top of page

Jesaja

In Gods hand

Jesaja 40,12-31; Romeinen 8,18.28; HC zondag 10.27

Serie:

Almkerk

zondag 15 oktober 2023

Israël, het volk van God, is in oorlog. Oorlog met terrorisme: Hamas, Hezbollah. De hele wereld kijkt ademloos toe. ‘Wat gebeurt daar nu?’Israël, de edele olijfboom waar wij als gelovigen uit de volken op geënt zijn. Het volk van God, zeggen we, maar dat is door sommigen ook wat omstreden. Want Israël heeft haar Heer, Jezus Christus, toch niet aangenomen? Is ze nog wel het volk van God? Of is dat de kerk in de wereld, de gelovigen die Jezus wel hebben aangenomen als hun Heer en Redder?

Nu, je kunt er niet omheen dat Israël het volk van God is. Ook het Nieuwe Testament staat er vol mee. Paulus zegt het heel duidelijk in Romeinen 11,1: “heeft God zijn volk soms verstoten? Beslist niet.” Het hele hoofdstuk wijdt Paulus aan de rol van Israël. Bovendien: als God Zijn volk zou verstoten door het afwijzen van Zijn Zoon, hoeveel zou Zijn verbond met ons dan waard zijn? Hoe lang zou het dan duren, denkt u, voordat God ons Zijn genade zou afnemen?


Nee, Gods verbond is eeuwig en Hij houdt het Zelf in stand. Ook met Israël. Dat is troost voor ons, want dat onderstreept Zijn eeuwige verbond met ons, gelovigen uit de volken.


Maar wat gebeurt er dan nu in Israël? Waar is God? Waarom laat God die oorlog toe? Die vragen kun je natuurlijk ook over de rest van de wereld stellen. Waarom laat God het kwaad toe?


Over die grote vragen hebben we het vanmiddag. Het gaat over Gods voorzienigheid. God die de hemel en de aarde met alles erop in stand houdt en regeert. In het bijzonder dat laatste zinsdeel van antwoord 27. Geparafraseerd: Niets gebeurt toevallig, maar we ontvangen alle dingen in ons leven van God – goed en kwaad. Dus ook wat er in de wereld en in Israël gebeurt.

DIA 2


Ons thema is: 


IN GODS HAND


Na deze preek ben je uitgedaagd om in alles Gods hand te zien. Het is een oproep tot een groot vertrouwen. Dat zorgt er vervolgens voor dat je meer troost, dankbaarheid en trouw in God vindt.


We kijken daarvoor naar Jesaja 40,25-26a en Romeinen 8,18 en 28. Die laatste twee verzen nemen we als startpunt voor deze preek. Daar schrijft Paulus:


18 Ik ben ervan overtuigd dat het lijden van deze tijd in geen verhouding staat tot de luister die ons in de toekomst zal worden geopenbaard. … 28 En wij weten dat voor wie God liefhebben, voor wie volgens zijn voornemen geroepen zijn, alles bijdraagt aan het goede.

Romeinen 8,18.28 | NBV21


Vertrouwen dat, wat er ook gebeurt, alles wat gebeurt in Gods hand is en dat Hij het goede ermee voor heeft. Tot dat vertrouwen worden we geroepen. Maar om zo te vertrouwen, dat wordt voortdurend aangevochten. Wanneer het lukt om zo te vertrouwen, dan wordt je werkelijk getroost door God.

DIA 3


#1. Geroepen

#2. Aangevochten

#3. Getroost


Gods voorzienigheid, waarmee Hij de schepping in stand houdt en regeert, die zet je leven in een heilig perspectief. Gods voorzienigheid zet alles dat mensen elkaar aandoen én alles dat er in de schepping gebeurt, in een heilig perspectief.


God roept ons om Hem zó te vertrouwen.

DIA 4


#1. Geroepen

Wat ziet u als u om u heen kijkt? Wat valt je op als je naar de wereld om je heen kijkt? Zie je de gruwelijkheden die nu in Israël en Gaza aan de gang zijn? Moet je denken aan de verschrikkingen die elders in de wereld gaande zijn? Misschien denk je terug aan verhalen uit de geschiedenis. Of wordt je aandacht meer getrokken naar natuurrampen in heden en verleden – de wankelende hemelse machten?

DIA 5 | ZWART


Of, als je optimistischer bent, zie je ook de mooie dingen in de wereld? Dichtbij of ver weg. Want er zijn altijd lichtpuntjes te zien in de wereld. Zeker wanneer je leeft met God. Afgelopen week nog: mooie gesprekken, een mooie gezamenlijke toerusting voor de werkers in de kerken in Almkerk.

DIA 6


God roept je op om omhoog te kijken, om je heen te kijken en te beseffen: het is God die alles heeft gemaakt. “25Met wie wil je Mij vergelijken,” zegt God door de woorden van Jesaja. “… aan wie ben Ik gelijk te stellen? 26Kijk omhoog: wie heeft dit alles geschapen?” (Jesaja 40,25-26a). En de catechismus wijst erop: God is geen klokkenmaker. Hij heeft geen afstand genomen van wat Hij heeft gemaakt. Dat is wat de Nederlandse Geloofsbelijdenis noemt de dwaling van Epicurus. Volgens Epicurus gebeurt alles toevallig en bemoeit God zich nergens mee (NGB art. 13).


Als mensen iets moois maken, iets waar ze trots op zijn, dan blijven ze erom geven. Je ziet dat terug in allerlei support voor Apps en diensten die worden aangeboden. Ik heb zelf bijvoorbeeld een betaalde Bijbel-app. Wanneer ik ergens niet uit kom, of iets werkt niet naar behoren, dan neem ik contact op. Meestal is het dan binnen een paar dagen verbeterd. Het getuigt dus van weinig wijsheid om te denken dat wie iets moois maakt het zomaar kan laten vallen.

DIA 7


Jesaja roept je op: besef hoe onmetelijk groot God is. Hij heeft alles gemaakt. Hoeveel meer zal God dan blijven geven om Zijn prachtige schepping? Hoeveel meer zal Hij erop betrokken blijven.


Meer nog: als God de schepper van alle dingen is, dan heeft Hij ook alles in de hand wat daar binnen gebeurt. Alles is in Gods hand! Alles komt tot ons vanuit Zijn Vaderhand. God roept ons op dat te geloven. Maar dat is een aangevochten geloof.

DIA 8


#2. Aangevochten

Aangevochten, want komt het kwaad dan bij God vandaan? Op grotere schaal kunnen we dat soms nog zeggen. Dat is een straf van God. Wat, misschien denk je het wel over Israël.

DIA 9


want de Heer berispt wie Hij liefheeft, straft elk kind waarvan Hij houdt

Hebreeën 12,6 | NBV21


Maar om dat op je eigen leven te betrekken is veel moeilijker. Dat strijkt ons heel erg tegen de haren in. Je kan je zomaar gedwongen voelen om te kiezen: ‘Is dit een straf van God of niet?’

DIA 10 | ZWART


Bijzonder is dat de Bijbel daar ruimte voor laat: iets kan een straf van God zijn. Maar de Bijbel vult dat niet in – dit is wel en dat geen straf van God. Kijk, wij willen heel graag begrijpen waarom de dingen gebeuren die gebeuren. Dat heeft te maken met controle: wat je begrijpt, dat kun je besturen, dat kun je grijpen. Met heel veel dingen is dat waardevol, nodig zelfs. Alleen Gods voorzienigheid is geen kwestie van begrijpen maar van vertrouwen. Daarmee is het per definitie ook minder stabiel. Begrijpen doe je op basis van feiten. En met feiten is er geen sprake van twijfel: iets dat feitelijk bewezen is, staat vast.


Alleen wanneer we moeten vertrouwen, dan slaat zomaar de twijfel toe. Want dan stellen we onszelf de vraag: ‘Is deze of gene wel betrouwbaar?’ Ten diepste gaat ons geloofsvertrouwen in de voorzienigheid van God daarover: ‘Is onze God betrouwbaar?’ De Bijbel laat ons in het oude en nieuwe testament zien: ‘Ja! God houdt Woord! Wat Hij belooft heeft, dat doet Hij.’ (vgl. o.a. Gen. 17,7; 2Sam. 23,5; 1Kron. 16,17; Ps. 105,10; 2Tim. 2,13; Heb. 13,20).


Dat blijft een aangevochten geloof. Want het gaat over vertrouwen, en ons vertrouwen is nu eenmaal niet zo stabiel. Want het kwaad en de pijn en het lijden in ons leven stellen ons voor vragen. Verbijstering maakt zich soms meester van een mens: ‘Hoe kunt U dit doen God?! Hoe kan U dit toelaten?! Waarom overkomt mij dit?’ Een bekend lied bezingt: ‘Leer mij volgen zonder vragen,’ maar waar we deze vragen hebben, mogen we ze aan God stellen. Sterker nog, God verwacht van ons dat we ons hart aan Hem blootleggen, met alles wat er in leeft. Dat is één van de lessen die je uit de Bijbelboeken Job en de Psalmen leert.


Het is namelijk een getuigenis van vertrouwen midden in de ellende, wanneer je je hart eerlijk aan God openlegt! Want Hij is de Enige aan wie je zulke vragen überhaupt kunt stellen. Het is een getuigenis van vertrouwen op God: ‘U laat me niet in de steek als ik zulke taal gebruik. Bij U kan ik mijn hart luchten zonder angst dat U me zult verlaten.’

DIA 11


Maar de aanvechting blijft. Een gevecht tussen willen begrijpen waarom, het accepteren van het feit dat het kwaad gebeurt en Gods oproep om Hem volledig te vertrouwen. Wie in dat gevecht kiest om God te blijven vertrouwen, die vindt in dat heilige perspectief echte troost.

DIA 12


#3. Getroost

Troost omdat je weet: wat mij ook overkomt, het betekent nooit dat God mij in de steek heeft gelaten. Hoe groot mijn vragen, lijden en pijn ook zijn, ze staan niet in verhouding tot de luister van straks. Meer nog: al begrijp ik er helemaal niks van, God wil dit gebruiken om me dichter bij Hem te brengen.

DIA 13 | ZWART


Weet daarbij wel: Kwaad blijft kwaad. het kwaad wordt niet ineens goed omdat God het gebruikt. God laat alles meewerken voor Zijn goede plan met ons. Maar dat betekent niet dat oorlog, lijden, pijn, natuurrampen en dat soort dingen niet meer slecht zijn.


Het betekent wel dat het kwaad niet buiten God en Zijn wil om gaat. Wat er in onze levens en in de wereld en in de natuur ook gebeurt, het betekent nooit dat God heeft losgelaten! We zijn altijd in Gods hand en alles wat er gebeurt is in Gods hand.


Je moet ook niet denken dat het kwaad uit God Zelf voortkomt. Dan kom je met de Bijbel in de knoop, wanneer er staat: “God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis” (1Joh. 1,5). Nee, het kwaad is een gevolg van de corruptie van satan en de gebrokenheid van mens en wereld. Maar je kunt ook niet zeggen: God heeft het kwaad niet in de hand. Zouden we dan niet hopeloos verloren zijn?

DIA 14


Ja, dat is een blijvend aangevochten geloof, totdat God eens alle tranen uit onze ogen zal wissen. Maar God roept ons er wel toe: ‘Vertrouw mij, ook als je me niet begrijpt.’


Nee, laten we zeggen: ‘Heer, Ik vertrouw U. Maar ik heb soms het idee dat hoe beter ik U leer kennen, hoe minder ik U begrijp. Heer, leer me nederigheid. Leer me troost te vinden in dat ik U niet begrijp. Want als ik U niet begrijp bent U eindeloos veel groter en machtiger en wijzer dan ik me had bedacht.’


AMEN

Deze preek in een dienst lezen?

Als je hieronder je contactgegevens invult dan stuur ik de presentatie, liturgie en preek met klikmomenten zo snel mogelijk op.

bottom of page