top of page

Lucas

Bodem onder je leven

Lucas 12,32 & HC zondag 1.1

Serie:

Almkerk-Werkendam

zondag 3 juli 2022

Ik hoef niet te vragen wie zich weleens zorgen maakt. Want ik weet dat er geen mens bestaat die zich nooit zorgen maakt, of dat nog nooit heeft gedaan. Wij mensen maken ons zorgen om van alles. Dat is een gegeven. Zoals je kunt zeggen: ‘Ik twijfel, dus ik besta,’ zo zou ook kunnen zeggen: ‘Ik ben bezorgd, want ik ben mens.’

Bezorgd om de ontwikkelingen op het wereldtoneel met oorlogen, hongersnoden, uitbuiting en onderdrukking. Bezorgd om ons land met hoge energieprijzen, klimaatdoelen, boerenprotesten, corona, moreel verval, sociaal verval. Bezorgd om de ontwikkeling van onze kerken met wie er blijft of vertrekt, liefde voor God en voor elkaar, te hard of te zacht naar elkaar…


Bezorgd om wat er in je eigen leven speelt… Wij maken ons nu eenmaal zorgen. Ik ben bezorgd, want ik ben mens.

[DIA 3]


Toch zegt onze Heer: “jullie moeten je niet door zorgen laten kwellen!” (Lucas 12:29, NBV21) Het is een opdracht, niet vrijblijvend. Het is geen gebod, maar wel degelijk een richtingwijzer voor een gelovig leven. Maak je geen zorgen!


Tijdens deze preek kijken we ernaar hoe onze Redder ons dat leert. We doen dat aan de hand van Lucas 12 vers 32 en vraag en antwoord 1. Je leert daaruit namelijk een aantal praktische handvatten om met zorgen om te gaan. Zo kun je in je leven je hart, je hoofd en je ziel tot rust brengen in het besef van Gods zorg. Want je leven ligt vast in Hem! Hij is de grond onder ons bestaan! De bodem onder je leven.

[DIA 4]


DE BODEM ONDER JE LEVEN

We staan stil bij de troost die God geeft, het eigendom-zijn van onze Redder Jezus Christus en bij Gods bewaring, Zijn zorg voor ons. Dus bij drie kernwoorden uit vraag en antwoord 1:

[DIA 5]


#1. Troost

#2. Eigendom

#3. Zorg

[DIA 6]


#1. Troost

Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik moest hier op gewezen worden: vindt u het niet gek dat de catechismus begint met troost? Want wat is troost eigenlijk? In ons spraakgebruik is het een stillen van verdriet.

[DIA 7]


Nu zijn er mensen die altijd wel een soort verdriet met zich meedragen. Maar misschien denk jij wel: ‘Troost?! Ik ben niet verdrietig? Waar heb ik troost voor nodig?’ Je kunt je dan ook afvragen: ‘Hoe relevant is die vraag van de catechismus nog? Moeten we die eerste vraag niet aanpassen?’


Toch: die eerste vraag steekt nog altijd in bij de kern van het menselijke bestaan.

[DIA 8]


Ja, de taal is misschien verouderd. Maar als je bedenkt wat die vraag betekent, dan ontdek je: ‘Deze vraag is uit het leven gegrepen.’ Misschien heb je de meer hedendaagse verwoording weleens gehoord: ‘Wat is je enige houvast…?’ Houvast; dat verwoordt precies wat het is. Het legt precies de vinger bij waarnaar wordt gevraagd. Het is de houvast in leven en sterven. Dat wil zeggen: houvast in gelukkige en kwade tijden, houvast in gezondheid én in lijden. En daarmee vraagt de catechismus aan het begin eigenlijk óók: ‘Wat is het antwoord op het kwaad in deze wereld?’

[DIA 9 - ZWART]


Dat is gigantisch relevant. Want het kwaad, daar worstelt het hele westen, zo niet de wereld mee. ‘Waarom is er zoveel lijden in de wereld? Waarom is welvaart zo ongelijk verdeeld? Waarom treft het kwaad zo vaak goede mensen? Waarom overkomt mij dit? Waarom krijg ik tegenslag op tegenslag te verduren?’ Het zijn vragen die in heel veel lagen van onze samenleving klinken. Bijvoorbeeld door hedendaagse muziek. Of er klinken antwoorden die het lijden en het kwaad proberen te overstemmen. ‘Leef je leven, zorg dat je elke dag zoveel mogelijk geniet. Volg je dromen en doe alles om ze te bereiken. Want nooit weet je wat morgen brengt. Voor je het weet ben je bejaard, ziek of dood.’

[DIA 10]


Het zijn ten diepste antwoorden die de dood proberen te overschreeuwen. Want de dood is voor ieder mens onvermijdelijk. Het is kwaad, waar niemand aan ontkomt. Maar God beloofd ons, en de catechismus verwoord het: ‘Ik zorg voor jou! Vertrouw op mij, ik geef je het leven in al haar volheid! Zonder mijn wil overkomt jou niets. Meer nog: ik zorg voor mijn wereld. Ik houd haar in de hand en leidt de geschiedenis naar haar doel!’ Want wie de Bijbel leest en de rode draad ervan zich voor ogen stelt die ziet: ‘God heeft vanaf het begin van de wereld de geschiedenis geleidt naar haar climax: het leven, sterven, de opstanding en hemelvaart van Jezus Christus!’ En van daar verder! Lees Handelingen, de brieven, Openbaring. God leidt de geschiedenis van begin tot eind. Met Jezus Christus in het midden!

[DIA 11]


Daarin zit alle troost! Prachtig hoe Lucas 12: “Wees niet bang, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie in zijn goedheid het koninkrijk geschonken.” (Lucas 12:32, NBV21) Het leven in zijn koninkrijk is ons geschonken! Een geschenk uit genade.


Je ticket is betaald, en je mag vrij binnengaan. Leven onder zijn heerschappij, onder zijn regeerakkoord. Want je bent zijn eigendom.

[DIA 12]


#2. Eigendom

Maarja, eigendom… dat klinkt behoorlijk bezittelijk. Sterker nog: het klinkt autoritair. Als van: ‘Jij doet wat ik zeg, en anders zwaait er wat!’ In dat licht wordt het leren voor Hem te leven behoorlijk kil. Bovendien kun je er zelfs bang van worden: ‘Als ik God niet gehoorzaam, dan zwaait er wat… Hij zal mij dan vast en zeker straffen, of erger: veroordelen!’ Meer nog: wanneer je zo’n beeld van God hebt, dan ligt het gevaar van legalisme op de loer: ‘Zolang ik dit-en-dat en zus-en-zo maar doe voor God, dan mag ik bij God horen en heeft Hij me lief. Maar anders zwaait er wat!’ Het is een manier waarop we elkaar dan ook afrekenen: ‘Jij kleurt in je leven te veel buiten de lijntjes. Ja, we zeggen wel dat we dat allemáál te veel doen… maar jij nog net iets méér te veel dan ik…’

[DIA 13 – ZWART]


Maar let op hoe de woordparen van Lucas 12:32 en ook de woorden van antwoord 1 van de catechismus lijken te botsen. Koninkrijk en… Vader. Eigendom en… Heiland. Bij een koninkrijk zou je Koning verwachten. Bij eigendom zou je Heer of Meester verwachten. Maar God openbaart zich niet in de belangrijkste plaats als Koning maar als Vader! Niet als Meester maar als Heiland, dat is, Verlosser, Redder, Bevrijder!


Die intieme aanduidingen van God halen de gehoorzaamheid uit een sfeer van slavernij en moeten! Als je God als je Vader en je Redder leert kennen, dan komt gehoorzaamheid voort uit dankbaarheid! Dat gebeurt wanneer je beseft hoe groot Gods redding door Jezus Christus is. Een besef van je grote schuld. En daarbij: een besef van Gods liefde en genade die telkens groter zijn dan jouw schuld.


Kijk, gehoorzaamheid die voortkomt uit plicht omdat God je Heer en Meester is… Of gehoorzaamheid die voortkomt uit angst voor God als Koning en Rechter, die voedt dat legalisme en een weegschaalmoraliteit. Daarmee creëren we ook een cultuur waarin we elkaar vooral wegen en afrekenen. Zie je, het is onmisbaar dat onze gehoorzaamheid begint bij dankbaarheid voor wat God in Jezus heeft gedaan!

[DIA 14]


Dan klinkt het eigendom van God zijn niet langer bedreigend of autoritair, maar liefdevol. Niet ‘Jij hoort bij mij!’ maar: ‘Jij bent er één van mij!’


Je hoort bij God als iemand die Hij wilde redden! Iemand voor wie Jezus de hoogste prijs wilde betalen! Daaruit spreekt Gods onmetelijke zorg!

[DIA 15]


#3. Zorg

Dat is alleen voor heel veel mensen niet zomaar te accepteren. Want die vragen over het kwaad, klinken ook in deze sfeer. Als God zorgt, waarom lijdt ik dan? Waarom heb ik dan zulk intens verdriet? Waarom gebeurt al het kwaad dan? Ja, Lucas 12 kan wel zeggen dat God weet wat we allemaal nodig hebben, maar toch is er honger, oorlog, lijden, kwaad.


Maar God belooft het wel: ik zorg voor jou! Gods antwoord op het kwaad begint erbij dat God mens wordt en het kwaad bij de wortel begint uit te roeien: de zonde vergeven, de duivel verslagen. Net zei ik: zijn genade en liefde blijkt telkens weer groter dat mijn zonde. Maar dat geldt ook voor het kwaad: Het goede dat Hij geeft zal uiteindelijk groter blijken dan het grootste kwaad dat we hier op aarde pijnlijk leren kennen!

[DIA 16 - ZWART]


God zorgt voor ons. Hij heeft de dood onschadelijk gemaakt. Die dood waar de wereld zo bang voor is. De dood. Dat is precies waarom de wereld zo vaak draait om eten, kleren, geld, relaties en macht: ‘Als je het vandaag niet krijgt, dan doe je er morgen niet meer toe en ben je overmorgen dood. En dood is dan: helemaal weg, licht uit, afgelopen.’ Via allerlei manieren proberen mensen daarom iets van hun leven te maken. En als christenen doen we er zo vaak aan mee! Autonomie en zelfbeschikking is het ideaal: ‘Ik bepaal, ik doe, ik vecht, ik bereik, ik droom…’ En als het niet lukt… Als het niet gaat zoals ik wil dan zoek ik het ergens anders.


Maar het faalt, het is leeg, uitzichtloos. Bovendien: ‘Als ik het niet doe, als ik de moed opgeef, als ik bij de pakken neer zit, dan is het afgelopen.’


Hoe anders is dat in de kerk! Hoe anders is het bij God! Daar mogen we die hele façade, dat masker van ‘Ik heb een fantastisch leven, ik ben geslaagd,’ even laten zakken. In stilte erkennen: Heer, ik weet het zo vaak niet meer… mag ik rusten in Uw zorg?’


God gaat in zijn zorg zelfs nog veel verder dan dat! Hij geeft ons zijn koninkrijk in bezit. En Hij wil ons door zijn Geest leren om ons geen zorgen te maken. Zelfs kwaad en lijden kunnen dat niet overwinnen, want hoe groter het kwaad des te groter het goede dat God voor ons klaar heeft gelegd. Hoe dieper de pijn, des te groter de blijdschap die ons te wachten staat! Doordring je daarvan, stel het voor ogen! God geeft je de blijdschap, geeft je de goedheid al in bezit! Het is al van ons!


Prachtig hoe onze Here Jezus ons concrete handvatten geeft om ons dat te beseffen. Concrete handvatten om zijn koninkrijk te zoeken. Handreikingen om onze gelovige ziel niet te laten overwinnen door de kakofonie van gebrokenheid. Concrete handvatten: ‘Kijk naar de raven, kijk naar de lelies!’ Een prachtige opdracht voor de vakantie: observeer Gods zorg voor de natuur.


Een tijdje terug zat ik gewoon eens in onze tuin. Hoe langer je stil zit, hoe meer leven en bedrijvigheid je opvalt. Vogels die zingen, insecten die af en aan vliegen en lopen. Hoe klein ook: het kan je op je knieën dwingen. ‘God zorgt voor al die beestjes!’

[DIA 17]


Misschien ben je niet zo van de natuur. Dan hoop ik dat bijvoorbeeld in je zorgen die woorden van de catechismus in je ziel resoneren. In tijden van zorg, houd jezelf dan die troost, die houvast voor: ‘Ik ben met lichaam en ziel, in leven en sterven eigendom van mijn Heiland, mijn Redder Jezus Christus.’ Ik ben er één van Hem.


Of leer die tekst uit je hoofd, waaruit Gods grote zorg spreekt: “32Wees niet bang, kleine kudde,” wees niet bang, klein schaapje, “want jullie Vader heeft jullie in zijn goedheid het koninkrijk geschonken.” Het is de zorg van de Heer en Meester, de Koning en Rechter in de hemel, die zorgt als onze Vader en Redder.


AMEN

Deze preek in een dienst lezen?

Als je hieronder je contactgegevens invult dan stuur ik de presentatie, liturgie en preek met klikmomenten zo snel mogelijk op.

bottom of page