top of page

Lucas

Dankbaar?

Lucas 17,15-16 Dankdag '22

Serie:

Almkerk-Werkendam

woensdag 2 november 2022

Er is een christen. De naam, leeftijd en huwelijkse staat van deze christen doet er even niet toe. Het doet er ook niet toe of hij of zij een man of vrouw is, zelfs niet of deze persoon daar misschien mee worstelt. Ik spreek van ‘zij’ en ‘haar’, maar het had net zo goed ‘hij’ en ‘hem’ kunnen zijn. Deze christen – haar leven gaat goed! Ze heeft een prima baan. Ze is lid van een liefdevolle gemeente. Natuurlijk zijn er wel dingen in de gemeente die ze anders zou willen, maar de basis is goed: de gemeente houdt van God en zoekt Hem! Ze is best tevreden met haar leven.

Maar op een dag krijgt ze een heftig bericht. Ze is ziek. Wij weten niet precies wat ze heeft. Misschien een levensbedreigende ziekte, misschien iets chronisch waar je wel oud mee kan worden. Maar ze is ziek en daar komt ze waarschijnlijk niet van af. Door de coronapandemie en haar zwakke gezondheid kan ze nu al een lange tijd niet naar de kerk. Er wordt wel veel voor haar gebeden. In de kerk, en ook bij haar Bijbelstudie. Kon ze er maar weer eens naar toe… Er bellen wel veel mensen, maar dat is toch anders dan echt bezoek. Of een omhelzing – die mist ze verschrikkelijk.

[DIA 3]


Ze is nu al een paar jaar ziek. Vandaag heeft ze weer een afspraak in het ziekenhuis. Haar arts kent ze goed. Ze groet hem en hij haar. Na de eerste controle kijkt de arts wat verward. ‘Die doen we nog een keer opnieuw,’ zegt hij stug. Typisch die arts. Maar na vier herhalingen van de controle kijkt de art haar verwonderd en strak aan. ‘Ik weet niet hoe het kan, maar: volgens deze controle ben je niet meer ziek…’ In sneltreinvaart worden er dezelfde dag nog allerlei controles uitgevoerd, maar het is echt waar: ‘Je bent niet meer ziek!’

[…]


Hoe zou u, hoe zou jij reageren…?

[DIA 4]


Dankbaar?

Het is wat die tien mensen overkomt, die aan huidvraat lijden. Tijdens deze preek staan we stil bij hun dankbaarheid, of juist hun gebrek daaraan. Dat roept bij jezelf de vraag op: hoe dankbaar ben ik nu eigenlijk? En: hoe leef je dan in relatie met Jezus? De genezing van de 10 mensen met huidvraat laat het zien. Als je je reiniging beseft dan ga je Jezus danken.

[DIA 5]


#1. Je redding beseffen

#2. Jezus danken

[DIA 6]


Voordat we op dit punten ingaan nemen we eerst dat verhaal in zijn geheel onder de loep, van de reiniging van die tien mensen.


10 mensen gereinigd

[DIA 7]


Jezus is onderweg door het grensgebied van Samaria en Galilea naar Jeruzalem. Het is een droge mededeling. Niks bijzonders, toch? Nou, toch wel! Joden meden deze route. Ze vermeden Samaria. Joden en Samaritanen liggen elkaar totaal niet. Joden vereerden God in de tempel in Jeruzalem, maar Samaritanen hadden een eigen heilige berg: de Gerizim. Joden zagen Samaritanen daarom als tweederangs burgers van Israël en – nog belangrijker – als tweederangs gelovigen. En daarom trok een jood die vanuit Galilea naar Jeruzalem ging via de overkant van de Jordaan. Hij vermeed Samaria. Je wist nooit wat voor mensen je tegenkwam. Wat voor ruzie je misschien zou krijgen onderweg…


Maar Jezus trekt juist door het grensgebied van Joden en Samaritanen. Met alle gevaren van dien.

[DIA 8]


Bij een dorpje in dat gebied ontmoeten ze een groep mensen die aan huidvraat lijden. Tien zieke zwervers, zegmaar. Er vind maar een heel kort gesprekje plaats, zoals Lucas het vertelt: ‘Heb medelijden met ons, Meester Jezus!’ Jezus antwoordde: ‘Ga je aan de priester laten zien.’ Geen uitspraak van genezing, maar een opdracht. Het echoot het verhaal van Naäman, die door Elia naar de Jordaan wordt gestuurd. Geen directe genezing, maar een opdracht om iets te doen. Het vraagt vertrouwen, maar alle tien gaan ze weg.

[DIA 9 - ZWART]


Onderweg stopt er eentje met lopen. ‘Krijg nou wat…’ denkt hij. En hij roept: ‘Ik ben genezen! Ik ben schoon!’ Hij zet het hem op een lopen, naar de priester in het dorp. En zo volgen de anderen… Dolblij dat ze weer kunnen deelnemen aan het sociale leven! Want je weet: wie aan huidvraat leed, die werd verstoten uit de samenleving. Hij of zij moest buiten de stad leven, onrein als ze waren. Een leven van totale ‘social distancing’.

[DIA 10]


Maar één van de tien keert om. Hij begint God te prijzen: ‘Kadosh, kadosh, kadosh! Adonai, Elohim, Tsevaoth,’ (Heilig, heilig, heilig is de Heer, God, de Almachtige) (of een ander loflied). En terwijl hij God prijst loopt hij terug naar Jezus, valt Hem om zijn voeten en bedankt Hem. Hij is dankbaar en vol geloof. Maar Jezus ziet de andere negen niet terug. En juist deze ene man die terugkeert is een Samaritaan. Een tweederangs gelovige. Iemand die er wat bijzondere ideeën op na hield. Iemand die wij in onze tijd sterk bijgelovig zouden noemen.


Iemand die zich inlaat met allerlei dingen waarvan wij zeggen: ‘Is dat nu wel zo christelijk?’ Maar hij keert als enige van de tien terug…

[DIA 11]


#1. Je redding beseffen

Hoe zit het met ons? We zitten hier om God te danken. We prijzen hem om alles wat Hij heeft gegeven in het afgelopen jaar. Maar hoe vaak sta je daar eigenlijk verder bij stil? Overkomt het je weleens dat je ergens voor gebeden hebt, je krijgt het, en vervolgens vergeet je God te danken. En als het tot je doordringt, denk je: ‘O, daar moet ik God nog een keer voor danken…’ maar het verdwijnt al snel weer naar de achtergrond. Ik herken het in ieder geval bij mezelf. Soms ben ik zo druk dat ik vergeet om God te danken voor wat Hij geeft.

[DIA 12]


Het mooie is – je ziet het bij die ene man die omkeert: je mag je onderweg omkeren, als je je een zegen van God bedenkt. Gewoon op dat moment bedenken: ‘Hé, hier moet ik God nog voor bedanken,’ en het dan direct doen.

[DIA 13 – ZWART]


Prachtig hoe Lucas die vraag met zijn vertelling van deze genezing opwerpt. Lucas was een meester in het vertellen van dit soort verhalen, weet je. Hij maakt vaak gebruik van dit soort stijlfiguren. Negen mensen blijven buiten beeld en je vraagt je af: ‘Waar zijn die andere negen heen gegaan. Wie waren het? Waren ze Jezus dan niet dankbaar? En: hoe zit het eigenlijk met mijn dankbaarheid? Hoe zou ik reageren?’ Lucas vertelt het zo dat je bij jezelf te rade gaat en bedenkt: waar sta ik in dit verhaal.

[DIA 14]


Een andere plek in het Lucasevangelie waar je dat ziet is bijvoorbeeld bij de Emmaüsgangers. Natúúrlijk wist Lucas wie de twee Emmaüsgangers waren. Maar door er maar één een naam te geven en de ander onbekend te laten, nodigt het je uit om te beseffen: ‘Ik had die ander kunnen zijn… Wat zou ik doen?’

[DIA 15]


Hier doet Lucas dat ook en werpt zo de vraag op: ‘Hoe zit het met jouw dankbaarheid? Hoe zit het met jouw geloof? Hoe zou jij reageren?’ Maar we steken vanavond nog een laag dieper: ‘Hoe dankbaar ben jij voor je redding door Jezus Christus?’ Hij heeft je schoongewassen.

[DIA 16]


Hij heeft je schuld vergeven. Hij is voor je aan het kruis gegaan, heeft de dood overwonnen! Jij hoeft je door je geloof in Hem niet druk te maken over of God van je houdt. Hij houdt van je om wat Jezus heeft gedaan! Ook als wij teleurstellen – Jezus stelt God nooit teleur! Daarom heeft God jou lief als Zijn kind!


Als je je die redding beseft, dan keer je om om Jezus te danken!

[DIA 17]


#2. Jezus danken

Al lovend en dankbaar loopt de man terug naar Jezus en valt aan Zijn voeten neer. Heel mooi, maar dat juist deze man díe plek kiest, dat zet ons allemaal voor het blok. Laat me dat uitleggen. Kijk, Joden hadden hun tempel in Jeruzalem. Daar loofde je God als Jood. En de Samaritanen hadden hun heilige plaats op de berg Gerizim. Dat was voor hen de plek om God te eren. Maar deze Samaritaan – die van het goede geloof natuurlijk niks goed begrepen had… deze Samaritaan knielt aan de voeten van Jezus! En daarmee erkent hij: God is aan het werk door Jezus! Als ik dicht bij God wil zijn, als ik Hem wil eren, dan moet ik bij Jezus zijn. Want Hij is God!

[DIA 18]


Begrijp je: door daar bij Jezus te knielen – en niet naar Jeruzalem of de Gerizim te gaan – leert Hij ons de kern van aanbidding! De kern van liturgie! Het gaat niet of je bij kamp Jeruzalem of kamp Gerizim hoort. Niet of je bij kamp opwekking of psalmen hoort. Niet of je bij kamp ordelijk en  doorwrochtof kamp vrije vorm en flitsend hoort. Nee. En het gaat er ook niet om voor welke optie van de kerkbouw je bent. Al die dingen komen later. Het gaat er in de eerste plaats om: kies je ervoor om aan de voeten van Jezus te zijn? Om dáár God te dienen en te eren?

[DIA 19 – ZWART]


Daar kunnen we nogal wat van leren… Lieve broers en zussen, ik houd van jullie. Daarom mag ik jullie ook de waarheid zeggen: Geregeld ‘droppen’ mensen even bij mij wat zij graag willen in de liturgie. Meer van dit of dat. Meer opwekking of meer psalmen of meer van de ‘oude bekende liederen’. Meer toepassing of meer uitleg. Een scherpere verwoording, een vraag die je bijblijft of juist minder nadruk op wat verkeerd gaat, meer aandacht voor wat al goed is. Ik leg dan maar even de vinger op de zere plek: ‘Daar gáát het allemaal niet om! Het gaat erom dat God hier geloofd en aanbeden wordt! We doen dat samen, in alle diversiteit. Natuurlijk is er dan altijd wel iets wat jij anders zou willen. Maar de vraag is: ‘Wordt God hiermee aanbeden?'


Vorige week had ik een gesprek dat me juist daar opnieuw bij heeft bepaald (ja, ook een ik heb dat soms nodig): zet Jezus centraal, in alles wat je doet in de gemeente, in je leven. Het is zo gemakkelijk om van een ander te denken of te zeggen: ‘Zoals hij of zij gelooft, dat is niet goed. Die snapt het niet. Die heeft de liefde niet. Die gelooft verkeerd.’ Maar zie je in broer, je zus, dat die hart voor de Heerheeft?


Tijdens dat gesprek zei die ander nog: ‘Als je een lied zingt dat je niet kent of dat niet jouw smaak is, kijk dan eens om je heen naar mensen die ervan genieten om God ermee te prijzen!’

[DIA 20]


Nog één ding: de man keert naar Jezus terug, terwijl hij God met luide stem looft. Uitbundig! Dat horenwe hier in de kerk regelmatig. Dat een lied echt van harte wordt meegezongen! Dan klinkt het net even wat harder. Laten we dat straks ook doen. Ik nodig je uit om de komende tijd je dankbaarheid voor God echt te laten horen en – als je durft – te laten zien met je lijf.


Dat is best spannend. We zijn niet gewend om ons lijf in de dienst te gebruiken – ja, staan en zitten, maar verder niet. Misschien voelt het wel alsof dat bij andere soorten kerken hoort. Maar God eren met heel je hart, ziel, verstand en kracht houdt ook in: met je lijf. De Bijbel staat vol met voorbeelden van mensen die hun lijf inzetten bij de lof aan God.

[DIA 21]


Alleen het is niet de kern. Je mag hier zijn zoals je bent, voor God. Hier je redding beseffen en daardoor Jezus uitbundig danken. Met luide stem. Met je lichaam. Maar vooral: uit liefde voor onze Heer en Redder, Jezus Christus.


AMEN

Deze preek in een dienst lezen?

Als je hieronder je contactgegevens invult dan stuur ik de presentatie, liturgie en preek met klikmomenten zo snel mogelijk op.

bottom of page