Hebreeën
De marathon van het geloof
Hebreeën 12,1-2a
Serie:
Almkerk-Werkendam
zondag 26 juni 2022
Vastberaden de wedloop lopen. Daar gaan we het over hebben. We staan stil bij vragen als: ‘Wat zeul ik eigenlijk allemaal mee in dit leven, wat me in de weg zit?’ ‘Wat probeer ik zelf te doen, terwijl Jezus het al is begonnen en heeft volbracht?’ Na deze preek heb je de dringende oproep om Jezus te volgen weer helder voor de geest. Je weet wat het betekent om je oog gericht te houden op Jezus. Het helpt je om weer eens kritisch naar je eigen leven te kijken en te bedenken: ‘Waar richt ik me eigenlijk op?’ En bovendien ontdek je dat je tijdens die marathon van het geloof wordt aangemoedigd!
- Deze preek begon oorspronkelijk met een kindermoment -
[DIA 4]
Hebreeën 12 zegt in vers 1 en 2a: “1 Nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij de last van de zonde, waarin we steeds weer verstrikt raken, van ons afwerpen en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt. 2 Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof:”
[DIA 5]
[INTRO:]
Vastberaden de wedloop lopen. Daar gaan we het over hebben. We staan stil bij vragen als: ‘Wat zeul ik eigenlijk allemaal mee in dit leven, wat me in de weg zit?’ ‘Wat probeer ik zelf te doen, terwijl Jezus het al is begonnen en heeft volbracht?’ Na deze preek heb je de dringende oproep om Jezus te volgen weer helder voor de geest. Je weet wat het betekent om je oog gericht te houden op Jezus. Het helpt je om weer eens kritisch naar je eigen leven te kijken en te bedenken: ‘Waar richt ik me eigenlijk op?’ En bovendien ontdek je dat je tijdens die marathon van het geloof wordt aangemoedigd!
[DIA 6]
We staan stil bij de marathon van het geloof
DE MARATHON VAN HET GELOOF
Daarvoor moeten we de last uittrekken, vastberaden lopen en tijdens het lopen aangemoedigd worden.
#1. De last ‘uittrekken’
#2. Vastberaden lopen
#3. Aangemoedigd
Allereerst iets over die marathon, waar Hebreeën het over heeft.
[DIA 7]
Daarbij moeten we hoogstwaarschijnlijk denken aan de marathon van de Olympische Spelen van die tijd. Daar kreeg de winnaar geen medaille maar een lauwerkrans. Het was een hardloopwedstrijd die ver buiten de stad begon. Nu, bij een marathon neem je weinig mee. Vandaar dat de schrijver oproept om de last af te werpen.
[DIA 8]
#1. De last ‘uittrekken’
Het Griekse woord daar suggereert het uittrekken van kleding. In combinatie met de Olympische spelen van toen is dat een nogal aanstootgevend beeld. Want de Olympische spelen toen werden naakt gerend. Een ongemakkelijk en aanstootgevend beeld voor ons in de 21e eeuw. Maar des te meer voor de Hebreeën aan wie deze brief geschreven is. Want het was voor andere volken dan de Romeinen ten minste bevreemdend, dat naakte gedoe. Stel je dan voor hoe christenen met een joodse achtergrond dat moeten hebben beleefd! Een aanstootgevend, schaamtevol beeld. Maar Hebreeën gebruikt het voor de marathon van het geloof.
[DIA 9]
In het vervolg wijst de schrijver daarom op Jezus Christus Zelf. De Here Jezus, die Zich niet liet afschrikken door de schande van het kruis. Nou, een onderdeel van die schande was dat Hij daar naakt aan het kruis hing!
Maar dát beeld gebruik de schrijver voor ons uittrekken van de last van de zonde. We moeten elke last uittrekken. Elke last die ons afremt, tegenhoudt om de marathon van het geloof te lopen en vol te houden. Ook als het uittrekken van die last schaamte of schande voor ons oplevert. Het gaat niet om onze eer, het gaat om onze ziel.
Hebreeën nodigt je uit om na te denken: ‘Welke lasten zeul ik nog mee?’ Dat kunnen zonden zijn, maar ook andere lasten. In onze vertaling is dat een beetje wegvertaald, maar de HSV leest:
[DIA 10]
“1Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. …” Dus niet alleen de zonde, maar ook verwachtingen van dit aardse leven die je afremmen.
[DIA 11]
Welke lasten zeul jij mee die je moet afleggen?
Misschien wel je ideaalplaatje van hoe het leven hier zou moeten zijn. Huisje, boompje, beestje.
Of een stuk zelfredzaamheid die je maar niet onder de knie krijgt.
Misschien is het wel het recht dat je probeert te halen?
Ga je gebukt onder pijn, onder zorgen, onder trauma?
Of die zondige trekken die je min of meer hebt geaccepteerd. Strijd je nog tegen je zonde?
Of ben je zo druk, dat je geen tijd, geen rust meer vindt voor God? Je rent iedere week weer hetzelfde rondje van werk, sport, hobby en sociale activiteiten… maar zonder God?
[DIA 12 – ‘DE LAST UITTREKKEN’]
Lieve broer, lieve zus, als dat voor jou geldt: ‘Wat tors je dan nodeloze lasten mee!’ Je hoeft niet zo te leven! Die dingen hoeven je leven niet te bepalen. Al die dingen die je meesjouwt, dingen die je leven in de greep kunnen houden. Al die dingen die je nodig denkt te hebben om je leven betekenis, richting te geven. Je mag ze afleggen. Afleggen zodat je je kunt richten op het leven dat er toe doet: het leven met God. Het leven waarin je ontdekt hoe het ook kan. Een leven in de liefde van God voor jou. Een leven in vrijheid. Alle last en de zonde afleggen, dat leer je als je je blik richt op Jezus.
[DIA 13]
#2. De blik op Jezus gericht
De blik gericht houden op Jezus. Hem volgen. Dat is de manier waarop je lasten kunt loslaten, de manier waarop je moed houdt om te blijven geloven. Maar hoe doe je dat: je blik gericht houden op Jezus? Hebreeën 12 laat het ons zien:
[DIA 14]
“Laat tot u doordringen hoe Hij standhield toen de zondaars zich zo tegen hem verzetten…” (Hebreeën 12,3) Oftewel: laat het leven van Jezus Christus tot je doordringen. Sta stil bij Zijn hele levensloop op aarde. Bedenk je het kruis dat Hij droeg. Realiseer: Jezus liet zich niet afschrikken door het lijden, de schande. Hij liet zich niet afschrikken door de straf van God die Hij voor ons zou dragen.
[DIA 15 – ZWART]
Bedenk je dus Jezus’ leven. Daar mag en kun je alle verhalen uit de Bijbel op herleiden. Want Hij staat aan het begin en het einde van ons geloof! Hij is de grondlegger en de voltooier van ons geloof.
Misschien vind je dat wel wat vage taal. Maar het betekent dus dat Jezus alles heeft bereikt, alles heeft gedaan wat nodig was. Hij staat aan het begin en aan het einde van ons geloof. Dat is vergelijkbaar met dat Hij de apostel en de hogepriester van ons geloof is (Heb. 3,1).
[DIA 16]
Hij is apostel. Dat wil zeggen: Hij staat aan het begin van het goede nieuws van onze vergeving! Hij heeft het goede nieuws van Gods komende nieuwe wereld op aarde bekendgemaakt, zoals een apostel. En Hij is de eeuwige, volmaakte Hogepriester, die ons volmaakt heeft gemaakt. Hij heeft voor eens en altijd het volmaakte offer gebracht: onze schuld, onze zonde is afgewassen!
[DIA 17]
Richt je blik dus op Hem. Want Hij roept ons vanaf het begin. En Hij heeft alles volbracht wat van ons wordt gevraagd. In hoe Hij met mensen en situaties omging, vinden wij richting voor ons leven. In wat Hij belooft vinden we de focus van onze hoop. Hij belooft een volmaakte wereld, waar alle pijn, alle verdriet, alle dood, alle zonde en haar gevolgen zijn uitgebannen! Als je daarop gaat hopen, als je daarop je blik richt, dan ga je dat ook in dit leven verlangen. En dan valt er gelijk al een last van je schouders. Want het is niet meer zaak dat ik hier op aarde slaag in het leven.
[DIA 18 – ZWART]
Toch: ik kan soms dat idee best hebben. Dat het er in het leven om gaat dat ik het goed doe. Ik denk soms dat iedereen me aardig moet vinden. En misschien herken je zoiets: dat je verlangt om veel vrienden te hebben. Of dat je verlangt naar rijkdom, of bekendheid, of nog iets anders. Maar daar draait het leven niet om!
[DIA 19 – DE BLIK OP JEZUS]
Het draait erom dat Jezus Christus alles voor ons heeft voltooid! Om daar in alles aan vast te houden. Om dat de bron in ons leven van elke dag te laten zijn, waaruit we leven en liefhebben. Daarvoor krijgen we kracht uit de Bijbel, uit het contact met God, door Gods Geest. En we worden zelfs actief aangemoedigd.
[DIA 20]
#3. Aangemoedigd
Even terug naar die Olympische marathon, waar Hebreeën het over heeft. Want langs die hele marathon stond publiek. Ver buiten de stad maar een klein aantal mensen. Maar hoe dichter de hardlopers bij het einddoel kwamen, hoe groter de menigte.
Ook langs onze geloofsweg staat een grote menigte van geloofsgetuigen. Het is jammer dat onze vertaling het weg vertaalt, maar letterlijk staat er een wolk van geloofsgetuigen. Dat is het beeld dat Hebreeën gebruikt om de gelovigen die ons zijn voorgegaan in herinnering te brengen.
[DIA 21]
In hoofdstuk 11 heeft de schrijver veel geloofsgetuigen genoemd. Maar tijdens die preek over de Galerij van geloofsgetuigen gaf ik ook al aan: nog iedere dag, in iedere generatie, in ieder land zijn er geloofsgetuigen die ons sterken in het geloof. Ze zijn als een wolk, zegt Hebreeën. Wat moet je nu met zo’n beeld?
[DIA 22]
Nou, waarschijnlijk roept de schrijver daarmee het beeld op van gestorvenen, die in de hemel zijn. Jezus verdween achter een wolk met hemelvaart en werd zo opgenomen in de hemel. Zo zijn ook veel geloofsgetuigen al lang of minder lang gestorven. Maar ze omringen ons met het getuigenis van hun leven. Natuurlijk allereerst de verhalen over Bijbelse geloofshelden. Maar misschien heb je ook wel eigen ‘geloofshelden’. Een moeder, een vader, een opa, een oma, of een andere wijze gelovige uit je omgeving. Misschien nog in leven, misschien al gestorven.
[DIA 23 – ZWART]
Maar al die geloofsgetuigen staan als het ware langs onze geloofsweg, ons aan te moedigen. Wie zie jij dan staan als je rent? Ik zie bijvoorbeeld David, die voortdurend worstelde met zijn gehoorzaamheid aan God. David, die ook danste voor de Ark. Ik zie ook mijn opa, mijn ouders, docenten uit Kampen. Maar wie staan jou met hun leven aan te moedigen? Zijn het Bijbelfiguren, voorgangers, of familieleden. Zijn het bekende christenen uit onze eigen tijd?
[DIA 24]
Pas wees iemand me weer op Corrie ten Boom. U kent haar wel: de evangeliste tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ze werd gevangengenomen en overleefde het concentratiekamp. In dat kamp, zo vertelt ze ergens, waren er regelmatig controles op verboden spullen. Dan moest het hele kamp naakt buiten staan. Dat vond Corrie vreselijk. Maar ze leerde het verdragen in het besef: Mijn Here Jezus hing naakt aan het kruis!
[DIA 25 – ZWART]
Hoe dan ook, ik bid en wens je toe dat je de mensen langs jouw geloofsweg ziet staan. Dat ze met hun gelovige leven wijzen op de Here Jezus, die voor ons alles heeft volbracht! Dat ze je aanmoedigen om de zware marathon van het geloof vol te houden. Vol te houden omdat je ziet wat Jezus Christus heeft gedragen, voor ons. Laat je door hen aanmoedigen om je lasten en de zonde af te leggen. Om ze uit te trekken, ook al schaam je je en voel je je dan kwetsbaar.
[DIA 26]
En of je nu met opgeheven hoofd over de finish komt…
Of misschien wel gebroken, kruipend…
Of je alleen rent of iemand je moet helpen…
[DIA 27]
We trekken ons iedere keer weer op aan dit geloof:
Jezus Christus heeft voor ons de marathon al gewonnen.
AMEN