Hebreeën
Een gevaarlijke God
Hebreeën 10,31
Serie:
Almkerk-Werkendam
zondag 22 mei 2022
De koning was neerslachtig en bang. Het had hem pas getroffen: ‘Ik sta schuldig tegenover God.’ Daarom stuurt hij één van zijn dienaren om zijn broer te halen. De koning vertelt wat hem dwars zit, maar de broer van de koning schiet in de lach. Destijds werd er voor de deur van een ter dood veroordeelde een trompet geblazen. Dus geeft de koning de opdracht aan zijn beul: blaas midden in de nacht de trompet voor de deur van mijn broer. Bij het horen van de trompet schrikt de prins wakker, kleedt zich aan en gaat naar de deur. Daar grijpt de beul hem.
[DIA 3 – ZWART]
Lijkbleek en verschrikkelijk bang wordt de broer bij de koning gebracht. ‘Wat heb ik gedaan, dat ik dit vonnis heb verdiend?!’ vraagt hij. ‘Spaar me alsjeblieft.’
Daarop antwoordt de koning: “Mijn broer, ik zie dat je heel bang bent nu je bent opgehaald door de beul. Begrijp je nu, dat ik bang ben voor de veroordeling door de eeuwige en heilige God?”
Broers en zussen, broertjes en zusjes,
Mensen die God liefheeft,
Bang zijn voor God, is dat nu nodig? Vorige week hadden we het er nog over, dat er voor gelovigen Geen weegschaal staat na het kruis.
[DIA 4]
Maar toch windt Hebreeën er hier geen doekjes om: “Huiveringwekkend is het te vallen in de handen van de levende God!”
Natuurlijk kun je denken: ‘Ja, dat is alleen huiveringwekkend als je niet in God gelooft.’ Maar weet je, dat is te kort door de bocht. We hebben een allerheiligste, almachtige God. Een God die boos is om de zonde in onze wereld. Boos om de zonde in ons leven. Boos, omdat het dwars tegen zijn heiligheid indruist.
[DIA 5]
En Hebreeën legt er daarom de vinger bij: we hebben een gevaarlijke God. Denk niet te gemakkelijk over Hem! Ja, hij vergeeft zonden om het bloed van Zijn Zoon Jezus Christus. Maar Hij straft de zonde ook! Hij is in een zachte bries, maar Hij is ook een verterend vuur. Ja, Hij is het Lam, maar ook de Leeuw van Juda!
[DIA 6]
Maarja, moet je dan bang zijn voor God? En zo ja, hoe kunnen we dan ooit nog met God omgaan? Hoe kunnen we ooit een gezonde relatie met Hem hebben? Bij die vragen staan we stil tijdens deze preek. Na deze preek hoop ik dat je ontzag voor de grootheid van God is aangewakkerd. Dan leef je juist vanwege dat ontzag vrijer in je leven van alle dag; met je werk of thuis, op school, met familie, met vrienden én in de kerk.
[DIA 7]
Ons thema is: we hebben een gevaarlijke God.
EEN GEVAARLIJKE GOD
Dat besef, dat doet iets met je eventuele angst voor de wereld. En het doet ook iets met hoe je de samenkomsten van de gemeente waardeert. En tot slot kom ik terug op ons thema, dat we een gevaarlijke God hebben. Dat leren we van Hebreeën 10.
[DIA 8]
#1. Omgaan met angst voor de wereld
#2. De samenkomsten waarderen
#3. We hebben een gevaarlijke God
Voordat we daarnaar kijken is het nodig eerst nog even in te zoomen op die situatie van de Hebreeën. In wat voor tijd leefden ze? Vanaf het jaar 50 is er christenvervolging in het Romeinse rijk. Keizer Nero is er nog altijd om berucht. In de jaren 64 t/m 68 voerde Nero een schrikbewind. Hij staat erom bekend dat Hij christenen als fakkels liet verbranden in zijn paleistuinen. Ze werden voor de wilde dieren gegooid in de arena’s. Zo hevig is de vervolging geweest. Dat wil overigens niet zeggen dat het overal in het romeinse rijk altijd zo heftig was.
[DIA 9 – ZWART]
Mogelijk lezen we daarom geen verhalen van de specifieke vervolging in Hebreeën. Toch is het mogelijk een aanleiding waarom de brief aan de Hebreeën is geschreven. Je proeft het in ons gedeelte ook tussen de regels door. De Hebreeën hebben het zwaar. Hebreeën zou je Een aanmoediging voor aangevochten gelovigen kunnen noemen. Voortdurend draait de brief erom: ‘Houd vol, houd moed! Onze hogepriester heeft al het werk volbracht!’ De Hebreeënschrijver bemoedigt gelovigen om vanuit dat besef om te gaan met angst voor de wereld.
[DIA 10]
#1. Omgaan met angst voor de wereld
Als je die vervolging in het achterhoofd houdt, dan landen de woorden uit Hebreeën 10 nog meer. Het is een oproep om vol te houden, middenin ongekende moeilijkheden! Mogelijk waren de vervolgingen op het moment dat de brief geschreven werd niet zo heftig. Je zou namelijk verwachten dat er dan wel iets over die heftigheid in zou staan. Bovendien staat er in Hebreeën 12:4 (NBV):
[DIA 11]
“U hebt in uw strijd tegen de zonde uw leven nog niet op het spel gezet.”
Hebreeën 12:4 (NBV)
Daaruit leidt je af: anderen hadden hun leven wel op het spel gezet, maar de Hebreeën blijkbaar nog niet. Maar het geloofsklimaat was dreigend voor de Hebreeën.
De meesten van ons kunnen zich daar moeilijk in verplaatsen.
[DIA 12]
Wij hoeven niet te vrezen voor ons leven omdat we geloven. Toch kun je ook te gemakkelijk zeggen dat we niet worden vervolgd. Want het begin van christenvervolging, de wortel, is altijd aanwezig: je wordt raar gevonden omdat je gelooft. Of je wordt uitgescholden. Pas vertelde iemand me dat ze tijdens een les min of meer voor schut werd gezet omdat ze gelooft. Dat is publieke smaad en daarmee in wezen vervolging. Misschien maak je op je werk, je school, in je vriendengroep of waar ook maar wel soortgelijke dingen mee.
[DIA 13 – ZWART]
Hebreeën leert je om te gaan met zulke situaties. Namelijk: ‘Richt je in alles steeds op Gods genade in Jezus! Je leeft in vrede met God!’ Dat vat de schrijver in vers 19 voor de zoveelste keer in de brief samen: “dankzij het bloed van Jezus kunnen we zonder schroom binnengaan in het heiligdom…” We kunnen God dankzij Jezus “naderen met een oprecht hart en een vast geloof, nu ons hart gereinigd is!” In Jezus Christus ligt, in gelukkige en ongelukkige tijden, je zekerheid. In Hem ligt je leven! Dat is je houvast, je Hemelanker met een hoofdletter!
Wat heeft dat te maken met ons thema, dat we een gevaarlijke God hebben? Nou, dat is omdat onze heilige God ook straft.
[DIA 14]
Hij straft wie het bloed van het verbond ontheiligt, Zijn Zoon vertrapt en de Geest veracht (Heb. 10:29). Dat wil zeggen: Hij oordeelt in het bijzonder de vervolger die zich met hand en tand verzet tegen Zijn genade!
Misschien voel je je daar wat ongemakkelijk bij, als ik dat zo zeg. Want wij hebben het niet graag over het oordeel. Iemand schreef ooit: “Moeite met het oordeel bestaat vooral op plaatsen waar relatief weinig onrecht is.”
[DIA 15]
Want waar het onrecht groot is, daar hunkeren mensen naar recht en gerechtigheid. En dus naar vergelding van het onrecht: oordeel dus.
Denk even terug aan het verhaal aan het begin van de preek: de koning die bang is voor het oordeel van God en zijn broer die bang is voor aardse veroordeling. Als we hier op aarde al bang zijn, hoeveel meer zou je dan niet God vrezen wanneer Hij oordeelt? En: wanneer je hier op aarde al eer betoont en lief hebt, hoeveel meer zullen we God dan niet eren en liefhebben? Bedenk wat Jezus zelf ook zegt:
[DIA 16]
“Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is én ziel én lichaam om te laten komen in de Gehenna”
(Matteüs 10:28, NBV).
[DIA 17]
Beseffen hoe groot en heilig en dus ook gevaarlijk God is, leert je om aardse angst in perspectief te zien. Beseffen hoe gevaarlijk God is, terwijl je de redding door Jezus Christus vasthoudt, voorkomt dat je doodsbang wordt. Maar zo leer je vanuit ontzag voor God de samenkomsten van de gemeente te waarderen.
[DIA 18]
#2. De samenkomsten waarderen
We lazen daar net over: “24 Laten we opmerkzaam blijven en elkaar ertoe aansporen lief te hebben en goed te doen, 25 en in plaats van weg te blijven van onze samenkomsten, zoals sommigen doen, elkaar juist bemoedigen, en dat des te meer naarmate u de dag van zijn komst ziet naderen.” (Hebreeën 10:24-25) Ondanks het dreigende gevaar van vervolging, smaad en uitsluiting roept Hebreeën dus op: ‘Blijf niet weg uit de samenkomsten!’ Zo belangrijk zijn die samenkomsten van Gods gemeente dus!
[DIA 19]
Ze zijn belangrijk om elkaar als gemeente te bemoedigen, zegt Hebreeën. Dat kan toch alleen wanneer je elkaar in liefde ontmoet rond het volmaakte offer van Jezus?! Hoe kan het anders dan wanneer we met elkaar ons helemaal op God richten tijdens de samenkomsten. Hoe anders kan het dan met liederen die je hart raken en richten op God en alles wat Hij ons geeft. Elkaar echt bemoedigen kan enkel en alleen wanneer we God aanbidden om Wie Hij is. Want wanneer je Zijn heiligheid beseft, besef je ook je eigen kleinheid. En dát maakt vervolgens dat je nederig met elkaar omgaat. Liefdevol, geduldig en erop gericht elkaar op te bouwen! Daar zijn de samenkomsten voor bedoeld.
[DIA 20 – ZWART]
Dus dan is de vraag: hoe waardeert u, hoe waardeer jij onze zondagse samenkomsten? Eerlijk gezegd: Volgens mij worden ze nogal eens ondergewaardeerd. Vinden we van alles over allerlei losse elementen uit de samenkomsten. Vinden we de liederen te modern óf te ‘psalmig’ zijn, of te veel verzen. Vinden we de preek te lang en te saai of te kort en te weinig inhoudelijk. Speelt organist niet zo goed als ergens anders. Of begint de dienst niet op de juiste tijd…
Soms lijkt het belangrijker om je stem te gebruiken iemand op z’n nummer te zetten, dan om diezelfde stem op zondag te laten klinken in aanbidding voor God.
Of je kijkt de diensten liever thuis. ‘Dan heb ik minder afleiding, kan ik beter luisteren. Want het gaat toch tussen mij en God in de samenkomsten?’
‘Het gaat toch tussen mij en God?’?! Nou, nee! Het gaat tussen mij, God en mijn broers en zussen. Dat wij elkaar bemoedigen omdat wij aan elkaar gegeven zijn. U denkt hopelijk niet dat God onze aanbidding nodig heeft? Nee, wij hebben dat nodig! Samen!
Wij moeten samen leren God te aanbidden. Dat wil zeggen: niet op mijn manier. Niet zo precies mogelijk op de manier die mij aanspreekt… Nee, dat we God aanbidden op een manier zodat we ook elkaar bemoedigen!
Dus: hoe waardeer je de samenkomsten op zondag? Vind je het belangrijk om met Gods gemeente Hem te aanbidden? Of kun je ook wel thuisblijven, omdat jij daar toch ook gevoed wordt? Kortom is de vraag: waar ben je op gericht als het gaat over de kerk? Op jezelf, of op God en Zijn gemeente?
Hebreeën laat hier zien: de redenen om wél naar de samenkomsten te gaan, om niet thuis te blijven wegen zwaar. Dus waardeer de samenkomsten.
[DIA 21]
Want angst voor sociale buitensluiting, vervolging en publieke smaad zijn geen redenen om thuis te blijven. Onze broers en zussen die vervolgd worden komen soms met gevaar voor eigen leven samen! En wij: wij hebben de luxe om op allerlei slakken zout te leggen. Maar broers en zussen: We hebben het over de aanbidding van onze Heer en Redder! Zijn bloed, Zijn redding, Zijn genade mag ons over allerlei drempels toch naar de samenkomst trekken.
Kortom: ontzag voor onze grote God leert je de samenkomsten te waarderen. Want we hebben een gevaarlijke God.
[DIA 22]
#3. We hebben een gevaarlijke God
Wie kent de boeken of de films van Narnia, geschreven door C.S. Lewis? C.S. Lewis heeft, als christen, veel christelijke symboliek in die boeken gelegd. Voor wie het niet kent: Narnia is een soort sprookje, een fantasieverhaal waar de dieren kunnen praten. Vier kinderen komen via een kledingkast de sprookjeswereld van Narnia binnen. Daar beleven ze avonturen. Wanneer ze op bezoek zijn bij meneer en mevrouw Bever, wordt ze verteld dat ze de koning van Narnia, Aslan mogen ontmoeten. Aslan, een ongetemde leeuw, staat in de boeken symbool voor Christus.
[DIA 23]
Wanneer één van de kinderen ontdekt dat de koning Aslan een leeuw is, schrikt ze, en zegt: “Oh! Ik dacht dat het gewoon een mens was. Is het dan wel veilig? Ik ben geloof ik behoorlijk bang om een leeuw te ontmoeten!” “En terecht,” benadrukt mevrouw Bever, “Iemand die zonder knikkende knieën voor Aslan verschijnt is verschrikkelijk dapper, of ongelofelijk dom.”
“Dus hij is tóch gevaarlijk?” zegt de jongste van de kinderen.
Daarop antwoordt meneer Bever: “Gevaarlijk? Niemand heeft gezegd dat hij niet gevaarlijk is. Natuurlijk is hij gevaarlijk! Maar hij is goed. Hij is onze koning.”
[DIA 24 – ZWART]
Onze God is de eeuwige. De Heer van de hemelse machten! Kijk, wij moeten ons afbeulen om huizen te bouwen, het land te bewerken of onze tuin te onderhouden, om ons werk te doen. Maar onze God: “[H]ij sprak en het was er, hij gebood en daar stond het” (Psalm 33:9, NBV).
Hij is Almachtig, Alwetend. Onze levens zijn slechts een minuscuul ogenblik voor Hem. Meer nog: wij zijn tijdelijk, Hij is eeuwig. Onze levens zijn niet eens uit te drukken naar Zijn maatstaven!
Huiveringwekkend is het om te vallen in de handen van die levende God!
Want Hij heeft alle macht om met jou en mij te doen en te laten met wat Hij maar wil. Maar wie in Christus die gevaarlijke God leert kennen, die herkent in de Leeuw van Juda, het Lam dat uit alle nood redt!
Dus denk niet zomaar dat God ongevaarlijk is. ‘Niet gevaarlijk? Wie heeft het over gevaarlijk? Natuurlijk is God gevaarlijk! Maar Hij is goed. Hij is onze Vader!’
AMEN