top of page

Marcus

Generatie na generatie (Prioriteit geven aan volgende generaties)

Deuteronomium 6,6-7; Marcus 10,14-15.43-44; Efeziërs 4,23 | Kerk van alle (leef)tijden 6

Serie:

Kerk van alle (leef)tijden | Jaarthema '23-'24

Almkerk

zondag 26 mei 2024

‘Mag ik voorin?’ Wie vraagt dat weleens aan zijn papa of mama als je naar de auto loopt? Wie wil er weleens voorin in de auto zitten?

KINDERMOMENT – Mag ik voorin?

Mag dat ook altijd?

[ANTWOORDEN?]

Waarom wil je nou graag voorin in de auto zitten?

[ANTWOORDEN? DOORVRAGEN]

Kun je alles goed zien?

Naast papa/mama zitten?

Leukste plek?

DIA 2 | ZWART


Weet je: twee leerlingen van de Here Jezus die stellen ook zo’n soort vraag: ‘Mag ik voorin?’


Stel je nu eens voor: naast de Here Jezus zitten! Dat zou ik ook wel willen... De leerlingen van de Here Jezus willen graag de belangrijkste plek. Ze vragen om de mooiste plek: ze willen graag naast Jezus zitten!


Maar de Here Jezus zegt tegen zijn leerlingen: als je de belangrijkste plek wil, dan hoef je niet naast mij te zitten. De belangrijkste mensen zijn niet de mensen die naast mij zitten. Niet de mensen met het meeste macht of het meeste geld. Nee, Jezus zegt: wie de belangrijkste wil zijn, moet de anderen dienen!


Dat hadden de leerlingen niet verwacht! Zij dachten: de belangrijkste plek is naast de Here Jezus.

DIA 3


Even terug naar dat voorin zitten: Ik kan me een reclame herinneren – volgens mij een auto-reclame – maar daar zeiden ze: ‘De belangrijkste mensen zitten altijd achterin.’ ... ‘De belangrijkste mensen zitten altijd achterin.’ En dat klopt. De minister president als hij wordt gereden, maar ook de koning en koningin... ook kinderen, ze zitten meestal achterin.


De belangrijkste mensen zitten altijd achterin. Dat lijkt wel wat op die woorden van de Here Jezus: “Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, moet dienaar van de anderen zijn, 44en wie van jullie de eerste wil zijn, moet slaaf van de anderen zijn” (Mc. 10,43b-44).

DIA 4


PREEK

De belangrijkste mensen zitten altijd achterin. Dat vat deze preek misschien wel in één zin samen. Ik kom er aan het einde op terug.

We hebben het over Prioriteit geven aan volgende generaties. Ons thema is:

DIA 5


GENERATIE NA GENERATIE

Die zinsnede, of varianten daarop, kom je een flink aantal keer tegen in de Bijbel. Bijvoorbeeld als God tegen Abraham zegt:

DIA 6


Jij moet je houden aan dit verbond met Mij, evenals je nakomelingen, generatie na generatie. 

Genesis 17,9 


God maakt zich bekend als een God van generatie na generatie, van elke volgende generatie. Een God die meegaat door de tijd, met Zijn volk, Zijn kerk. We staan vanmorgen stil bij wat dat voor ons als gemeente betekent.


Het feit dat God telkens ook de volgende generatie op het oog heeft, leert je veel over het doel van de kerk. God wijst ons daarvoor in de Bijbel veel richting. Hij roept ons om als kinderen van Hem gericht te zijn op die volgende generatie. Gericht te zijn op het inprenten van het onderwijs van God.

DIA 7


Dat leer je bijvoorbeeld uit de tekst die we lazen uit Deuteronomium:


Houd de geboden die ik u vandaag opleg steeds in gedachten. Prent ze uw kinderen in en spreek er steeds over, thuis en onderweg, als u naar bed gaat en als u opstaat. 

Deuteronomium 6,6-7


Onze Here Jezus gaat nog verder als Hij in Marcus 10 zegt: 


wie niet als een kind het koninkrijk van God ontvangt, zal er zeker niet binnengaan.

Marcus 10,14b

DIA 8


In Matteüs gaat Jezus zelfs nóg verder: 


als je niet verandert en wordt als een kind, dan zul je het koninkrijk van de hemel zeker niet binnengaan. 

Matteüs 18,3


Wat betekent dat concreet voor hoe we gemeente zijn?


Tot slot komen we bij de vraag wat prioriteit geven inhoudt voor wat we wel en niet betekent. We hebben het over:

DIA 9


#1. De kern inprenten

#2. Kinderlijk vernieuwd

#3. Prioriteit

DIA 10


#1. De kern inprenten

Wanneer je kinderen hebt, wat is of was dan het doel van je opvoeding? Heb je geen kinderen, dan kun je die vraag meer hypothetisch nemen: wat denk je? Wat is het doel van opvoeding? Ik doe een gooi: dat je kinderen opgroeien tot gelovige, zelfstandige, stevige volwassenen met christelijke normen en waarden, waar ze naar handelen. Dat is precies waar Deuteronomium bij inzet (Deut. 6,6-7).

DIA 11


Toch kun je je afvragen: heb ik het dan wel goed gedaan? Of doe ik het wel goed? Waar maak ik een punt van en waarvan niet? Dat zijn eerlijke vragen om jezelf te stellen.

DIA 12 | ZWART


Want eerlijk is eerlijk: lang niet iedereen die opgroeit in een gelovig gezin blijft bij de kerk. Hoe komt dat? Leggen we de bal bij de kerkverlaters? ‘Ze geloven het niet meer... Zij zijn het kwijt. Ze vinden het niet meer belangrijk. Ze houden niet van God’?


Of draaien we het om? Een kerkverlater schreef ooit een boek: Het lege testament van Piet van der Ploeg.[1]Het is al oud – het komt uit 1985. Maar hij schrijft wat voor hem de oorzaak was. Wat werd doorgegeven waren vormen, maar geen inhoud. Hij zegt zelfs: kerkverlating onder jongeren is een ouderprobleem!


Het gaat veel te ver om zulke complexe processen als kerkverlating te reduceren tot een eenvoudige oorzaak. Dat kan simpelweg niet. Er is altijd sprake van een persoonlijke verantwoordelijkheid. Ook bij wie de kerk verlaat.

DIA 13


Maar de terechte vraag van Het lege testamentis te vatten in de vraag: dragen wij inhoud of vorm over? Want eerlijk is eerlijk: we houden soms gemakkelijk aan vormen vast. Zondagse kleren, alleen Psalmen in onze eigen bekende berijming zingen – ik ben er mee opgegroeid. Noem de vormen maar op... Begrijp me goed: die vormen zijn niet zomaar verkeerd, hè. Maar het zijn wel vormen om de inhoud heen! Zo kunnen we nog veel meer noemen.


Kijkt dan naar Deuteronomium 6. Mozes draagt het volk van God op om de geboden in te prenten bij hun kinderen.

DIA 14


Daarbij gaat het in de eerste plaats om de tien geboden en het zogeheten Sjema: “de HEER, onze God, de HEER is de enige!” (Deut. 6,4). Opvallend is: het gaat daar veel meer over inhoud dan over vorm! Dat is dus de bedoeling: de kern over dragen, niet de vorm.

DIA 15


Je hoort dat ook al terug in het Reformatieprincipe, zegmaar: de slogan van de reformatie: Ecclesia reformata semper reformanda est secundum Verbum Dei. Dat betekent: ‘De gereformeerde kerk moet altijd worden hervormd volgens het woord van God’. Dus de vorm – de gereformeerde kerk – moet altijd worden getoetst aan de kern: het Woord van God!


Ook Jezus, en de schrijvers van het NT in Zijn spoor, leren ons: we moeten worden vernieuwd. Zelfs kinderlijke vernieuwd.

DIA 16


#2. Kinderlijk vernieuwd

Dat proef je ook in Paulus’ woorden wanneer Hij aan de Efeziërs schrijft: “23laat u voortdurend vernieuwen in uw geest en uw denken” (Ef. 4,23). Paulus gebruikt daar een woord voor ‘vernieuwen’ dat je ook mag vertalen met ‘verfrissen’ of zelfs ‘verjongen’.[2]Dat sluit aan bij de woorden van de Here Jezus over het ontvangen en binnengaan van het Koninkrijk van God als een kind. Daarvoor moeten we veranderen en worden als een kind, zegt Jezus (vgl. Mt. 18,3; Mc. 10,15). Ons denken moet worden verjongd.

DIA 17 | ZWART


Dat houdt onder andere in: we zoeken nieuwe taal en vormen. Taal die aansluit bij de leefwereld van jongeren en kinderen vandaag. Taal die de oude begrippen uitlegt die de Bijbel gebruikt. Genade, barmhartigheid, verzoening... en noem het maar op. Ook die woorden, ook die taalis vorm. Het zijn termen uit het Grieks en Hebreeuws die wij ook weer hebben vertaald. We dragen met taal een kern over die we belangrijk vinden.

DIA 18


Want de vorm moet de inhoud, de kern dienen. De kern dat onze God de enige, de hoogste is! De kern dat Jezus Christus de enige weg naar God is! De kern dat je geloof krijgt van de Geest van God. De kern dat God heeft bepaald wat een goed leven is, en dat Hij ons wil leren ons daaraan te houden!


Het vraagt van ons telkens om na te gaan: wordt dit nog begrepen? Komt onze boodschap nog over? Dat gaat ook verder dan taal. Begrijpen we nog waarom we doen wat we doen? Wordt begrepen waarom er wordt gepreekt, gezongen in de dienst? Wordt begrepen wat Bijbel lezen en bidden meer doet dan simpelweg informatie tot je nemen? Zo niet, dan moeten we ons afvragen: moeten we dit misschien beter uitleggen? En zelfs: is deze vorm nog toereikend, of moeten we op zoek naar een andere vorm?

DIA 19


Daarvoor is vernieuwing, verjonging in ons denken nodig. Kinderlijke vernieuwing die de Geest geeft aan wie daarnaar zoekt. Want de Geest van de waarheid leert ons in ons hart de waarheid van God! Het moet een prioriteit van de kerk zijn om dat over te dragen.

DIA 20


#3. Prioriteit

Het is een prioriteit van de kerk om de kern van het geloof over te dragen aan wie die kern nog niet kent. Dat betekent vrij automatisch dat we dus prioriteit geven aan volgende generaties. Maar dat niet alleen. Ook dat we in het algemeen prioriteit geven aan wie het Goede Nieuws van Jezus Christus nog niet kent of aan het leren is.

DIA 21 | ZWART


‘En ik dan?’ denk je misschien. ‘Doe ik er dan niet toe?’ Natuurlijk wel. In de kerk doet iedereen er toe. Prioriteit geven betekent dan ook niet dat anderen buiten beeld raken of onbelangrijk zijn.


Denk bijvoorbeeld even terug aan de laatste Belijdenisdienst of jeugddiensten. Ongeacht of zo’n dienst jouw ‘smaak’ is: het is ontzettend bemoedigend om te zien dat een nieuwe generatie voor God kiest, voor Hem zingt, van Hem houdt! Daar groeit je blijdschap en je liefde voor God toch van?

DIA 22


Het is zoals Jezus tegen zijn leerlingen zegt: “7Ik zeg u: zo zal er in de hemel meer vreugde zijn over één zondaar die tot inkeer komt dan over negenennegentig rechtvaardigen die geen inkeer nodig hebben” (Lc. 15,7).


Juist door ruimte en aandacht te hebben voor wie nog een weg naar onze Here Jezus te gaan heeft, groeit de vreugde in de gemeente. Zonder de kern uit het oog te verliezen, kiezen om in de vorm tegemoet te komen aan wie nog onderweg is naar onze Heer.

DIA 23 | ZWART


Want de belangrijkste mensen zitten altijd achterin! Het zijn de mensen die zelf niet aan het stuur draaien, maar die overgeleverd zijn aan de stuurmanskunsten van de ander. Maar dat zijn juist de mensen die we toch veilig en wel bij hun bestemming willen brengen.


In de kerk betekent dat: wie de belangrijkste wil zijn, die moet de anderen dienen, hun slaaf worden – gelijk worden aan een kind. Wie de belangrijkste wil zijn die moet bereid zijn om prioriteit te geven aan de mensen die Jezus nog niet als hun Redder hebben aangenomen. Dat is een belangrijk doel van de kerk: wat we geloven toegankelijk maken voor wie nog niet heeft besloten om onze Here Jezus te volgen. Daarbij houden we vast aan de kern die God ons heeft gegeven: Jezus Christus de gekruisigde (vgl. 1Kor. 2,2).

DIA 24


Laten we ons richten op de kern van ons geloof en die doorgeven aan de volgende generatie. Want dat is wat Jezus Christus voor ons deed! Hij hield niet vast aan Zijn eigen Goddelijke vorm, maar deed afstand van Zijn gelijkheid aan God (vgl. Fil. 2,5-8)!


Wees dus net als Hij bereid om te dienen en geef prioriteit aan hen die Jezus nog niet kennen. Vraag jezelf af: aan welke vormen houd ik vast? En hoe kan ik de boodschap van Jezus begrijpelijk maken voor iedereen? Laten we samen bidden en werken aan een kerk die leeft en groeit, waarin we de boodschap van Gods liefde en genade helder en toegankelijk overdragen. Ga deze week met deze opdracht: Dien de ander en geef prioriteit aan het doorgeven van de kern van ons geloof.


AMEN

_____________________


[1] Van der Ploeg, Piet, Het lege testament. Een onderzoek onder jonge kerkverlaters (Franeker: Wever, 1985).

[2] Zie ἀνανεόω, ‘2. become young again’ (BDAG, 68).

Deze preek in een dienst lezen?

Als je hieronder je contactgegevens invult dan stuur ik de presentatie, liturgie en preek met klikmomenten zo snel mogelijk op.

bottom of page