Matteüs
Goede grond?
Matteüs 13,18-23 | Fastfood of Feestmaal 3
Serie:
Fastfood of Feestmaal | Jaarthema '22-'23
Almkerk-Werkendam
zondag 29 januari 2023
Heb je dat weleens: je had al een tijdje iets moeten regelen – vervanging op je werk, een lift ergens naartoe, oppas. Maar je hebt het wat voor je uitgeschoven. Niet handig, maar het is nu eenmaal zo. Kort van tevoren vraag je jezelf af: ‘Hoe ga ik dit nu oplossen?’
Het overkomt Anneloes en mij nogal eens met het regelen van oppas. Meestal stuurt Anneloes dan veel appjes rond naar wie ze maar kan bedenken. Dan komt er bijna altijd wel ergens een positief antwoord vandaan.
Rondzaaien met de hoop op succes. Het is een beproefd concept. Je hebt hulp nodig of je zoekt iets. Dan app je rond onder bekenden, of meerdere in meerdere WhatsAppgroepen. Hoe meer mensen je tegelijk vraagt, hoe groter de kans van slagen.
[DIA 2]
Vanuit ons oogpunt kan het lijken alsof God ook die tactiek toepast. De zaaier in de gelijkenis die Jezus vertelt zaait in het rond. Je kunt je afvragen: ‘Wat voor zaaier zaait er nu zo onoplettend?’ Het lijkt er op dat maar een kwart van het gezaaide zaad in goede grond terecht komt.
We staan vanmorgen stil bij die gelijkenis van de zaaier, het slot van het gedeelte dat we lazen. Vier soorten grond, één soort zaad. Daar zoomen we op in. Ons thema is:
[DIA 3]
IS JOUW HART GOEDE GROND?
Als eerste staan we stil bij die zaaier die rondzaait, waarbij een deel van het zaad op de weg valt. Vervolgens hebben we het over de twee soorten grond, waar het zaad wel opkomt, maar geen vrucht draagt. Tot slot denken we na over het zaad dat vrucht draagt. Dus:
[DIA 4]
#1. Rondzaaien
#2. Rotsachtige bodem
#3. Tussen de distels
#4. De vrucht komt
Deze preek is bedoeld om je af te laten vragen: welke verantwoordelijkheid heb ik zelf in de kerk? Daardoor leer je meer de plek in te nemen die God je geeft in de gemeente.
[DIA 5]
#1. Rondzaaien | op de weg
Het is een terechte vraag: ‘Waarom zaait deze zaaier het zaad in het rond?’ Botgezegd lijkt het wel achteloos. Alsof de zaaier niet oplet waar hij strooit. Alsof het hem niet uitmaakt.
Het mag duidelijk zijn: dat is niet hoe Jezus Zichzelf hier bekend wil maken. Wie Jezus kent die weet: Hij is juist diep betrokken op Zijn wereld. Ale je bijvoorbeeld Johannes 17 leest – het Hogepriesterlijk gebed – dan zie je: ‘De Here Jezus houdt van heel zijn wereld, net als God de Vader.’ Uit het rondzaaien blijkt Gods liefde voor heel zijn wereld.
[DIA 6]
Het rondzaaien laat zien: God maakt in het bekendmaken van het goede nieuws van Jezus geen onderscheidtussen mensen. Dat betekent dus ook: wij mogen het evangelie niet zomaar voor onszelf houden. In het verleden is dat wel gebeurd. In de tijd van de slavernij bijvoorbeeld. Sommige slaveneigenaren weerden alle vormen van evangelisatie van hun slaven. Want als zij christen zouden worden, zou de slaveneigenaar de plicht hebben hen te behandelen als broers en zussen. En daarom onthielden ze hun slaven dus het evangelie.
Dat is niet hoe God het heeft gewild. God maakt geen onderscheid (vgl. Hnd. 10,34; 15,9; Rom. 2,11; 3,22; Ef. 6,9).
[DIA 7]
Toch leren ook wij van dat rondzaaien. Als je de gelegenheid hebt om iets te delen van Gods Goede Nieuws, denk dan niet: ‘Ach, zij staat er toch niet voor open.’ Of als iemand je aanvalt op je geloof. Vat ook dan de moed om iets te delen van wat jouw geloof voor jou betekent. Denk dus niet: ‘Het heeft geen zin om hier tegenin te gaan. Het land toch niet in goede aarde.’ Nee, God maakt geen onderscheid! Hij wil dat zijn Goede Nieuws aan iedereen bekend gemaakt wordt, ongeacht de gesteldheid van het hart. Laten wij dan ook iedere gelegenheid benutten om Gods evangelie te delen.
[DIA 8]
Dus zelfs wanneer het zaad op de weg landt. Het dat Jezus hier schetst in de gelijkenis van de zaaier kan het idee wekken: ‘Je bent het één of het ander. Je bent vruchtbare of onvruchtbare grond.’ Maar de praktijk van ons leven laat zien: ‘Harten van mensen kunnen veranderen!’
Dus zaai in het rond, naar het voorbeeld van onze Here Jezus. Ook al weet je: het land inverschillende grond.
[DIA 9]
Verschillende grond
Het is duidelijk: het zaad dat de zaaier zaait is goed. Waar het komt, daar heeft het levenskracht. Het probleem zit ‘m in de grond waar het zaad in land. De grond, dat zijn de verschillende harten. Dus hoe is het met uw, met jouw hart gesteld? Instinctief kun je denken: ‘Mijn hart is goede grond.’ Alleen dat is precies de vooronderstelling waar onze Heer met deze gelijkenis aan wil rammelen.
[DIA 10]
Want de twee uitersten, ja die kun je gemakkelijk van elkaar onderscheiden. Het zaad dat op de weg valt en het zaad in goede grond. Het zijn de uitersten van ongeloof en geloof. Alleen juist die soorten grond er tussenin zijn interessant. Want bij die mensen ontkiemt het zaad. Dat wil zeggen: die mensen beginnen te geloven! Voor God is het dan duidelijk hoe dat geloof in elkaar steekt en of het stand zal houden. Maar dat is een zaak van het hart! En wij zien niet wat er in het hart van de ander leeft. Dus het onderscheid onder de gelovigen is niet zomaar te zien. Zowel het zaad dat opkomt op rotsachtige grond, tussen de distels én in goede grond, dat zijn gelovigen.
Daarom de vraag: hoe is het met jouw hart gesteld? Landen de woorden van Gods Goede Nieuws bij jou in vruchtbare grond, of misschien op rotsachtige grond?
[DIA 11]
#2. Rotsachtige bodem
Een verhaaltje:
Na corona komt ze nauwelijks meer naar de kerk. Ze kijkt de diensten nog via YouTube. Maar ze ‘shopt’ ook wel. Er is eigenlijk niets meer dat haar echt aanspreekt. Een paar jaar geleden was ze erg blij met God en Jezus. Ze was dankbaar voor Zijn evangelie. Maar tijdens de coronapandemie is het minder geworden. Het begon met ontbijten tijdens de online dienst. Toen kwam ze steeds later uit bed. Ze keek een keer vanuit bed naar de dienst. Ze sloeg eens een zondag over.
[DIA 12 | ZWART]
Toen de kerken weer open gingen had ze zo’n ander ritme. Ze merkte dat de drempel om te gaan ook veel hoger was. ‘Waarom zou ik eigenlijk naar de kerk gaan? Hier thuis kan ik me goed concentreren. En als de preek niks is, dan kan ik ook even verder zoeken naar iets dat me wel aanspreekt.’ Bovendien: de mensen in de kerk zijn ook niet allemaal de makkelijkste.
Nu kijkt ze nog één keer per maand. Ongeveer hoor. Soms iets meer, maar soms ook wel minder.
[DIA 13]
Lieve broers en zussen, het is een voorbeeld van hoe de beproeving van de coronapandemie je geloof kan hebben aangetast. Misschien herken je het ergens ook wel bij jezelf. We noemen dat doorgaans aanvechting, maar ik zet het nu stevig aan. Want ons geloof wordt vervolgd! Vervolging is onlosmakelijk verbonden met geloof! Besef dat. Wanneer je geloof niet door de wereld om je heen wordt vervolgd, dan is het wel satan zelf die het doet! Kijk, bij vervolging denken wij al snel aan allerlei hele duidelijke tegenstand. Een verbod op de Bijbel bijvoorbeeld.
[DIA 14]
Maar je zou onderscheid kunnen maken tussen ‘smash’ en ‘squeeze’-vervolging, vertaald: ‘klap’ of ‘klem’-vervolging. Een verbod op de Bijbel is een heel duidelijk voorbeeld van ‘Smash’-vervolging. De christenheid wordt een duidelijke klap toegebracht. Maar de noodzakelijke beperking van de kerkgang tijdens de coronapandemie was meer een voorbeeld van hoe satan langzaam maar zeker het geloof uit mensen kan knijpen – ‘squeeze’-vervolging. Logische beperkingen die je begrijpt, kleine tegenstand waardoor je weer een stapje terug doet met je geloof.
[DIA 15]
Als je je hierin herkent, als je hart en je geloof de afgelopen jaren minder vruchtbaar zijn geworden, weet dan: ‘Wij veroordelen je niet!’ Ik zie hoe gemakkelijk en geleidelijk je geloof kan verzwakken. Zeker wanneer je – noodgedwongen – een tijdje op jezelf aangewezen bent geweest. Voel je alsjeblieft niet bezwaard om na lange tijd toch weer naar de kerk te komen. We missen jullie! Niet zo van: ‘Je moet naar de kerk!!!’ Maar we missen je. We willen contact met je, weten hoe het gaat, je steunen bij waar je onder gebukt gaat!
Dus ook als je hart en je geloof de afgelopen jaren minder vruchtbaar zijn geworden, wees alsjeblieft welkom! Laat het evangelie van God dan ook je hart eens omspitten, de stenen eruit verwijderen!
Het kan ook zijn dat je wel in de kerk zit, nog wel betrokken bent bij het gemeenteleven, maar toch afstand ervaart. Dat je geloofsleven wordt omgeven door distels.
[DIA 16]
#3. Tussen de distels
De distels, dat zijn de zorgen en de verleidingen van de wereld, zegt Jezus tegen zijn leerlingen. Dat kan heel concreet: dat je zo druk bent met je leven dat je geen tijd maakt voor de beoefening van je geloof. Niet eens voor Bijbellezen, gebed en gesprek over je geloof. Maar soms hoor ik weleens dat mensen snel afhaken van een preek. Het sluit niet aan. Maar weet je: ik kan onmogelijk bij iedereen tegelijk aansluiten. Als je afhaakt, vraag je dan af: ‘Wat kan ik zelf doen?’ Want eerlijk is eerlijk: ieder van ons is verantwoordelijk voor zijn of haar eigen geloof!
[DIA 17]
Maar het zijn wel de distels van onze tijd. Alles moet aansprekend, flitsend, beeldend en op maat gemaakt voor mij. Als het niet aansluit zoek ik wat anders. Dat hoor ik ook terug in opmerkingen als: ‘De KR doet het niet. De diensten zijn te weinig aansprekend. De preek gaf me te weinig handvatten.’
Ik lees een stukje van een soort open brief van een dominee voor. Het staat aan het begin van het boekje Shoppen in advent, van de bijzonder hoogleraar secularisatiestudies Herman Paul:
[DIA 18]
“Hoe komt het toch? Soms heb ik het gevoel dat mijn boodschap samen met liedboeken en rolletjes snoep aan het einde van de dienst wordt opgeborgen in een handtasje. De gemeente heeft aandachtig geluisterd en goed meegezongen. Maar als ik dan hoor wat het gesprek onder de koffie over gaat! Nieuwe carrièrekansen, een huis van zes ton, een vakantie op Bali, de zoektocht naar een nieuwe nanny… Ik begrijp het allemaal wel. Maar dat mensen er zo vól van zijn, een luttele minuut nadat ik heb mogen verkondigen dat de Heer zijn aanschijn over hen zal laten lichten… (…)
[DIA 19 | ZWART]
Is het vreemd om te denken dat de gemeenteleden soms net zo geseculariseerd zijn als hun buren die nergens aan doen? Of ben ik zélf geseculariseerd omdat ik zo graag een beetje vrucht wil zien op mijn werk? Niet dat de koffiegesprekjes over mijn preken zouden moeten gaan. Maar laat ze alsjeblieft eens gaan over Jezus Christus, het vleesgeworden Woord, het heil van de wereld, óók het heil van al die vrome, serieuze, oppassende gemeenteleden die met hun hoofd bij zoveel andere dingen zitten…”[1]
[DIA 20]
Ik herkende mezelf erin. Dat ik ook met mijn hoofd zo vaak bij andere dingen zit. Dat ik ook heel graag vrucht van mijn werk wil zien. Maar al die verschilleden dingen uit de wereld die je bezighouden, afleiden van het geloof: het zijn distels van onze tijd. Toen ik het met Anneloes had over deze preek maakte ze nog een mooie opmerking. In mijn woorden: het onkruid op je levensakker laat zich het gemakkelijkst uittrekken als het nog klein is! Dus hoe langer je wacht met de distels in je geloofsleven aan te pakken, hoe moeilijker het wordt.
Wacht dus niet af, maar onderneem actie als je tegen aanvechting, zorgen of verleidingen aanloopt. Want ook jijzelf hebt de verantwoordelijkheid om voor je eigen hart te zorgen. Maak er geen moordkuil van. Nee, span je juist in om je hart een goede voedingsbodem voor het evangelie te maken! Dan komt de vrucht.
[DIA 21]
#4. De vrucht komt | goede grond
Dat vraagt allereerst geduld. Want een plantje kun je niet harder laten groeien door eraan te trekken. Zo kun je ook groei niet forceren. Groei vraagt geduld. Maar dat betekent niet dat je zelf stil kunt zitten. Ik had het net al over het opruimen van jouw levensakker. En onkruid wieden is handwerk.
[DIA 22]
Maar weet u, ik zie heel veel vrucht in onze gemeente. Soms veel belovende kiemplatjes. Soms halmen waar een beetje onkruid omheen op is gekomen. Soms al volwaardige halmen, die kromhangen van de vrucht. Ik zie het in initiatieven uit de gemeente: een koffieochtend, standaard koffiedrinken na de dienst, het opbloeiende verenigingsleven, gezellige of inhoudelijke samenkomsten. Ik zie het in mensen die zich volop inzetten in de gemeente. Mensen waarbij ik groei zie in de jaren dat ik hier ben.
[DIA 23]
Over die veelbelovende kiemplantjes waar onkruid omheen lijkt op te komen… Dat zie ik in ideeën over wat er zou moeten in de gemeente, bijvoorbeeld. Alleen op dat vlak ligt dus het onkruid op de loer. Want hoe gemakkelijk is het om te denken: ‘Geen tijd, niet mijn taak, laat iemand anders maar.’ Maar als jij ideeën hebt over wat er in de gemeente moet gebeuren, vraag je dan af: ‘Kan het zijn dat God mij vraagt om verantwoordelijkheid te nemen? Kan het zijn dat God mij roept tot deze taak?’ Bij Gods roeping denken we heel snel aan de taak van de ambtsdragers. Maar U bent allemaal als lid van deze gemeente geroepen om haar op te bouwen!
[DIA 24 | SAMENVATTING]
Geroepen om voor God te werken. Om Zijn Goede Nieuws in goede grond te laten landen. Zodat het vrucht draagt in ons leven, maar zodat het ook tot zegen is voor de mensen om je heen. Want jouw vrucht dat vormt weer het zaaigoed voor de volgende generatie! Jouw geloof en liefde en goedheid en zachtmoedigheid – kortom: al die facetten van de vrucht van de Geest – die mogen weer landen in het hart van een ander! Zo zaait God genadig in het rond. Daarvoor wil Hij u en jou en mij gebruiken.
Werk je mee?
AMEN
Gespreksvragen
Wat is (jo)uw verlangen voor de gemeente?
Hoe kun je daarin zelf verantwoordelijkheid nemen?
[1] Herman Paul, Shoppen in advent. Een kleine theorie van secularisatie (Utrecht: KokBoekencentrum, 2020), 7-8.