
Hebreeën
Geen weegschaal na het kruis
Hebreeën 9,13-14.27-28
Serie:
Almkerk-Werkendam
zondag 8 mei 2022

Met regelmaat heb ik het wel met mensen over dit onderwerp: ‘Waar gaat het geloof om?’ En dan bedoel ik: Waar draait het om? Wat is de kern? Ik heb het erover met christenen en af en toe ook met niet-christenen. Maar toch krijg ik van beiden soms hetzelfde antwoord: ‘Dat je goed bent voor de mensen om je heen.’ ‘Dat je liefde toont aan je naaste.’ Of iets in die trant. Gelukkig heb ik ook wel andere gesprekken. Maar ik wil het even hebben over die uitspraak: dat het geloof erom zou gaan dat je goed bent voor de mensen om je heen.
Natuurlijk is daar op het eerste gehoor niets mis mee. En natuurlijk: het is ook belangrijk dat we in ons leven uit liefde met elkaar leven. Maar toch: Het is een wat generiek, een algemeen antwoord. Want je kunt het wel over alle religies zeggen als je de vraag stelt waar het om gaat: dat je goed of aardig bent voor de mensen om je heen.
Je hoort het ook terug als ongelovigen het over sterven en het leven na de dood hebben: ‘Ja, ik geloof wel dat er iets is.’ Als je daar dan vervolgens op doorvraagt en vraagt: ‘Mag jij dan bij God zijn als je dood gaat?’ Veel ongelovigen, die wel geloven in een hemel, zeggen dan: ‘Ja, ik leef best goed. Ik ben best goed voor de mensen om me heen. Maar natuurlijk: ik ben niet perfect…’ maar ik doe het best aardig, denken veel mensen er dan achteraan.
[DIA 3]
Het gaat uit van wat ik maar noem een soort weegschaal-moraliteit. Je goede daden moeten meer zijn, zwaarder wegen dan je slechte daden. En als dat zo is, dan kom je uiteindelijk in de hemel. Het klinkt eenvoudig.
Bovendien zijn er veel religies op dit idee gebaseerd: denk aan de reïncarnatie binnen het Hindoeïsme en het Boeddhisme. Dat gaat uit van het idee: ‘Als je goed hebt geleefd, dan ga je in je volgende leven een trapje hoger. Wie slecht leeft gaat in het volgende leven een stapje terug.’ Maar ook de Islam houdt hier vaak sterk aan vast. Goede werken zijn noodzakelijk. Aan het einde van het leven zal Allah je daden wegen, goed en slecht.
[DIA 4]
Maar wij geloven: “[Dus] wie in Christus Jezus zijn worden niet meer veroordeeld” (Rom. 8:1, NBV). Niet meer veroordeeld dus. Maar het oordeel komt wel nog, zoals Hebreeën zegt: “Mensen moeten eenmaal sterven en daarna volgt het oordeel” (Hebr. 9:27, NBV). Dus er volgt wel een oordeel, maar voor wie in Jezus Christus zijn geen veroordeling meer. Dat raakt direct aan de kern van ons geloof. Want Jezus heeft ons vrijgekocht, gereinigd. Daar staan we bij stil: dat Jezus ons juist bevrijd van die weegschaal-moraliteit. Daardoor heb je scherper voor ogen wat de kern van het geloof is, zodat je je kunt richten op het gelovige leven voor God. Ons thema is: geen weegschaal na het kruis.
[DIA 5]
GEEN WEEGSCHAAL NA HET KRUIS
We staan stil bij vers 13-14 en vers 27-28. Het is handig om de Bijbel erbij te houden tijdens de preek. We hebben het achtereenvolgens over:
[DIA 6]
#1. Een volmaakt offer
#2. Een geijkt geweten
#3. Naar Jezus verlangen
Er is geen weegschaal moraliteit na het kruis, omdat Jezus het volmaakte offer heeft gebracht.
[DIA 7]
#1. Een volmaakt offer
Hebreeën 9 is best lastig te volgen. Want de Hebreeënschrijver werkt hier al vanaf hoofdstuk 7 naartoe en het stuk loopt tot hoofdstuk 10:18. Misschien denk je wel: ‘Wat een lang en vaag verhaal. Waarom moet het zo moeilijk, zo ingewikkeld?’
[DIA 8]
Je moet je dan bedenken: de Hebreeënschrijver schrijft allereerst aan joodse gelovigen. En die joodse gelovigen hadden al heel erg lang de offerdienst. Daar waren ze zo aan gewend: ‘Dat kun je toch niet zomaar afschaffen?’ Bovendien: ‘God heeft het zelf ingesteld!’ Als je dus Hebreeën leest, is het belangrijk die eerste joodse hoorders in je achterhoofd te houden. Ze moesten nogal overtuigd worden, zo blijkt.
[DIA 9]
Daarom legt Hebreeën de nadruk op het volmaakte, eeuwige offer van Jezus in het hemelse heiligdom. Kijk, de tabernakel was een afspiegeling, een voorafbeelding van de hemel. In de tabernakel werd de offerdienst gehouden, zodat mensen hier op aarde al dicht bij God konden komen. Maar het bloed van die offers, bracht geen volmaakte reiniging, maar slechts tijdelijke. Want wanneer je na de reiniging weer zondigde, was je weer onrein. Bovendien reinigde het bloed van bokken en stieren alleen het lichaam en niet het geweten. Waarom het belangrijk is dat het geweten en niet alleen het lichaam wordt gereinigd, daar komen we straks op.
[DIA 10]
In ieder geval: Christus heeft een volmaakt offer gebracht. Want Hij had geen zonde. En Hij is God, dus Hij leeft voor eeuwig.
Zo kon Hij de eeuwige straf dragen. Best logisch toch: alleen wie eeuwig leeft, kan een eeuwige straf dragen, zonder daar aan onderdoor te gaan. Dat heeft Christus gedaan. Met dat offer is Hij voor God verschenen: zijn eigen bloed heeft Hij als hogepriester voor God gebracht. Omdat het zó volmaakt was, Zijn smetteloze offer uit liefde, was het voor eens en altijd genoeg. Genoeg om alle zonde teniet te doen.
[DIA 11 - ZWART]
Anders en korter gezegd: de tabernakel was er om gereinigd te worden van de zonden. Maar dat was maar tijdelijk. Maar Jezus is met Zijn bloed de hemel binnengegaan. Hij heeft het hemelse heiligdom in gebruik genomen. Dus niet meer een tijdelijke plek waar tijdelijk verlossing wordt bereikt met onvolmaakte offers. Maar een hemels heiligdom, waar voor eens en altijd eeuwige verlossing is bereikt met het volmaakte offer van Jezus Christus!
Goed, waarschijnlijk denk je: ‘Dat wisten we toch al?’ Ja, alleen het zette voor die joodse christenen in de eerste eeuw hun wereld op de kop. Ik hoop dat je zelf ook inziet hoe wereldschokkend dit is geweest. Hoe wereldschokkend het nog altijd is: kijk om je heen naar de andere grote religies. Ze gaan nog steeds uit van dit idee: zelf offeren om hogerop te komen, om verlost te worden. Zelf goed voor je naaste zijn. Maar lieve broers en zussen: dat is dus niet de kern van ons geloof. De kern begint bij dat Jezus Christus voor ons is gestorven. Zijn volmaakte offer heeft ons eeuwige verlossing gebracht.
Door Zijn offer heeft hij ook ons geweten gezuiverd, dat wil zeggen, herijkt.
[DIA 12]
#2. Een geijkt geweten
Je geweten, dat is dat stemmetje in je dat zegt: ‘Dat moet je niet doen! Dit is niet goed!’ In tekenfilms soms weergegeven met een engeltje en een duiveltje. Daar kun je van alles van vinden, maar je begrijpt dan meteen waar het om gaat. Je morele kompas, zogezegd.
Het blijkt in onze wereld niet echt vanzelfsprekend, dat morele kompas. De verschillende schadelijke Nederlandse subculturen zie je bijna dagelijks in het nieuws. Het seksueel overschrijdende gedrag binnen de televisiewereld, de sportwereld en zelfs binnen de politiek. Het laat zien: ‘Het morele kompas is in cruciale delen van de samenleving kapot.’ Je zou het gewetenloos kunnen noemen.
[DIA 13]
Nu is het natuurlijk gemakkelijk om naar anderen te wijzen. Hoe zit dat bij jou? Natuurlijk: we doen allemaal zonde. Maar hoe zit het dan met jouw geweten? Hoor je dat stemmetje, merk je die knagende gedachte op: ‘Dit is niet goed! Dit moet je niet zo doen! Is dit wel de beste manier?’ Of denk je vooral: ‘Nee, ik doe het zo goed. Die ander moet maar buigen.’ Of: ‘Ach, dit kan best toch?! Ach, een leugentje om bestwil. Ach, …’ ja, vul hem maar in. Het is het verschil tussen een gereinigd en een gebroken geweten.
[DIA 14 - ZWART]
Maar onze Heer heeft met zijn offer ons geweten willen reinigen, zuiveren. Dat houdt niet in dat je dus helemaal niet meer zondigt. Dan had dat er wel gestaan, toch? Nee, een gezuiverd geweten, dat moet je uitleggen als een zuiver geijkt moreel kompas. Je weet wat goed en wat slecht is. Je weet bovendien hoe diep de zonde in de mensheid en dus óók in jouzelf zit. Dát is namelijk wat God heeft gedaan:
[DIA 15]
‘Hij heeft Zijn wetten in ons hart gelegd, ze in ons verstand neergeschreven!’ (8,10; 10,16) Dát is het werk dat de Geest van Christus in ons doet: ons verlangen weer zo richten, dat je een zuiver geweten krijgt.
Kijk, wij denken bij een zuiver geweten hieraan: ‘Ik heb niets op mijn kerfstok. Ik heb niets fout gedaan.’ Alleen dat is niet waar je hier direct aan moet denken.
Dan zou het betekenen dat we helemaal geen zonde meer hebben. Nee, een gezuiverd geweten houdt in dat je goed van kwaad leert onderscheiden. Dat hebben we zó nodig! Het is zo belangrijk dat we op dat niveau als mensen worden vernieuwd naar Gods wil!
Ik zou nog terugkomen op dat punt waarom niet alleen het lichaam maar juist het geweten gezuiverd moet worden.
[DIA 16]
Nou, vergelijk het hiermee: als je water put uit een vervuilde waterbron, dan kun je twee dingen doen:
A) Je zuivert het water dat je hebt geput. Dat moet je dan alleen telkens opnieuw blijven doen.
B) Je zuivert de bron. Als je dat goed doet, dan brengt de bron voortaan zuiver water voort.
Dát is het verschil tussen de uiterlijke zuivering van het lichaam en de innerlijke zuivering van het geweten. Onze God wil ons van binnenuit vernieuwen naar Zijn wil. Door Zijn Geest legt Hij Zijn wil in ons hart.
[DIA 17]
Door Zijn Geest ijkt Hij ons geweten. Want dáár begint het goede leven! Daar begint het leven zoals God het wil. Daar begint ware aanbidding van God: bewondering van Hem om hoe Hij het leven heeft gemaakt. Dat we gaan verlangen naar het leven zoals Hij dat omschrijft de hele Bijbel door. Verlangen naar het koninkrijk. Nee, dan ben je niet ineens volmaakt. Maar je gaat wel merken: ‘Ik verlang naar het volmaakte. Ik krijg een afkeer van het lelijke, het slechte, het kapotte van deze wereld.’
Ten diepste is dat een verlangen naar onze Here Jezus Christus Zelf.
[DIA 18]
#3. Naar Jezus verlangen
Dat wil zeggen: een verlangen naar Zijn tweede komst. Want Hij is de Hogepriester van al het goede dat ons is toebedacht (9:11).
[DIA 19]
Dat wil zeggen: Hij staat Zelf garant, Hij is Zelf de eerste vertegenwoordiger van alles wat goed, nieuw en volmaakt is. Hij is de belichaming van de nieuwe, herstelde wereld! Meer nog: Hij is degene die de deur naar die nieuwe wereld heeft geopend. Hij laat ons gratis binnen, omdat Hij duur heeft betaald!
Maar Hij komt dan niet om opnieuw de zonde op Zich te nemen. Nee, de zonde zijn betaald door Zijn volmaakte offer. Zo klinkt ook de conclusie aan het einde van dit deel van de brief – hoofdstuk 8 t/m 10:18:
[DIA 20]
“17 … aan hun zonden en hun wetteloosheid zal Ik niet meer denken.’ 18Waar dat alles vergeven is, daar is geen offer voor de zonde meer nodig” (10,17-18, NBV21). Er volgt dus geen weegschaal die onze goede en slechte daden weegt. Geen morele weegschaal aan het einde van ons leven en ook niet aan het einde van de tijd. Nee, onze schuld is helemaal vergeven door Jezus’ offer aan het kruis.
[DIA 21]
Voor wie gelooft dus geen weegschaal na het kruis. Maar wel een oordeel aan het einde van de tijd. Wel een scheiding van schapen en bokken. Wel een scheiding van wie gered is en wie niet. Want Hij komt om alle mensen de oordelen. Dat is een boodschap die niet zo makkelijk te brengen is, maar het moet wel gezegd worden: Christus komt mensen redden die door Hem gered willen worden. Hij komt mensen verlossen die naar Hem en Zijn nieuwe wereld verlangen!
Dus geen opgeheven vingertje: ‘Je hebt niet genoeg zus gedaan.’ Of: ‘Je hebt te weinig zo gedaan.’ Of: ‘Nee, jij bent echt té zondig.’
[DIA 22]
Maar wel de vraag: ‘Waar verlang je naar?’ Verlang je echt naar dat nieuwe leven dat God geeft? Geloof en belijd je echt dat het leven hier kapot is? Wil je dat heel wordt? Dat er een einde komt aan al dat seksistische gedoe, die losbandigheid en zedeloosheid? Een einde aan hebzucht, vijandschap en geruzie? Dat alle dronkenschap en vreterij? Dat al die kapotte dingen in de wereld, die ook in jouzelf zitten, worden hersteld?
[DIA 23]
Kortom: vertrouw je erop dat Jezus het volmaakte offer bracht? En laat je door Zijn Geest jouw geweten reinigen? Verlang dan naar Jezus. Want hij geeft eeuwige verlossing van alle gebrokenheid!
AMEN