een voorbeeld aan Boaz. Heb oor voor de waardering, het positieve dat over mensen wordt gezegd.
Weet je…
het negatieve dat over een ander wordt gezegd…
dat zegt zoveel meer over de persoon die de woorden uitspreekt!
Maar dat brengt ons wel tot de vraag: wat zeg ik over een ander? Het kan je soms zomaar overkomen dat je het over een ander hebt, en iets zegt ten nadele van die persoon. Het gebeurt overal, door iedereen. We zijn mensen, en je zegt zomaar iets. Het is, voor mijzelf net als ieder ander, een strijd om positief te praten over mensen.
Ik schrik er dus niet zo van. Maar ik kan er wel fel om worden. Want het is.niet.oké. Je zou je moeten schamen! De ander over je tong laten gaan, zijn of haar reputatie naar beneden halen! Dat gaat toch regelrecht in tegen het 6e gebod?! Niet doodslaan betekent dat je in daden, woorden én gedachten zijn of haar leven voluit respecteert!
Ja, we zouden ons moeten schamen als we ons negatief uitlaten over een ander! Laten we ons oefenen in het opbouwen van het leven van de ander. Oefenen in het respecteren van de ander in daden, woorden én gedachten.
Ons inspannen, zodat er over iedereen het positieve en opbouwende wordt gehoord. Past dat niet bij het Gij geheel anders?
Ja, laten we ons zo inspannen om elkaar te steunen in het leven met en voor God. Want hoe mooi is het als je van iemand hoort: ‘Ik heb prachtige dingen over jou gehoord!’ Ja, dat bemoedigd!
#3. Bemoedigd
Zo wordt Ruth bemoedigd door Boaz. Prachtig hoe de nederigheid en bescheidenheid van Ruth in dit gedeelte klinkt. Boaz is goed voor haar, maar ze weet niet eens waarom: “Waaraan heb ik het te danken dat U zo goed voor mij bent?” Dat is toch niet normaal?
Nee, precies, het is niet normaal. Wij mensen kijken heel graag naar de verschillen. En ons christenen wordt nogal eens verweten dat we ons beter voelen dan de rest van de wereld. En ons vrijgemaakten… nouja… wij staan er misschien nóg wel meer om bekend. En dan kun je natuurlijk zeggen: ‘Ja, maar dat wordt maar gezegd…’ Maar dan zeg ik: ‘Ja, maar het komt ook ergens vandaan…’
En dat terwijl christen zijn precies het tegenovergestelde is van je beter voelen dan een ander. Christen zijn is juist erkennen: ‘Ik red het niet. Ik kom er zelf niet. Ik voldoe niet aan het ideaal. Here Jezus, dank U wel dat U voor mij leeft zoals God het vraagt.’ Wat zou het prachtig zijn als dat besef doorsijpelt in de samenleving! ‘Die christenen, dat zijn mensen waar je altijd terecht kunt, wat je ook op je kerfstok hebt. Er is daar liefde, hartelijkheid, gastvrijheid, ook als je het niet verdient.’
Want dat is toch het toppunt van bemoediging? Dat je gezien en gehoord wordt zoals je bent. Dat je niet iets hoeft te doen, te vinden of zelfs te geloven om in liefde te worden ontvangen.
Lieve broer, lieve zus,
Laten we ons daarop toeleggen, om elkaar te zien, het positieve te horen en elkaar te bemoedigen. Zeker nu we binnenkort waarschijnlijk weer steeds meer in het oude normaal kunnen samenkomen. Oefen jezelf maar eens om bij het zien van een ander, bekend of onbekend, bewust te denken: ‘Wat een prachtig, door God gemaakt mens.’
Doe dat vanuit je geloof in onze Here Jezus Christus. Want van Hem getuigt het leven van Boaz. Zonder het te weten is hij christelijk, een navolger van Jezus. Want onze Here Jezus heeft ons gezien in onze nood, in onze zonde. Hij heeft gehoord hoeveel liefde de Vader voor de mensheid heeft. En hij kwam meer doen dan ons bemoedigen. Hij heeft ons gered.
AMEN.
Bronnen
https://assertief.nl/eerste-indruk/ [19-8-2021].