Galaten
Een nieuwe identiteit in Christus
Galaten 3,27-28
Serie:
Almkerk-Werkendam
zondag 6 februari 2022
![](https://static.wixstatic.com/media/835d4b_f006b42c135148d091c9dd487238243f~mv2.jpg/v1/fill/w_810,h_456,al_c,q_85,usm_0.66_1.00_0.01,enc_avif,quality_auto/Image-empty-state.jpg)
Om te beginnen: lieve kinderen, broertjes en zusjes,
Ik heb een paar plaatjes meegenomen van uniformen. Ik denk dat jullie makkelijk kunnen herkennen wat iemand doet.
[DIA 1]
Politie-uniform
[DIA 2]
Legeruniform
[DIA 3]
Dokter
[DIA 4]
Rechter
Jullie wisten het! Hoe wist je wie wie was?
Precies: aan hun kleren. Ze dragen allemaal herkenbare kleren. Ze dragen een soort uniform. Weet je: geloven lijkt daar een beetje op…
Dat klinkt misschien wat gek. Maar geloven lijkt een beetje op alsof je een uniform draagt. Gek hè?! Ja, gek. Want je ziet toch niet aan de buitenkant of iemand gelooft? En je kunt je geloof toch ook niet zomaar ‘uittrekken’ en aan de kapstok hangen? Nee, dat niet. Maar toch: geloven heeft iets van een uniform aan hebben.
Even een vraag: wie van jullie is er gedoopt?
Paulus zegt: wie gedoopt is en gelooft, die heeft Jezus als het ware aangetrokken. Als een soort uniform dus… Geloof is als een soort uniform: dan hoor je bij God. Als God naar je kijkt dan ziet Hij: jij hoort bij mij. Want jij gelooft. Jij vertrouwt in je leven op God: je draagt het uniform dat je bij Jezus hoort.
---------------------
Dat is wat Paulus zegt: wie gedoopt is en gelooft, die heeft zich omkleed met Jezus Christus.
[DIA 5]
Dat klinkt nu misschien nog vaag, maar aan het einde van deze preek weet je hoe groots dat is. Het zet je hele leven in een heilig perspectief! In het perspectief van Gods redding.
Want wie met Jezus Christus omkleed is, die heeft in Hem een nieuwe identiteit gekregen. Dat is ons thema.
[DIA 6]
EEN NIEUWE IDENTITEIT IN CHRISTUS
We kijken daarnaar aan de hand van Galaten 3,27-28, waar Paulus zegt:
[DIA 7]
“27U allen die door de doop één met Christus bent geworden, hebt u met Christus omkleed. 28Er zijn geen Joden of Grieken meer, slaven of vrijen, mannen of vrouwen – u bent allen één in Christus Jezus.” (NBV21).
Voordat we daar in meer detail op ingaan, eerst iets over die brief aan de Galaten.
[DIA 8]
Galaten was een provincie in het Romeinse rijk, in het huidige Turkije. Het is een brief aan een gemeente die bestond uit voornamelijk bekeerde heidenen. Paulus had hen het evangelie van Jezus Christus gebracht. De Galaten hadden die genade van God met beide handen aangenomen. In het kort was dit een belangrijke kern van Paulus evangelie:
[DIA 9]
Door geloofsvertrouwen in Jezus Christus ben je kind van God geworden.
Maar er was een probleem: er waren joden gekomen die dat evangelie hadden bekritiseerd. Aangepast. Die joden zeiden: ‘Je moet de joodse reinheids- en cultische wetten houden. Pas dan hoor je bij het volk van God. Pas dan ben en blijf je een kind van God.’
Paulus reageert op die dwaalleer in deze brief aan de Galaten. Paulus zegt dus: ‘Nee, de wet was er als toezichthouder, totdat Christus kwam. Het geloofsvertrouwen in Jezus – dát is wat je identiteit als gelovige bepaalt.
[DIA 10]
#1. Identiteit
Je identiteit, dat is wie je bent, je ‘zelf’ zogezegd. Dat wat jou ‘jou’ maakt en niet een ander. Dat wat eigen is aan jou. Daarbij hoort wat jij belangrijk vindt, wat jouw doel in het leven is.
[DIA 11]
In ons leven van alle dag zijn er heel veel ankerpunten voor onze identiteit. Je staat daar waarschijnlijk niet dagelijks bij stil, maar ze zijn er heel veel: je baan, je salaris. Of je een eigen huis hebt. Of je kinderen hebt. Of je gevaccineerd bent, of misschien niet. En ook of je gelovig bent. En verder: of je gestudeerd hebt, of je al werkend bent gekomen waar je bent. Of je een auto hebt, en zo ja, wat voor één dan? En ga zo maar door… Dat zijn allemaal dingen die volgens de maatschappij zeggen: ‘Dit ben jij, zo ben jij.’ En zelfs: ‘Dit is waar jij voor leeft!’ Identiteit is iets wat je zelf vorm kunt geven. Zelfverwezenlijking, dat is het ideaal.
[DIA 12]
Hoe zit dat bij ons? Wat bepaalt onze identiteit als gemeente? Wat bepaalt dat jij echt bij onze gemeente hoort? Als we in de praktijk kijken, dan denk ik dat we daar nogal eens wat bij halen. Bijvoorbeeld: doe ik het wel goed genoeg als christen? Ben ik genoeg bezig met Bijbellezen? Bid ik genoeg? Ga ik vaak genoeg naar de kerk? Weet ik genoeg van de Bijbel, van de belijdenis van de kerk? Weet ik genoeg van het geloof? Ken ik een stukje geschiedenis van ons kerkverband, van onze gemeente hier in Almkerk-Werkendam?
[DIA 13]
Natuurlijk: dat zijn allemaal dingen die belangrijk zijn. Geloof in God gaat hand in hand met het kennen van God. Maar toch is het met onze nieuwe identiteit in Jezus Christus ook anders. Want het gaat daarbij niet om hoe vaak je naar de kerk gaat. Het gaat er niet om hoe goed je de Bijbel kent en daaruit kunt citeren. Het gaat er niet om of jij het wel goed genoeg doet. Bij je identiteit in Jezus Christus gaat het om de vraag: vertrouw je erop dat Jezus alles voor je heeft gedaan? Vertrouw je erop dat Hij jou omkleed. Dat wil zeggen: vertrouw je erop dat als God naar jou kijkt, dat Hij jou ziet alsof je Hem volmaakt liefhebt? Vertrouw je erop dat God jou ziet alsof jij zo volmaakt bent als Jezus Christus zelf?
[DIA 14]
Lieve broer, lieve zus, dat is wat het betekent om met Jezus omkleed te zijn. Kijk, in de romeinse samenleving kreeg een jongen als hij volwassen werd een ander kledingstuk aan. Een kledingstuk dat zijn vrije, volwassen positie markeerde. Paulus gebruikt dat beeld van de vrijheid van de volwassenheid om duidelijk te maken: zo is het voor wie in Jezus Christus gelooft. Zo is het voor wie gedoopt is en bij Hem hoort. Enkel en alleen op grond van geloof in Jezus Christus.
[DIA 15 – ZWART]
Waarom was de wet er dan? En waarom zijn er joden in Galaten die die wet – de reinheids- en cultische voorschriften – nog zo belangrijk willen maken? Dat legt Paulus ook uit:
De wet hield toezicht op ons tot het geloof kwam. Daar gebruikt Paulus een bijzonder woord om de wet aan te wijzen: de wet is onze pedagoog. Een soort oppas.
[DIA 16]
#2. De wet als oppas
Tegenwoordig is een pedagoog iemand die nadenkt over opvoeding. Iemand die onderwijs geeft in hoe je kinderen moet opvoeden. Dat is niet het soort pedagoog dat Paulus bedoelt. In de Romeinse cultuur hadden de rijkere families slaven. Een pedagoog was een slaaf die belast was met de zorg en opvoeding van oudere kinderen tot de volwassenheid. Een soort vaste oppas dus. En Paulus zegt dus: de wet voedde ons op tot Christus. Dat wil zeggen: De wet voedde ons op in het geloof tot het moment waarop Jezus Christus kwam.
Maar ook dit – en dit is wat ingewikkelder: de wet voedde ons ook op tot geloof in Jezus Christus. Dat was het doel van de wet: wijzen op Jezus Christus, die de wet volmaakt vervult. Dát is wat de wet doet: het wijst onze leegte, ons gebrek, onze zonde aan! De wet werpt je totaal terug op jezelf en zegt: ‘Als je je niet aan elke punt en komma van de wet houdt, dan ben je verloren. Vervloekt.’ (Galaten 3:10 )
[DIA 17]
Paulus zegt dus: de wet was als een pedagoog. Een oppas die ons leerde: ik moet groeien in geloofsvertrouwen in Christus.
Daarom begint Paulus in hoofdstuk 3 ook totaal verontwaardigd: “1Galaten, u hebt uw verstand verloren!” (Gal. 3:1, NBV21).
Terugkeren naar de wet – Genesis t/m Deuteronomium, met al haar voorschriften over reinheid en voedsel en feestdagen etc. Terugkeren naar die wet is alsof een volwassene zich weer vrijwillig plaatst onder het gezag van een oppas! Totale waanzin!
[DIA 18]
Want die wet was er juist ook op gericht om het joodse volk van alle andere volken te scheiden. Door te zeggen dat Galaten zich aan de joodse wet moesten houden, zeiden de joodse dwaalleraars eigenlijk: ‘Je moet eerst jood worden om bij Jezus te kunnen horen.’ Maar Paulus onderstreept juist: in Jezus Christus valt het onderscheid tussen Jood en Griek, tussen slaaf en vrije, zelfs tussen man en vrouw in het niet! Dus: etnische verschillen, sociale verschillen en verschil in geslacht die verschillen doen er in Christus niet toe. Het gaat om geloof!
[DIA 19]
Paulus zet zo de cultuur van het Koninkrijk van God radicaal tegenover de Romeinse cultuur. Die Romeinse cultuur, waar Romeinse jongens bij hun volwassenheid de volwassen kleding kregen. Dat was identiteitsgroei; vanaf dat moment waren ze een zelfstandige volwassene. Maar Paulus zet de cultuur van het Koninkrijk daar tegenover: Nee, de redding van God is niet alleen voor Romeinse jongens, maar voor Joden en Grieken, en Nederlanders dus ook. Nee, het is niet alleen voor hard werkende, in het leven geslaagde mensen; het is ook voor slaven en slavinnen – de onderkant van de samenleving. En nee, het is niet alleen voor mannen en jongens: mannen en vrouwen delen samen in de redding van God!
Niet door de joodse wetten na te leven. Niet door te leven volgens een bepaalde wereldse of kerkelijke cultuur. Nee, door te leven in geloofsvertrouwen op Jezus Christus. Dat is het ankerpunt van onze identiteit in Christus!
[DIA 20]
#3. Geloofsvertrouwen als ankerpunt
Broers en zussen, het klinkt zo eenvoudig: door geloofsvertrouwen op Jezus Christus neemt God je aan als zijn kind. Alleen hoe moeilijk is dat? Ik vind het ongelofelijk moeilijk om mijn identiteit, mijn eigenwaarde alleen in Jezus Christus te weten. Want dat gaat totaal tegen onze wereld in.
Onze wereld wijst je erop: ‘Je bent of je en wat voor werk je doet. Je bent wat voor relaties je hebt. Je bent wat voor auto je hebt, wat voor kleren je draagt. Je bent zelfs wat voor soort cola je drinkt. Anders gezegd: Alle keuzes die jij maakt in je leven, die tellen bij elkaar op. En uiteindelijk is jouw identiteit, ben jij het totaal van jouw keuzes!
[DIA 21]
En hoe moeilijk is het om je identiteit zeker te weten, als anderen daar soms wat op aan te merken hebben. ‘Je hebt geen baan, dus je zult wel lui zijn. Je bent dik, dus je zult wel ongezond leven. Je voldoet niet aan het schoonheidsideaal, dus je bent minder belangrijk. Het lukt je niet om je werk goed te doen, dus je doet niet hard genoeg je best. Je moest stoppen met je studie, dus je heb er te weinig aan gedaan. Je bent niet slim genoeg. Je bent te oud, te behoudend, te star…’ Ja, er komt van alles op ons af. Al die dingen die kunnen je raken, slaan de poten onder je identiteit en eigenwaarde uit.
[DIA 22 – ZWART]
Maar: ‘Nee. Je identiteit wordt bepaald door op Wie je je vertrouwen stelt. Dat is het ankerpunt voor je identiteit. Vertrouw op Jezus Christus! Geloof in Hem. Vertrouw de beloftes die God je in Hem bij je doop heeft gedaan. Je bent Zijn geliefde kind, enkel en alleen door wat God heeft gedaan!’
Voor ons als gemeente is dat dan ook de vraag waar we allemaal over na moeten denken: Wat laten we onze identiteit bepalen als gemeente?
Wat laten we ankerpunt van onze identiteit zijn? Anders gesteld: Wat wil je dat mensen zeggen als ze onze gemeente beschrijven?
‘GKv Almkerk-Werkendam? Dat is toch die gemeente waar je niet… en ook niet…?’
‘GKv Almkerk-Werkendam? Dat is toch die gemeente waar ze elkaar de tent uit hebben gevochten?’
‘GKv Almkerk-Werkendam? Wat is dat?’
Lieve gemeente, wat hoop ik dat mensen zeggen:
‘GKv Almkerk-Werkendam? Dat is toch die gemeente waar de liefde van God van afstraalt?
Dat is toch die gemeente waar ze – ondanks die verschillen – toch in liefde bij elkaar zijn gebleven?’
‘GKv Almkerk-Werkendam! Ja, dat was die gemeente waar ik zo hartelijk welkom werd geheten. Waar ik me gezien en geliefd voelde.’
GKv Almkerk-Werkendam. Dat is die gemeente waar ze soms zo weinig van elkaar begrijpen, maar toch, uit geloofsvertrouwen op Jezus, elkaar vasthouden!’
Lieve broers en zussen, het gaat om de vraag: wat laten we onze identiteit bepalen? Wat definieert ons? Paulus wijst ons de weg:
[DIA 23]
De Grieken zoeken wijsheid, de Joden verlangen om wonderen te zien… Nederlanders zeggen dat je hard moet werken, niet mag klagen. Anderen zeggen dat je niet mag falen, dat je er altijd mooi uit moet zien. Dat je een mooi horloge, een eigen huis of wat ook maar moet hebben. Weer anderen eisen van je dat je perfect bent en je werk volmaakt doet. Maar in geloof zeggen we: ‘Nee hoor. Ik ben bevrijd van die druk, die gevangenschap van zelfverwezenlijking. Ik ben al volledig geslaagd. Ik ben een kind van God. Deel van Zijn familie. Alles wie ik ben. Alles wat ik nodig heb is in Christus. Ik ben met Hem omkleed. Hij is het enige ankerpunt voor mijn identiteit.
AMEN