top of page

Lucas

Grenzeloze naastenliefde?

Lucas 10,29-37

Serie:

Assen Marsdijk

zondag 5 oktober 2025

Wie is mijn naaste? Die vraag is ontzettend actueel. Zitten er grenzen aan naastenliefde? Moeten we zomaar iedereen helpen, of moeten we kiezen? Hoe verhouden wij ons tot gevluchte mensen? Hoe verhouden we ons tot de multiculturele samenleving waarin we leven? De fascistische rellen op het Malieveld van een paar weken terug, dringen dat soort vragen opnieuw aan ons op. Ze vragen om duidelijkheid.

Na de vorige verkiezingen, eind 2023, was ik verbouwereerd en ontdaan door de uitslag. De christelijke partijen hadden allemaal zetels verloren. De PVV de grootste, met landelijk bijna 1 op de 4 stemmen. Hierin in Assen ruim 1 op de 5. Verschillende christenen kwamen openlijk uit voor hun stem op de PVV.


Ik merkte argwaan en wantrouwen naar mensen om me heen: wie in mijn omgeving heeft er dan misschien wel PVV gestemd? Hoe verantwoorden christen dat? Hoe dan?! De afgelopen maanden heb ik gezocht naar inzicht en begrip daarvoor. Dat inzicht heb ik gevonden, en deels ook begrip. Het komt samen rond de vraag: roept God op tot grenzeloze naastenliefde of niet?


Dat is het thema van deze preek.

DIA 3


GRENZELOZE NAASTENLIEFDE?


Kan het zijn dat er grenzen zitten aan onze naastenliefde? In de privésfeer, of op politiek vlak?


Na deze preek heb je daar een duidelijk antwoord op. Dat wijst richting voor het stemmen op 29 oktober aanstaande. Ik weet dat er mensen van mening zijn dat een dominee zich niet in de politiek mag mengen. Vooraf daarover: ik ga geen uitgebreid stemadvies geven. Ik ga niet afgeven op PVV’ers of op mensen die PVV hebben gestemd; ik geloof in begripvol op de persoon, scherp op de inhoud. Maar waar de overheid de grens van het christelijk medemenselijke over gaat, kan de kerk niet stil blijven! Het Koninkrijk van God gaat namelijk óók over politiek. Het gaat niet voor niks over het Koninkrijk – dat is een politieke term. Het Koninkrijk van God heeft te maken met hoe er geregeerd wordt en hoe ik mij laat regeren.

DIA 4


We staan stil bij die hele gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan. Waarschijnlijk heb je daar weleens eerder een preek over gehoord. Maar tijdens deze preek hoop ik je toch ook nieuwe inzichten in dat verhaal te geven, die je waarschijnlijk nog niet wist.

DIA 5


De punten van de preek zijn:

#1. Wie is mijn naaste?

#2. Een mens op reis

#3. Niet geholpen

#4. Redder in nood

DIA 6 | Plaatje


Wij kennen deze gelijkenis als de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan. Zo heet het in de meeste kinderbijbels. Alleen, weet je: dat zijn voor een jood een twee woorden die elkaars tegenovergestelde zijn. ‘Barmhartig, behulpzaam, meelevend’ waren woorden die onverenigbaar zijn met ‘Samaritaan’. Samaritanen waren de vijand van het geloof van de joden: ketters dus. Mensen met totaal foute en zelfs gevaarlijke ideeën over God, de plek om Hij te vereren en de manier waarop God dat wil.

DIA 7


Zo zouden we deze gelijkenis vandaag de dag denk ik omschrijven: ‘De zorgzame ketter’.


Daarom wil de wetgeleerde na de gelijkenis ook niet antwoorden dat de Samaritaan barmhartig is geweest. Wat overdreven kun je zeggen dat dat voor hem klinkt alsof wij zouden moeten antwoorden op de vraag: ‘Wie heeft de liefde laten zien die God vraagt?’ Dan antwoorden: ‘de ketter’ of ‘de relschopper’ of ‘de veelpleger’ – daarvoor moet je eerst over jezelf heen te stappen


In dat kader moet je ook die vraag van de wetgeleerde begrijpen: Wie is mijn naaste?

DIA 8


#1. Wie is mijn naaste?

De wetgeleerde stelt die vraag niet om zich uit zijn benarde situatie te redden. Het is een vooropgezet plan om Jezus klem te zetten. De naastenliefde uit het dubbelgebod betrokken joden namelijk allereerst op joden en op wie zich bij het joodse volk hadden aangesloten. Oftewel: de naaste, dat was iemand die hetzelfde leefde zoals jij. Hij wil Jezus juist ook met deze vraag verder op de proef stellen. Hij wil zijn gelijk halen en Jezus tegen anderen uitspelen, verdeeldheid zaaien. Er was namelijk discussie over de vraag ‘wie is mijn naaste?’. In een voor de joden gezaghebbend boek staat namelijk:

DIA 9


Geef aan vrome mensen, help geen zondaars. Doe goed aan wie bescheiden is, geef niet aan een goddeloze.

Sirach 12,4-5


De context van deze gelijkenis is dus heel erg van toepassing op onze huidige samenleving. Het verlangen leeft om de Nederlander weer op nr. 1 te zetten. Om terug te keren naar de waarden van onze joods-christelijke samenleving. ‘We kunnen toch niet iedereen helpen of opnemen? We moeten toch ook grenzen stellen? Er moeten grenzen zijn aan wie je naaste is. Je kan niet zomaar iedereen helpen, dan wordt het een chaos! Nederland is gewoon vol!’ Die opvattingen leven ook in onze samenleving, ook binnen ons kerkverband. In de vraag van de wetgeleerde klinkt het door: moet ik zomaar iedereen helpen, ongeacht of ik ze ken? Waar ligt de grens?

DIA 10


Wie is mijn naaste? Jezus geeft met Zijn gelijkenis het antwoord: het draait niet om de vraag waar de grens ligt, maar om de vraag wie er op je pad ligt! Het gaat niet om wie je kent, of wie voldoende ‘past’ binnen de cultuur van ons land, of mijn relatie tot de ander. Ieder mens is je naaste. Gods gebod om je naaste lief te hebben is een gebod zonder compromis. Een opdracht zonder uitzonderingsclausule. Naastenliefde is een roeping voor elke christen, overal, altijd. Hoe vreemd, vuil, ongelovig of heidens hij of zij ook maar is.

DIA 11


Want het gaat in deze gelijkenis om een volslagen onbekende: “Er was eens iemand die van Jeruzalem naar Jericho reisde…” We weten echt helemaal niets van dit mens - zelfs niet zijn of haar geslacht! Het enige wat we weten is: het is een mens op reis.

DIA 12


#2. Een mens op reis

Door de gelijkenis zo te vertellen kan het eigenlijk iedereen zijn. Juist door geen kenmerken van dit mens te noemen, blijft hij helemaal volwaardig mens. Hoe anders gaat het in onze samenleving, waar mensen gemakkelijk worden beperkt tot vluchteling, allochtoon, asielzoeker, maar zelfs: nazi of relschopper, of dat soort stempels. Nee, Jezus noemt hem een mens die vanuit Jeruzalem naar Jericho reist.

DIA 13


Daarmee is wel één groep mensen waarschijnlijk uitgesloten: het was geen Samaritaan want die hadden een sterke afkeer van Jeruzalem, zoals Lucas eerder schrijft (Lc. 9,52-53).

DIA 14


De reis van dit mens is een metafoor voor de levensreis van ieder mens. Die reis is niet zonder gevaren. Net als de reis van Jeruzalem naar Jericho. Het was een gevaarlijke weg van ongeveer 30 kilometer; een goede dagreis in die tijd. De weg liep naar beneden – Jeruzalem ligt op een berg – door de woestijn, langs veel rotsen en spelonken – een ideale uitvalsbasis voor rovers. En dit mens gaat die weg alleen en wordt overvallen. Alles wordt afgepakt en het mens wordt halfdood geslagen.

DIA 15 | ZWART


Maar nog een laag dieper dan de gevaren van het leven, kun je die overval van dit mens zien als een overval door de zonde. Zo kijk je misschien niet zo vaak meer naar je zonde, maar besef het wel! Zonder hulp in ons leven zijn we halfdood, is er geen redding, geen verlossing, geen toekomst.


Dat geldt voor u en jou en mij – maar wij weten van Gods redding, wij kennen onze Here Jezus, die ons heeft verlost. Maar hoe zit het met de mensen om je heen? Kennen zij Jezus, weten zij van Zijn redding en verlossing? Weten ze dat er volmaakte vrede tussen God en hen mogelijk is, zonder dat ze daar iets voor hoeven doen? Want wie dat niet weet is – hoe hard het ook klinkt – zo’n man, zo’n vrouw die halfdood langs de weg blijft liggen. Te redden! Maar is er iemand die te hulp komt?

DIA 16


Ieder mens is op reis.En iedereen heeft op die weg hulp nodig. Niet alleen van mensen om je heen, maar redding van de dood, de zonde. Redding van het kapotte leven en een wereld die aan stukken ligt. Maar heel vaak wordt er niet geholpen.

DIA 17


#3. Niet geholpen

We identificeren ons niet graag met de priester en de leviet die dat gewonde mens laten liggen. Maar als je eerlijk naar je leven kijkt, herken je het dan ook niet? Ik wel namelijk. Ik help niet iedereen die ik op mijn pad tegenkom. Ik zou graag willen dat het wel zo was, maar ik schiet te kort en dat voel ik. Het voelt machteloos en soms ben je bang.

DIA 18


Angst kan een reden zijn waarom je niet helpt. Net als walging… of haast. Er is in 1973 is een experiment uitgevoerd onder studenten die dominee wilden worden: het Goede Samaritaanexperiment, noemden ze het. De studenten hadden een preek voorbereid over de Barmhartige Samaritaan. Er wordt vervolgens gezegd dat ze naar een ander gebouw moeten, en dat ze als ze nu vertrekken toch te laat komen: ze hebben dus haast. Onderweg ligt een acteur langs de route, in een steegje te hoesten en kreunen. 10% van de gehaaste studenten hielp de persoon, de rest niet.[1]

DIA 19 | ZWART


Haast is net als angst een slechte raadgever. Maar waarom gaan de priester en leviet voorbij aan dat gewonde mens? We vullen het zomaar voor ze in. Ze zouden bang zijn om zelf overvallen te worden. Ze moeten rein blijven en raken daarom iets wat eruit ziet als een lijk niet aan. Allemaal waarschijnlijke verklaringen, maar toch ingevuld vanuit onszelf. De angst, de walging en de haast kun je invullen voor de priester en leviet, maar net zo goed voor de Samaritaan. Het is juist betekenisvol wat Jezus niet zegt over de eerste twee en wel over de laatste.


Als je dan kijkt, dan valt op wat er gebeurt: ze komen, ze zien het slachtoffer liggen en lopen om hem heen. Verder niet. Maar bij de Samaritaan komt, ziet het slachtoffer en krijgt medelijden. Het eerste wat de priester en leviet doen is maken dat ze wegkomen. Maar het eerste wat de Samaritaan doet is diep medelijden voelen. Dát is dus ook wat er ontbreekt bij de priester en de leviet: ze missen het hart van de wet! Kijk, was de persoon echt dood geweest, dan hadden ze hem moeten begraven. Maar nu de persoon nog leeft, hoeven ze hem niet te helpen: ze kennen hem immers niet en misschien is het wel een zondaar!

DIA 20


Zo wijst Jezus aan: je kunt nog zoveel weten van de wet, je kunt werken in de kerk en hele goede dingen doen! Maar als het je ontbreekt aan het hart van de wet, dan help je zomaar niet. Zeker als niemand anders het ziet, is de verleiding groot om niet het goede maar het gunstige te doen. Niet het moedige maar het makkelijke, zoals de priester en de leviet, van wie iedereenmeer zou verwachten.


Maar gelukkig komt er een Redder in nood.

DIA 21


#4. Redder in nood

Een tijdje terug las ik op LinkedIn van iemand die deze gelijkenis gebruikte als argument voor beperkte naastenhulp: bed, bad, brood, zegmaar, en daarna zo snel mogelijk weer terug naar je eigen land. Zulk Bijbelgebruik leert je iets over hoe je de Bijbel wel en niet moet gebruiken. De Bijbel is geen argumentenboek, waar je uit kunt plukken wat je goed uitkomt. De Bijbel is een boek waarin God jou en mij en het goede leven uitlegt. Dat betekent dat je de Bijbel elke vooronderstelling en vanzelfsprekendheid die je hebt laat bevragen. Laten we zo eens kijken naar welke naastenhulp Jezus ons wijst met de gelijkenis.

DIA 22 | ZWART


De Samaritaan schiet te hulp vanuit het diepe medelijden dat hij voelt. Hij heeft dit mens lief, omdat het zijn medemens is. Ongeacht het gevaar, de onreinheid en de eventuele haast, komt de Samaritaan te hulp. Wat daarbij opvalt: Hij verleent niet alleen eerste hulp, maar neemt het volledige herstel van dit gewonde mens voor Zijn rekening!


Hij verzorgt en ontsmet de wonden door er olie en wijn op te gieten en ze te verbinden. Dat is ook een stuk pijnstilling.


Hij brengt de gewonde naar een plek waar hij verder verzorgd kan worden en kan herstellen: de herberg.


Hij betaalt uit eigen zak voor het herstel: twee denarie, met een schuldbekentenis voor wat het verder kost. Terwijl de Samaritaan niet weet of de gewonde man het hem zal vergoeden. Meer nog: hij lijkt vastberaden om het zelf te betalen, zonder terugbetaling te verwachten.


Deze ketterse Samaritaan gaat in zijn medelijden veel verder dan verwacht of vereist is.

DIA 23


Jezus beschrijft deze ketterse Samaritaan als iemand die deze gewonde persoon helemaal redt. Hij voorziet in alles om voor de redding te zorgen. Hij gaat alle grenzen over om dit mens te redden. Kortom: die ketterse Samaritaan, dat is Jezus zelf! Zo zet hij die wetgeleerde voor het blok: ‘Ik, die jij als ketter ziet. Ik ben jouw naaste. Ik ben degene die alles doet voor de redding van de reddeloze! Als je wilt weten wie je naaste is… IK BEN Het. Ik heb jou lief, en wil je redden!’ Zó keert Jezus de vraag om!

DIA 24 | Samenvatting


Dat is een troost voor wie zich tekort voelt schieten. Wij kiezen soms het gunstige in plaats van het goede, het makkelijke in plaats van het moedige. Het is som moeilijk om uit te komen voor je geloof, om het uit te leven, laat staan het uit te spreken.


We hebben een God die in Zijn Zoon Jezus Christus het goede en het moedige heeft gedaan, ten koste van Zijn Eigen leven! Die ons heeft gered, wij, mensen halfdood langs de weg. Maar ook: wij mensen, die komen, zien en met een boog omlopen.


Alleen Jezus wijst ons wel de weg voor de naastenliefde. Niet de vraag: ‘Wie is mijn naaste?’ maar ‘voor wie ben ik een naaste?’. Niet: ‘Tot hoever moet ik gaan? Hoeveel hulp moet ik geven?’, maar: ‘Hoe kan ik helpen? Wat kan ik doen?’


Dus vraagt onze Heer GRENZELOZE NAASTENLIEFDE?

DIA 25 | Titeldia


Het korte antwoord daarop is ‘ja’. Liefde tot de dood. Jezus Christus leeft het Zelf voor. Zijn leerlingen volgden Hem daarin. Gelovige broers en zussen in het buitenland kennen het ook. God vraagt die bereidheid ook van ons. Niet van ene op andere moment, maar wel onmiskenbaar.

DIA 26


Want ieder die zijn leven wil behouden, zal het verliezen; maar wie zijn leven verliest omwille van Mij, zal het behouden.

Lucas 9,24

Vgl. Matteüs 16,25; Marcus 8,35


Dat betekent niet automatisch dat we alle problemen altijd moeten of kunnen oplossen. Ook over de aanpak mogen we als christenen verschillend denken. Er is ruimte voor veelkleurigheid, ook op politiek vlak. Maar leerling van Jezus Christus zijn roept je om te stemmen vanuit het hart van het christelijk geloof. Stemmen dus vanuit grenzeloze naastenliefde, en niet vanuit zelfbehoud. Dat staat lijnrecht tegenover het evangelie. Het gaat regelrecht in tegen het leven dat Jezus ons heeft voorgeleefd. Helemaal gericht op Gods Koninkrijk van de hemel! Dat overstijgt de aardse grenzen die we hebben bedacht als mensen.


Die gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan geeft de richting van ons leven aan:

Vertrouwen op God die in Jezus Christus alle onderscheiden tussen Hem en ons overbrugde, en ons redde.


Van daaruit roept Hij ons om te leren leven zoals Hij. Dus vraag je niet af waar de grens ligt, maar vraag je af: ‘Welk goede en moedige vraagt God mij te doen voor wie er op mijn pad ligt?’


AMEN

Deze preek in een dienst lezen?

Als je hieronder je contactgegevens invult dan stuur ik de presentatie, liturgie en preek met klikmomenten zo snel mogelijk op.

Ronald Elzinga | Preken

©2021 door Ronald Elzinga. Bijbelcitaten uit de NBV, Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2004 of de NBV21, Nederlands-Vlaams Bijbelgenootschap 2021, tenzij anders vermeld.

  • Gray LinkedIn Icon
  • Gray Twitter Icon
  • Grey YouTube Icon
  • Grey Instagram Icon
bottom of page