top of page

Johannes

Léven vanuit het wonder

Johannes 5,14

Serie:

Zeven Wereldwonderen

Assen Marsdijk

zondag 2 februari 2025

Achtendertig jaar ligt die verlamde man daar, in het badhuis. Achtendertig jaar! Je gaat er misschien zomaar aan voorbij hoe ongelofelijk lange tijd dat is. Ik moet het nog worden. Achtendertig jaar – een half leven, zeker toen. Het is meer dan een generatie. Deze man heeft kinderen van jong tot volwassen zien opgroeien. Vanaf de zijlijn van het leven ziet hij toe hoe anderen verdergaan met hun leven. Verdergaan, terwijl hij stilzit in deze zuilengang.

Het moet een behoorlijk troosteloze aanblik zijn geweest, Betzata – ook Betesda genoemd. Troosteloos, omdat er zoveel verlamden, kreupelen en misvormden in de zuilengangen zitten af te wachten.

DIA 2 | ZUILENGANGEN


Misschien is het je opgevallen: het vierde vers in de Bijbeltekst ontbreekt in de lopende tekst van onze vertaling. Het staat in een voetnoot. Daarin staat de verklaring waarom deze mensen liggen af te wachten. Ze wachten tot het water in beweging komt.

DIA 3


Want eens in de zoveel tijd “daalde een engel van de Heer neer in het bad en die bracht het water in beweging. En wie het eerst in het bad was zodra het water was gaan bewegen, werd gezond, wat voor ziekte hij ook had” (Jh. 5,4).


Daar ligt deze man al achtendertig jaar op te wachten. Als komt Jezus voorbij, maar voor de verlamde is Hij een vreemde. De man heeft een lichamelijk gebrek, waarschijnlijk verlamd, want zijn genezing is in het weer kunnen opstaan.

DIA 4 | ZUILENGANGEN


Onwetend wie hem vraagt of hij gezond wil worden, wijst de verlamde naar het water. ‘Daar moet ik zijn, maar ik heb niemand die me helpt.’ Zijn hoop om door het water genezen te worden is het enige kader, de enige hoop geworden die deze verlamde heeft. Zijn wereld is heel klein geworden.

DIA 5 | ZWART


Zo klein, dat er haast geen ruimte voor Jezus lijkt. Want deze man spreekt en getuigt niet van vertrouwen op Jezus. Hij vertrouwt op dat bad, waar eens in de zoveel tijd een engel een kans op genezing biedt. Met die voor de hand liggende vraag die Jezus stelt, ontdekt Hij de verlamde aan zichzelf. Zijn wereld is klein geworden. Maar Jezus opent de wereld van deze verlamde opnieuw door hem te genezen.

DIA 6


Daar letten we op tijdens de preek. De tekst voor de preek is vers 14, waar staat: 


Later kwam Jezus hem tegen in de tempel en toen zei Hij tegen hem: ‘U bent nu gezond; zondig daarom niet meer, anders zal u iets ergers overkomen.’ 

Johannes 5,14


Jezus roept deze man op tot een léven vanuit het wonder.

DIA 7


Dat is het thema dat ik boven de preek heb gezet: 


LÉVEN VANUIT HET WONDER


We zoomen in op het wonder en op de zonde waar de man op wordt aangesproken. Als laatste punt letten we ook op die dreigende opmerking waar onze Here Jezus mee afsluit: “anders zal u iets ergers overkomen”. Na deze preek ben je aangespoord om te leven voor God vanuit dankbaarheid voor wat Hij heeft gedaan en nog altijd doet.

DIA 8


Dus:

#1. Het wonder

#2. De zonde

#3. …want anders?


Jezus is naar Jeruzalem gekomen terwijl daar een feest is. Voor de grote Joodse feesten kwamen er veel Joden naar Jeruzalem. Het was er dus druk. Jezus komt vanuit het Noorden en neemt de Noordoostelijke schaapspoort de stad in. Waarschijnlijk eerder dan de dag waarop hij deze verlamde geneest, want dat is een sabbat. Op de sabbat reisden de joden niet meer dan een steenworp afstand. Jezus gaat ten tijde van het feest dus de stad uit naar dit bad van Betzata. Niet veel mensen zullen dat hebben gedaan. Maar daar doet Jezus het wonder.

DIA 9


#1. Het wonder

Bij heel veel wonderen doet onze Here Jezus een beroep op het geloof van de ontvanger. Daar hadden we het vorige keer nog over: de hoveling moet vertrouwen, moet geloven voordat hij ziet. Geloven óm te zien. Maar hier geneest Jezus voordat er sprake of blijk van geloof is.

DIA 10 | ZWART


Jezus doet geen beroep op het geloof van de verlamde. Hij vraagt alleen die hele voor de hand liggende vraag: wilt u gezond worden. Onze Heer vraagt het terwijl hij wéét dat deze man al 38 jaar verlamd is. Uit het antwoord van de verlamde blijkt: zijn wereld is heel klein geworden in die 38 jaar. Zo klein dat zijn enige hoop nog is gesteld op wat hij kent, wat vertrouwd is: het water dat eens in de zoveel tijd in beweging komt.


Menselijk is dat, hè? Vertrouwen op wat je kent. De meeste mensen houden van gewoontes, van dat de dingen op een standaard manier gaan. Misschien herken je het in je ochtendroutine of in je werkroutine. We doen dingen graag op een vaste manier. Want verandering van denken en doen is moeilijk. Verandering is moeilijk, helemaal wanneer je in een benarde situatie zit. Dan houd je vast aan wat je kent. Een bekende wetenschapper zei ooit: ‘We kunnen een probleem niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.’


Bij de verlamde man uit ons verhaal gaat om waar hij zijn redding van verwacht. Hij verwacht het van dat badwater. Maar het is voor hem onbereikbaar. Dat is zijn wereld geworden. De verlamde zegt het heel duidelijk: ‘…er is niemand… Ik heb niemand om me te helpen…’ Dat is hij zo gaan geloven En daardoor heeft hij geen ruimte om op te merken Wie hier voorbijkomt.


Maar lieve broers en zussen, in dit wonder zie je hoe Gods winnende liefde werkt. Jezus breekt als het ware de wereld van deze verlamde man open. Niet het badwater, maar een nog onbekende man uit het Noorden van Israël is zijn genezing. Nog voordat er bij deze man ruimte is om zijn vertrouwen op iets anders te stellen dan wat hij kent. Daarin zie je Gods winnende liefde. Liefde van waaruit God ons redt, op het moment dat wij nog zondaars en vijanden van Hem waren (Rom. 5,8.10)!

DIA 11 | #1


Dat wonder van onze redding wordt in dit genezingswonder ook zichtbaar. Gods liefde, Jezus liefde, waarin Hij voor ons tot het uiterste ging (vgl. Jh. 3,16; 13,1). Hij zoekt zelfs wie Hem niet kennen, de geestelijk allerarmsten, zoals deze verlamde man. Al 38 jaar een onbereikbare hoop. Maar hij geneest! Staat op, pakt zijn mat op en loopt weg. Er is geen gesprek meer tussen Jezus en de verlamde. Maar als Jezus hem terugziet in de tempel, dan wijst hij op zijn zonde.

DIA 12 | #2


#2. De zonde

Jezus zegt dat in het Johannesevangelie alleen tegen mensen die een aanwijsbare zonde hebben begaan. Dan is alleen wel de vraag: wat is de zonde van deze genezen man? In ieder geval was zijn zonde niet de oorzaak van zijn verlamming. Hoewel de Joden in die tijd soms zo redeneerden, deed Jezus daar duidelijk afstand van (Jh. 9,3).

DIA 13 | ZWART


Volgens de Joden is het wel duidelijk wat de zonde van deze man is: het is sabbat en deze man draagt een last. De man zal hier waarschijnlijk niet bij stil hebben gestaan toen Jezus hem deze opdracht gaf. Voor hem waren de dagen allemaal hetzelfde: wachten, kijken naar het badwater, plannen maken hoe hij deze keer zou proberen de eerste te zijn. Maar blij en genezen draagt hij zijn mat, zoals zijn Genezer zegt. Het was de opdracht die Jezus hem zelf had gegeven. Voor de Joden was het een duidelijke overtreding was van hun interpretatie van het 4e gebod: ‘Houd de sabbat in ere…’


Voor onze Heer is dit blijkbaar anders. Hij zoekt bewust de confrontatie met de Joden op deze sabbat. Dat is iets voor een andere preek. Maar wat is wel de zonde van deze man?


De zonde van deze man is dat hij Jezus niet de dankbaarheid geeft die Hij verdient. Hij probeert de schuld af te schuiven als de Joden hem erop wijzen dat hij een mat draagt op sabbat. Telkens is hij het slachtoffer. Dat zag je ook al in zijn reactie op Jezus’ vraag of hij gezond wilde worden. Hij erkent Jezus niet, toont geen dankbaarheid. Sterker nog: zodra de genezen man weet dat het Jezus was die hem genas, gaat hij terug naar de Joden. Is dat gehoorzaamheid of juist zonde? Gaat de man terug om zijn eigen naam van elke beschuldiging te zuiveren? Of zet hij recht wat hij eerder had moeten doen: openlijk erkennen dat het Jezus Christus is die hem heeft genezen? Ik vraag me af of de beste man zelf heeft geweten op welke zonde Jezus doelde… Hij vraagt het niet, maar hij loopt weer weg.


Zijn zonde is in ieder geval dat Hij Jezus niet gelijk erkent, dat hij geen dankbaarheid laat zien. Ook zonder zijn naam te kennen had hij dat kunnen doen. Maar hij probeert zijn eigen leven veilig te stellen. Hij probeert het weer zelf op te knappen. Zijn slachtoffer-zijn slaat om in egoïsme – ik doe wat ik wil nu ik genezen ben.


Het is een ondankbare houding. Een harde houding. Het steekt af tegen de reactie in het voorgaande genezingsverhaal. De hoveling en heel zijn huishouden komt tot geloof. Maar hier? Je leest drie keer wat de man doet: opstaan, zijn mat dragen en lopen. Lopen, lopen, lopen. Zo wandelt hij ondankbaar het verhaal weer uit.


Het is die ondankbare houding waar God ons door dit verhaal voor waarschuwt. Weet je wat een immens wonder er is gebeurd? De Zoon van God is mens geworden, heeft Zijn leven gegeven voor ons, heeft ons vrijgekocht – totaal onverdiend en zonder tegenprestatie van ons. Die liefde vraagt om een antwoord! Die liefde vraagt om relatie, om diepe dankbare toewijding. Geen halfbakken ‘ik doe wat ik wil, ik zoek God wel weer op als ik Hem weer nodig heb.’

DIA 14 | #2


Dat is de zonde van deze man. Want: Juist als het goed met je gaat wordt zichtbaar wat je echt verlangt. En het is bij deze man geen mooi plaatje. Daarom waarschuwt Jezus hem. Maar zijn waarschuwing klinkt als een bedreiging. Zondig niet meer, ‘want anders…’

DIA 15 | #3


#3. ‘…want anders…’?

Ik vraag me af: ‘Zijn wij allergisch voor geworden voor die waarschuwing?’ Wij, in de kerk, wij als samenleving, wij als mensen. Want die waarschuwing, die dreiging, dat schept toch een verkeerde basishouding om op God te vertrouwen. Dat is een geloof vanuit angst, geen geloof vanuit liefde.

DIA 16 | ZWART


Toch deinst onze Heer er niet voor terug deze man met die woorden te waarschuwen. En belangrijk: het is geen waarschuwing om elkaar mee om de oren te slaan, hè… Die waarschuwing moeten we allereerst zelf ter harte nemen. Houd op met zondigen, dat betekent: stop met blijven zondigen. Stop met blijven liggen of zitten in je zonde. Kom in verzet tegen je zonde. Je zonde, dat is je egoïsme, je ik-gerichtheid, je eigen gang gaan zonder God! Maarten Luther omschreef het als het in jezelf gekromd zijn. Keer je daarvan af. Keer je naar buiten, richt je naar boven! Richt je met heel je hart, ziel, verstand en kracht op het leven met God, het volgen van Jezus in Zijn manier van leven!


Want anders overkomt je echt iets ergers dan verlamming. Dan blijf je namelijk gewoon in je zonde liggen! De vergeving van je zonde door Jezus Christus is geen doel op zich. Het is een middel om in een zuivere, liefdevolle relatie met God te leven! Het wonder van Gods redding is geen doel, maar een middel om met God te leven!


Blijf dus niet hangen in je zonde, anders gebeurt er ergers. Dat is geen dreigement van onze Heer! Niet een ‘want anders zwaait er wat!’ Het is een waarschuwing vanuit Zijn liefde. Hij weet wat er gebeurt als we ik-gericht en egoïstisch blijven leven. Als we op die manier God vaarwel zeggen, dan lopen we bij God, de bron van het leven weg. Maar wie bij de bron van het leven wegloopt, loopt de duisternis van de dood tegemoet.


Gods liefde vraagt om antwoord. Om relatie. Lieve broers en zussen, dat is echt wat anders dan een volmaakt leven, hè?! Dat kunnen we niet – we kunnen er alleen naar streven door Gods liefde, door Zijn Geest in ons. Gods redding vraagt niet om perfectie in het hier en nu, maar om een verlangen naar het volmaakte leven dat Hij alleen kan geven. Gods liefde vraagt erom dat we telkens weer bij onze God terugkomen: ‘Heer, ik ben toch weer mijn eigen gang gegaan. Help me alstublieft om Uw manier van leven, Uw wil te zoeken!’


Let wel eerst op het wonder. Begin niet bij de waarschuwing. Prachtig hoe Jezus dat ook doet:

DIA 17 | JH. 5,14


Begin bij het wonder van je redding. Wees verbaasd over Gods zoekende, winnende liefde voor ons! Loop niet bij hem weg, ga niet zomaar je eigen gang, maar zoek de levende relatie met Hem. Zoek het leven dat Hij wijst, dat is het goede, de weg naar het Leven! Zoek het bij Hem: hij wil je helpen bij dat leven! Hij geeft je Zijn Geest om dat verlangen in je aan te wakkeren. Zijn Geest om te groeien in het leven met Hem, achter Jezus Christus aan.

DIA 18 | TITELDIA


Wij hebben Iemand om ons te helpen: onze God! Misschien kun jij voor een ander zo iemand worden, als je leeft vanuit het wonder. Vraag je deze week eens af: wie kom ik misschien tegen die denkt dat hij niemand heeft? Vraag God of Hij het je wil laten zien. Of God je de ogen wil openen voor de mensen langs jouw levensweg, die vastzitten in een hopeloze manier van denken of doen. Die vastzitten, zoals die 38-jaar verlamde man. Niet dat jij dat dan gelijk moet veranderen. God doet het wonder. Maar misschien mag je groeien in die winnende liefde van God voor jou. Mag je leren om vanuit Zijn liefde een ander te zien, echt te zien.


Wie weet leert het je iets over hoe God jou, hoe God ons ziet!


AMEN

Deze preek in een dienst lezen?

Als je hieronder je contactgegevens invult dan stuur ik de presentatie, liturgie en preek met klikmomenten zo snel mogelijk op.

Ronald Elzinga | Preken

©2021 door Ronald Elzinga. Bijbelcitaten uit de NBV, Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2004 of de NBV21, Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2021, tenzij anders vermeld.

  • Gray LinkedIn Icon
  • Gray Twitter Icon
  • Grey YouTube Icon
  • Grey Instagram Icon
bottom of page