1 Johannes
In Jezus' voetsporen naar de Maaltijd
Psalm 24,3-6; 1 Johannes 2,3-6; HC zondag 30.81
Serie:
Almkerk-Werkendam
zondag 5 december 2021

Mijn vroegere verenigingsleider uit mijn tienerjaren had vaak rake uitspraken. Oneliners, zeg maar. Hij had een treffende oneliner over het omgaan met dat je zonde doet. ‘Je kunt niet voorkomen dat er een keer een vogel op je hoofd poept. Maar je kunt wel voorkomen dat die vogel een nestje op je hoofd bouwt.’ Een wat plastisch beeld, maar het maakt wel precies duidelijk hoe het zit.
Zondigen, verkeerde dingen doen; we doen het allemaal. Allemaal gaan we wekelijks, dagelijks tegen Gods wil in. Dat blijkt alleen al wanneer je het dubbelgebod voor ogen stelt: ‘God liefhebben met alles wie je bent, en je naaste liefhebben als jezelf.’ Hoe vaak is ons hart niet toch gericht op andere dingen – spullen, eten, ontspanning? Hoe vaak gaan onze gedachten niet toch een andere richting uit? Om nog maar te zwijgen van hoe vaak we iets doen dat niet strookt met Gods wil. Ja, we zondigen.
Dat staat op gespannen voet met Wie God is. Hij is volmaakt zuiver, volmaakt goed, volmaakt liefde, volmaakt rechtvaardig. Wie mag er, wie kán er dan bij Hem komen?
[DIA 3]
Psalm 24(,4) zegt: ‘Wie reine, smetteloze handen heeft en een zuiver, puur hart.’ Het legt de lat metershoog! En ja, Johannes zegt in zijn eerste brief wel: God vergeeft en reinigt God ons (1Joh. 1,9a,c).
[DIA 4]
Maar even verderop zegt hij ook: “Wie zegt: ‘Ik ken hem,’ maar zich niet aan zijn geboden houdt, is een leugenaar; de waarheid is niet in hem.” (1 Johannes 2,4) Hoe rijmen we dat met elkaar?
[DIA 5]
Aan de ene kant spreekt de Bijbel van rijkelijke vergeving. Aan de andere kant legt de Bijbel de lat ook metershoog. Hoe ga je om met die hardnekkige neiging tot zonde, terwijl je Jezus wil volgen? En met het oog op volgende week: hoe ga je eigenlijk als zondaar aan het Avondmaal? Enerzijds die rijke vergeving, anderzijds de oproep om zuiver te doen, ten diepste zuiver te zijn; heilig, volmaakt. Anders gezegd: Hoe leven we in de voetsporen van Jezus naar de maaltijd toe? Dat is ons thema vanmiddag.
[DIA 6]
IN JEZUS’ VOETSPOREN NAAR DE MAALTIJD
Want we mogen onze Heer Jezus volgen. Hij is ons voorgegaan in het leven met God. Hij heeft het leven geleefd zoals God het wil. Maar als we ons zijn leven voor ogen stellen… wie schiet er dan niet tekort? Wie heeft er lief zoals onze Heer? Wie handelt er zuiver en rechtvaardig zoals onze Heer? Ja, we willen in Zijn voetsporen treden, maar we hebben grote schoenen te vullen.
[DIA 7]
#1. Grote schoenen te vullen
Is het mogelijk om te voldoen aan Gods hoge norm? Reine handen, een zuiver hart, je niet inlaten met leugens en niet bedrieglijk zweren. Dat zijn dan de dingen die de Psalm noemt. Maar je moet het goed en heilig leven voor God daar niet beperken. Bovendien, wanneer stilstaat bij wat ‘reine handen en een zuiver hart’ betekent, dan loop je snel tegen jezelf aan. Dat omsluit het hele leven. We zondigen. Wie zegt van niet, die is een leugenaar! Zo scherp zet Johannes het neer. En het zet ons erbij stil: we zijn zondaars.
[DIA 8]
De catechismus houdt ons dan voor dat we een afkeer van onszelf moeten hebben. Woorden die weerstand oproepen, denk ik. Want zelfhaat, dat moet toch niet? Je mag toch ‘van jezelf houden zoals je bent?’ Een paar jaar geleden kwam er zelfs een lied uit van Doorbrekers Barneveld. Misschien weet je het nog, want er was nogal wat over te doen binnen christelijk Nederland: ‘Ik ben geen zondaar.’
[DIA 9]
Daaronder zit soms de overtuiging: ‘Omdat ik in Jezus ben kan ik niet meer zondigen.’ Een uitspraak die gedaan wordt op basis van 1 Johannes 3,9:
[DIA 10]
“Wie uit God geboren is zondigt niet, want Gods zaad is blijvend in hem. Hij kán zelfs niet zondigen, want hij is uit God geboren.”
Kan een christen nu wel of niet zondigen? Het lijkt er sterk op dat Johannes zegt: ‘Een échte christen zondigt helemaal niet meer. Die houdt zich volmaakt aan al Gods geboden. Dat staat er toch!’ We kijken daar zo naar.
Ik weet niet hoe het met u zit, maar van dat soort uitspraken – een echte christen zondigt niet meer – daar wordt ik zelf altijd een beetje zenuwachtig van. Want: ik zondig nog wel. Er ‘poept nog regelmatig een vogel op mijn hoofd.’ Ik doe nog regelmatig dingen waar ik later spijt van heb. Dingen waar ik een hekel aan heb.
Dat is dan ook wat de catechismus bedoelt: je krijgt vanwege je zonden een afkeer van je zondige zelf, je oude mens. Je ontdekt hoe diep de zonde in je zit. Hoeveel beter je leven nog kan.
[DIA 11]
We hebben grote schoenen te vullen. We zijn geroepen om reine handen en een zuiver hart te hebben, maar we zondigen. God zij dank kennen we de vergeving in Jezus Christus.
[DIA 12]
#2. Vergeving
Jezus Christus wast ons schoon met Zijn bloed. Dat vieren we volgende week als we de maaltijd van de Heer vieren. We léven van die redding, van die vergeving! Juist ook wanneer we keer op keer worden geconfronteerd met onze zonden. Maar hoe zit dat? Enerzijds kunnen we niet zeggen ‘Ik ken de zonde niet meer,’ want we zondigen nog. Anderzijds de oproep om Gods geboden te houden en zelfs Johannes die zelf zegt: “[Een christen] kán zelfs niet zondigen” (1 Johannes 3,9).
Het wordt duidelijker wanneer we een uitgebreidere vertaling erbij nemen:
[DIA 13]
“Niemand die uit God geboren is maakt er een praktijk vanom te zondigen, want Gods zaad blijft in hem; en hij kan niet blijven zondigen, want hij is uit God geboren.” (1 Johannes 3,9 (ESV))[1]Johannes bedoelt hier dus niet dat een christen nooit meer zondigt. Hij bedoelt dat een christen niet een zondige levensstijl hooghoudt. Dat een christen zijn of haar vrijheid niet gebruikt om te zeggen: ‘God geeft volledige vrijheid, dus ik ga lekker door met zondigen.’ Of: ‘Ik blijf mijn naaste haten, want ik ben in Christus vrij om te kiezen.’ Of: ‘Ik laat de geboden van God voor wat het is; ik weet zelf wat goed voor me is.’ Dat een christen het randje opzoekt van wat wel en niet mag. Dan laat je een nestje bouwen.
[DIA 14]
Wie zó spreekt en denkt, die maakt God tot een leugenaar en de waarheid is niet in zo iemand!
Ja, dit is zeker: God vergeeft zonden. Maar dat wil niet zeggen dat we niet meer zondigen. Er blijft zwakheid over, zoals de catechismus zegt (HC 30.81.2). Ja, in Christus ziet God ons alsof we nog nooit zonde hadden gehad of gedaan! Alleen de praktijk in ons leven is er een van overblijvende zwakheid.
We zijn tegelijk rechtvaardige én zondaar. Zondaars in de praktijk van ons leven. Maar in de ogen van God: rechtvaardigen.
[DIA 15]
We hebben het recht van onze God verkregen (Psalm 24,5) – op een ondenkbare manier: in Jezus’!
We leven van de vergeving. Maar het is ook onmisbaar om die zwakheid telkens te erkennen.
[DIA 16]
#3. Zwakheid erkennen
Het is de gewoonte in onze kerken om een voorbereidingsweek te hebben voordat we met elkaar de maaltijd van onze Heer vieren. Het kan erop lijken alsof we in die week extra moeten letten op onze zonden. Dat je je bewust bent van welke zonde je in die week allemaal zondigt.
Alleen dat is een wat oppervlakkige manier van voorbereidingop de maaltijd van de Heer. Dat is alsof je in de week voor het Avondmaal extra goed oplet aan welke mensen je allemaal een hekel hebt – klasgenoten, collega’s, planners, managers, ouderlingen, dominees, ministers, tweede Kamerleden. En dan de week na het Avondmaal precies weer in hetzelfde patroon verder gaat.
[DIA 17 – ZWART]
Nee, de voorbereidingsweek is bedoelt om bij jezelf na te gaan: verwacht ik mijn redding nog van God? Heb ik nog een hekelaan het feit dat ik zondig? Heb ik nog een hekel aan het feit dat het me niet lukt om mijn zonden te overwinnen? Kortom: verlang ik ernaar om Gods geboden meer te houden dan ik nu doe? Of heb ik me erbij neergelegd dat ik zondig ben? Heb ik de strijdbijl begraven en is die vogel bezig een mooi groot nest te bouwen?
[DIA 18]
Lieve broer en zus, je mag leven van Gods vergeving! Maar dat betekent juist dat we erkennen dat Gods wil goed is. Als je leeft van vergeving van zonden, dan hoort daarbij dat je niet meer wil zondigen. Ook al doe je het toch nog.
Zo erken je dat je God kent! Niet door je zwakheid goed te praten: ‘Het is toch niet fout wat ik doe’. Niet door je zwakheid te verstoppen: ‘Ik doe het in het geheim, dan komt niemand er achter’. Niet door je zwakheid te verkleinen: ‘Iedereen heeft toch zijn zwakheden…’ Niet door je zwakheid te ontkennen: ‘Ik doe het allemaal goed’.
[DIA 19]
Maar door je zwakheid te erkennen. Door te erkennen: ‘God, Uw geboden wijzen de weg van het goede leven. Maar ik schiet tekort. Ik heb nog iedere dag Uw vergeving nodig!’
Zo, door je zwakheid te erkennen en die niet goed te praten, te verstoppen, te verkleinen of te ontkennen, zó kun je leven in Jezus’ voetsporen.
[DIA 20]
#4. Leven in Jezus’ voetsporen
Dat is wat anders dan helemaal nooit meer zondigen. Dat is voor een gewoon mens op deze aarde volgens mij onmogelijk. Nee, leven in Jezus’ voetsporen is: leven uit Gods vergeving, je zonden belijden, je overgebleven zwakheid erkennen. Dat je ondanks je eigen zonde toch erkent: zoals God zegt in de Bijbel dát is het goede leven! Zoals God ons leert in zijn 10 geboden, dát is het beste voor mensen! Wie dat erkent, tegen de realiteit van het leven in, in zo iemand is Gods waarheid. Dat wil zeggen: Zijn geboden staan in je hart geschreven. Niet door nooit meer te zondigen, maar door je zondige zwakheid te erkennen. Door te verlangen en te zoeken en te streven naar het leven dat God wijst!
[DIA 21]
Je ziet dat in de evangeliën. Om Jezus heen verzamelt zich een groep zwakke, zondige, sociale verschoppelingen. Vrouwen, vissers, tollenaars, zeloten, bezetenen, melaatsen, andere zieken en ga zo maar door. Dát zijn de mensen die dicht bij de Here Jezus leven: ze erkennen hun zwakheid en willen daar van loskomen. En onze Here Jezus gaat uiterst mild en geduldig met hen om. Maar de mensen die zich op hun wettigheid en heiligheid laten voorstaan – de schriftgeleerden en farizeeën – die krijgen scherpe woorden naar hun hoofd. Adderengebroed – stelletje slangen. Witgepleisterde graven – dood van binnen.
Zie je, het gaat in het leven met Jezus in de allereerste plaats om of je verlangt naar Zijn genade! Dat je ontdekt dat je die niet kunt missen. Nooit niet.
Het gaat erom of je verlangt naar Zijn onverdiende acceptatie, zijn vergeving. In hoe Jezus Christus met mensen omging zie je: God houdt van je zoals je bent!
[DIA 22]
Dát is kerst, waar we naartoe leven. God komt naar ons toe, op onze plek, zonder voorwaarden vooraf. We moeten alleen wel met twee woorden spreken: want God houdt teveel van je om je te laten zoals je bent.
[DIA 23]
Dat is Goede vrijdag, Pasen, Hemelvaart, Pinksteren! God vernieuwt ons dag na dag. God is uiterst heilig en Hij neemt niet genoegen met minder. Ja, in Zijn Zoon ziet Hij je alsof je totaal rechtvaardig, door en door goed bent. In de realiteit van je leven wil Hij je de weg wijzen naar een beter leven.
[DIA 24 – SAMENVATTING]
In de voorbereidingsweek staan we daarbij stil: ‘Ik wil leven als een vergeven zondaar. Ik besef dat ik grote schoenen te vullen heb. Ik erken daarin mijn overgebleven zwakheid. En ik neem van harte Gods genade aan! Dáár verlang ik naar! Ik wil leven zoals God het wijst. Ik wil geen nestje op mijn hoofd laten bouwen.
Nee, ik wil leven in de heilige en genadevolle voetsporen van Jezus naar zijn maaltijd.’
AMEN
[1] ESV: “No one born of God makes a practice of sinning, for God’s seed abides in him; and he cannot keep on sinning, because he has been born of God.”